- 0 -
En het laatste is: als U het wel een winstpunt ziet om mee te gaan met Dinteloord
wat betreft punt 2, daar kan ik alleen maar heel kort en bondig op zeggen: "dan
voel ik me toch hogelijk •belazerd'
De voorzitter: Mijnheer van Dueren den Hollander, U zult mij niet kwalijk nemen als
ik op dat punt van U niet verder ga, want dan kunnen we wol een herhaling geven
van Bouvigne. Er zijn in onze kring mensen die er een bepaald andere gedachte over
hebben, wij laten dit punt dus maar verder rusten.
De heer van Dueren den Hollander: Accoord.
De voorzitter: (Mijnheer Bos, wat die herhaling betreft. Die herindeling maakt -
dat is U allen bekend - in wezen het deel uit van het streekplan, zonder dat die
herindeling er in staat. Die herindeling was al bekend in de boezem van Gedepu
teerde Staten. Dat is dan een erge brede boezem, want daar is Uw van Lieden—
boezempje maar een klein onderdeel van. Die was al bekend. En het is een publiek-
geheim, dat het plan zo niet gemaakt zou zijn als deze herindeling niet aldaar
een rol bij had gespeeld. Ik ben geheel voor de verantwoording voor Gedeputeerde
van Lienden. Hij heeft het gezegd in een kring van een groot aantal burgemeesters
met de volledige staf van do P.P.D. erbij en het is me daarna nog een keer bevestigd,
Een heel ander punt is, dat ben ik met U eens, dat het niet zo snel zijn beslag zal
vinden als de Commissaris der Koningin destijds wel dacht of hoopte. Dat weet ik nia.
Dat lijkt mij een duidelijke zaak. Ik waag me niet aan voorspellingen, maar U moet alle
maal maar eens naar de geschiedenis kijken, hoe lang zo'n proces kan duren. Maar ik
geloof toch wel dat het nuttig is dat Uw raad hierin juist voor dit plan gaat zeggen,
dat het een andere structuur voor ogen heeft, wat die drie gemeenten betreft.
Is er iemand die over deze brief, zoals hij hier ligt, stemming wenst?
De heer Bos: Voorzitter, ik ben tegen de laatste alinea.
De voorzitter: Is er iemand die dit laatste punt van dc heer Bos ondersteunt?
De heer van Dis: Och mijnheer de voorzitter, we hebben al zoveel streekplannen
hier gehad, ik weet niet hoeveel.
De voorzitter: Ik heb gevraagd, mijne heren, is er iemand die de opmerking van
de heer Bos ondersteunt?
Zoniet, dan is deze brief vastgesteld met de aanmerking dat de heer Bos bezwaar
houdt tegen opneming van de laatste zin.
7. Voorstel tot vaststelling besluit nadere salarismaatregelen 1959 voor de gemeente^
lijke vakleerkrachten.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van bur
gemeester en wethouders.
8. Voorstel tot vaststelling principe-besluit verlening medewerking stichting dorps-
huis.
De heer Evers: Mijnheer de voorzitter, op de eerste plaats wil ik dankzeggen aan
al degenen die zo vlot gewerkt hebben aan dit rapport en het voorstel.
Tevens ben ik er van overtuigd, dat met dit gemeenschapshuis, gecombineerd met
het gymlokaal, aan een noodzakelijke behoefte zal worden voldaan, en met name
voor de leerlingen van onze Kennedyschool,
Toch ondanks al deze pluspunten blijven er voor mij nog enkele vragen open.
De eerste vraag is dan: Hoe denken de kerkgenootschappen over de bijdragen welke
in het voorstel worden gesuggereerd? Zouden deze bedragen wel haalbaar zijn?
De tweede vraag is: Is er wel voldoende aandacht besteed aan de verbouw van de
oude R.K.-school; was een verbouwing van deze school met daaraan een grote op
knapbeurt niet voordeliger uitgekomen dan het stichten van een geheel nieuw ge
meenschapshuis, alhoewel de plaats van het nieuwe gemeenschapshuis aanmerkelijk
beter is gelegen. Was voor deze werkzaamheden ook geen subsidie—uitkering van hen
rijk mogelijk?
