4 -
van Antwerpen tot Rotterdam en van het midden van deze twee steden uit
naar het Zeeuwse toe, naar het Sloe-gcbied. Er zijn enorme ontwikkelingen
aan de gang. Dat mensen zich door deze enorme ontwikkelingen laten over-
spoelen, dat is een bekend feit, dat is geschied, maar daaruit mogen wij
natuurlijk niet de hoogste wijsheid putten, dat we ons nu ook maar in de
toekomst verder moeten laten overspoelen. Ik geloof dus, dat hetgeen wat
U gezegd hebt er nog des te sterker op wijst, dat we juist orndat we leven
in zo'n enorm krachtenveld, in zo'n enorme expansie op ontwikkelingsgebied -
dat zal alleen nog wel erger worden, dat ben ik allemaal met U eens - dat
juist in zo'n gebied de taak daar is om regelend en plannend op te treden.
Of dat door middel van dit streekplan op de beste manier gebeurt dat is
een andere vraag. Ik heb zelf in Uw midden gezegd, in mijn namens de wethou
ders mede uitgesproken Nieuwjaarsrede, dat wij van mening zijn, dat er van
rijkswege een nieuw Deltaplan moet komen voor de industrie, omdat deze din
gen zich niet op Brabantsche schaal laten uitmaken, en ook niet up Zeeuwse
schaal en zelfs niet op Rotterdamse schaal, omdat uiteindelijk de bestemming
van het gehele Deltagebied naar onze mening en naar de mening van burgemees
ter en wethouders, de zaak is voor de Staat der Nederlanden in hoogste in
stantie. Dat is de basis-kritiek van burgemeester en wethouders op dit streek
plan zelf. Maar laten we nu afdalen naar onze eigen kleinere streek, We heb
ben - en ik kan tegelijk een stukje antwoord geven aan de heer van Dis - ons
niet vermeten, zelfs niet om over het streekplan als zodanig belangrijke din
gen te zeggen, we hebben alleen datgene te zeggen wat ons het meest nastaat,
namelijk het oordeel over dat kleine streekje waar wij zelf in wonen. En dan
schakel ik helemaal in met wat de heer van Dueren den Hollander heeft ge
zegd en dan zeggen wij, dat is ook de portee van deze brief, dat is de strek
king van dit schrijven, dat we inderdaad wederom teleurgesteld zijn zoals Uw
raad dat was op 19 juli 1967, toen U een zeer uitvoerig bezwaarschrift vast
stelde, een formeel bezwaarschrift tegen het streekplan "De West—Brabantse
Riviermonden". Er is inmiddels wat veranderd, we hebben inmiddels succes
gehad. Het is nogmaals met de heer van Dueren den Hollander meesprekend te
leurstellend, dat ondanks al deze veranderingen, ook in de positie van sommige
andere kernen, de kern Fijnaart weer precies zo uit de bus komt. En dat maakt
wel eens moedeloos. Men geeft gelegenheid tot inspraak, men geeft gelegenheid
tot commentaar, formeel of niet formeel, en wij nemen die handschoen op en we
hebben dat zeer conscentieus en nauwgezet gedaan en het resultaat is dan -
en dan komen we weer bij de heer Bos terecht - dat onze kern nog precies zo
in dit tweede streekplan ligt als het in het eerste streekplan lag. Dat stelt
ons teleur, maar ik zou het heel vreemd vinden, mijnheer Bos, als wij na dit
zeer omvangrijke bezwaarschrift, waar we geen afstand van doen, want het is
genoemd in dit schrijven, als we nu helemaal niets verder erover schreven.
Verder is het bezwaarschrift wel milder. Misschien ook milder omdat je als
gemeente je eigen positie ook moet kunnen relativeren en niet helemaal abso
luut moet stellen. Wat betreft de laatste zin. Wij hebben deze zin erbij ge
voegd, omdat we - dachten wij - met Uw raad van mening waren dat bij herinde
ling van deze gemeente via dit streepje in dit deel van de Noordbrabantse
westhoek het gehele bestuur, de bestuurskracht en ook de planologische plan
ning, juist de planologische planning, ten goede zouden komen bij grotere
eenheden. Daarom hebben we deze zin, als nieuwe beleidslijn, als onderstre
ping wat eerder door Uw raad is uitgesproken, erbij gevoegd. Ik geloof niet,
dat we onze positie daardoor verzwakken, ik geloofdat we onze positie er
door versterken, want mijnheer Bos, straks in de nieuwe gemeente zal weer
niet het streekplan in de eerste plaats uitmaken hoe het zal gebeuren in
deze grotere gemeente, maar dat zal de nieuwe toekomstige raad van de grote
re gemeente doen.
- 5 -
Mijnheer van der Werf, ik heb met dit laatste antwoord U hoop ik ook beant
woord.
Mijnheer van Dueren den Hollander, U had liever dit boekdeel zelf gehad. Wij
hadden U dit graag gegeven, maar wij hadden het niet; we hebben het exem
plaar dat we hadden doorgezonden, in de hoop dat U toch op tijd de gelegen
heid vond om het te bestuderen. Ik heb voldoende gezegd hoe wij achter Uw
mening staan. Wij zijn ook teleurgesteld, fear ook tegen U zou ik willen zeg
gen: wij moeten wel degelijk plannen. Wij mogen juist niet toegeven aan de
wensen van grate bedrijven. U hebt hiermee namelijk mede vastgesteld als het
zo doorgaat, dat het Moerdijkterrein zich niet uitbreidt naar de westelijke
zijde. U weet allemaal dat er schetsen zijn geweest waar ze wél uitbreiden
naar de westelijke zijde, van Klundert langs het Hollandsch Diep tot aan de
poort van Willemstad en deels over ons grondgebied. Daar hebben alle ge
meenten zich tegen geweerd.
U hebt ook nog iets gezegd over gezamenlijk doen. Ik kan U tot mijn vreugde
zeggen dat het overleg in het Overlegorgaan van de Dintelmond—gemeenten,
dat gisteren plaats had, ertoe heeft geleid dat punt 2 uit ons bezwaarschrift
geheel wordt overgenomen door het Overlegorgaan, dus ook door de gemeente
Dinteloord en Prinsenland en ook door de gemeente Willemstad. En dat zelfde
is het geval met het punt: de verbinding samenkomst Maasroute-Zoomweg, dat
gaat over de verbinding naar het industrieterrein Dintelmond. Die wordt ook
overgenomen door het Overlegorgaan, Wij van onze kant ondersteunen het voor
stel van Dinteloord aangaande de randweg om Dinteloord heen, zoals die nog
stond aangegeven op het vorige streekplan "De West-Brabantse Riviermonden",
om die weg in dit streekplan gerealiseerd te krijgen.
We hebben U destijds gezegd dat we van tijd tot tijd verslag zouden uitbrengen.
Dit is dus weer een stukje verslag, het is niet gemakkelijk dat overleg, maar
het heeft af en toe toch resultaten.
Mijnheer van Dis, U roert iets aan, ik ben het wel weer eens zult U kunnen
begrijpen - met wat de heer van Dueren den Hollander U als antwoord hebt
gegeven. Ik vind het heel eerlijk wat U zegt. Het is inderdaad heel moeilijk
om als leek op te treden tegen dit werk dat door deskundigen gedaan is.
Maar U weet juist even goed als ik, dat de grote plaag van de tijd eigenlijk
is dat wij ons als leek alles laten zeggen door deskundigen, door vakmensen.
En als wij de democratie, als wij dat door een inspraak niet tot een loze kreet
willen maken want dat wordt het heel vaak dan zullen wij juist ons best
moeten doen óm als leek met een gezond verstand autonoom in eigen gemeente
onze mening over dit streekplan te berde te brengen. En dan ben ik het met
de heer van Dueren den Hollander eens, ik geloof dat je nu juist over je
eigen streek nog een stukje inbreng kunt geven, die in Den Bosch eenvoudig
nog niet bekend is. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat men in Den Bosch
tot deze positie van Fijnaart zou zijn gekomen als men daar werkelijk wist hoe
de verhoudingen in deze streek lagen. Ik hoop dus inderdaad dat U hier on
danks alle moeilijkheden, ondanks achterstand die U als leek hebt op deskun
digen, toch Uw beste krachten zult geven om opmerkingen te maken.
Wie van U mag ik in tweede instantie het woord geven?
De heer van Dueren den Hollander; Voorzitter, in de eerste plaats de infor
matie van het Overlegorgaan Dintelmond. U zegt dat de andere gemeenten van
dit Overlegorgaan punt 2 steunen en dat ze ook steunen de uitweg die we dan
hebben, dus de verbinding die we dan krijgen naar de Maasroute en de Zoomweg.
Dat vind ik op zichzelf - en U vindt het misschien helemaal niet leuk, dat
ik dat^ zeg helemaal geen winstpunt. Ik vind het geen winstpunt, want wan
neer wij, gegroepeerd rondom die delta, men noemt dit hier tegenwoordig alle
maal delta, zoals men West-Brabant tegenwoordig een grens geeft tot aan
Tilburg, besprekingen hebben en dan een industriekern steunen, vooral steunen,
omdat de opvang van de bevolking gegroepeerd wordt aan een bepaalde kant,
waarachtig dan kan men dit nog wel steunen, want dan steunt men zichzelf.