- 9 -
□p de derde plaats, mijnheer de voorzitter, vraag ik mezelf af, is het gebruik
van het gemeenschapshuis voor de verenigingen wel betaalbaar; is het te beta
len bedrag aan huur niet te hoog of bestaat de mogelijkheid dat bij het bere
kenen van dc subsidie voor deze verenigingen daar rekening mee wordt gehou
den? Is het toch niet zo, dat het gebouw als het voor gymnastieklokaal zal
gaan fungeren, er te weinig ruimte zal overschieten voor z.g, jeugd en ont
spanning!
üp de vierde plaats heb ik de vraag of het voorschrift,dat de eerste burger
van deze gemeente dc voorzittershamer blijft hanteren, een eis blijft of dat
dit alleen is om de start mogelijk te maken, zodat men na het voltooien van
het werk vrij is, welke voorzitter te kiezen.
Tot slot mag ik U en Uw college geluk wensen met de verdere uitwerking.
De heer Dos: Mijnheer de voorzitter, hoewel dit punt voor mij aanleiding vormt
tot het maken van enkele opmerkingen wil ik vooraf zeggen voorstander te zijn
voor liet stichten van een dorpshuis, hetgeen Uw als zodanig betitelde opposi
tie-leider reeds jaren geleden heeft bepleit toen voor restauratie van "De
Schakel" een niet onaanzienlijk subsidiebedrag werd gevoteerd.
Het is mijnheer de voorzitter wel een duur grijsgekleurd bandje uit Tilburg
van maar liefst 000,dat het zogeheten rapport omklemd. Want meer dan
het bandje is het niet, omdat de woorden en de inhoud van het rapport alleen
maar Uw woorden zijn, mijnheer de voorzitter, met de evenvele ons reeds beken
de waarheden en onwaarheden.
In zoverre heeft het ingezonden stuk in de Westhoek gelijk, hetgeen ik overi
gens niet kan waarderen, zeker niet als men dit zo nodig moet plaatsen voor
dat de Raad zich heeft uitgesproken. Dat is nog ondemocratischbr dan het als
ondemocratisch gegeven verwijt.
Genoeg over het rapport dat de 800,echt niet waard is, tenzij de over-
georganiseerdheid zulke dwaasheden vereist om het plan alleen op die manier
te kunnen verwezenlijken.
Thans de statuten zelve, met name artikel 6, lid 3 en volgende. Hier is
steeds sprake van de gezamenlijke (en dan volgt de benaming) te Fijnaart en
Heijningen,
Dit is mijns inziens niet juist en zal grote problemen opleveren.
Eerstens is op bladzijde 9 van het Rapport Heijningen buiten het bestek gelaten
omreden dit zijn accommodatie vindt in het Pestalozzihuis.
Een opmerking die volkomen terecht is. Wat voor belang zullen bijvoorbeeld
de bejaarden van Heijningen erbij hebben in het algemeen bestuur van de voor-
gestclde stichting vertegenwoordigd te zijn, daar zij slechts in enkele zeld
zame bijzondere gevallen van het nieuwe centrum gebruik zullen maken.
Bovendien is het helemaal niet uitgesloten dat de voorgestelde gezamenlijke
benoemingen tot verschillende moeilijkheden zullen leiden. Het ware beter de
punten e tot en met i van artikel 3 te vervangen door slechts óên punt en wel
als volgt:
1 lid, van elke instelling, vereniging en stichting welke regelmatig van
het centrum gebruik maakt".
Indien nodig met een precisering van wat ander regelmatig gebruik wordt ver
staan.
Hiermede worden de moeilijkheden, die ik in gezamenlijke benoemingen voorzie,
voorkomen.
Het magische getal 15 onder lid 2 is helemaal niet belangrijk, zelfs even of
oneven niet, omdat in artikel 12 lid 2 de fout wordt gemaakt, dat bij staking
van stemmen over zaken de voorzitter beslist, in plaats van dat een voorstel
dan wordt geacht te zijn verworpen.
Het verdient ook aanbeveling artikel 10 lid 3 laatste alinea de toevoeging
te doen dat de uitnodiging voor de vergadering schriftelijk ter kennis van
de leden wordt gebracht. De huidige redactie wekt de indruk dat een adver
tentie ook voldoende zou zijn.