GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
HANDELINGEN VAN DE OPENBARE RAADSVERGADERING VAN DINSDAG, 3 JUNI 1969.
Opening,
De voorzitter: Ik open deze vergadering en verzoek U een ogenblik stilte in
acht te nemen.
Notulen van de raadsvergadering van 29 april 1969.
Pe mad besluit de ontwerp-notulen ongewijzigd vast te stellen.
Ingekomen stukken en mededelingen.
De__raad__besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Oude
Appelaar en Eerste Kruisweg.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot vaststelling Se wijziging van de Bouwverordening.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot indiening opmerkingen over streekplan West-Brabant bii Gedeou-
teerde Gtaten.
De voorzitter: Ik wil hier nog iets over zeggen. In ons voorstel staat dat de
procedure hier een informele is, dat de inspraak een informele is. Dat is
wel waar en toch ook weer niet, omdat het hier betreft toch eigenlijk wel
formeel voorgeschreven vooroverleg waarvan sprake is in artikel 4, lid 2, in
de Wet Ruimtelijke Ordening. Gedeputeerde Staten móeten namelijk voordat zij het
plan ter visie leggen - wat hierna zal gebeuren en gedurende die tijd heeft U
dan als particulier en als Raad gelegenheid om Uw bezwaren in te dienen -
gelegenheid geven tot vooroverleg. In dat stadium verkeert U nu. Men heeft
onsde tijd gegeven tot juni, we zijn dus iets te laat, maar we hebben een
kleine brief van tevoren aan Gedeputeerde Staten gezonden, dat we iets te
laat zouden zijn, en onze bezwaren zullen dus nog worden ontvangen.
Wie van U mag ik over dit punt het woord verlenen?
De heer Bos: Mijnheer de voorzitter, de noodzakelijkheid van het door U voor
gesteld schrijven aan Gedeputeerde Staten meen ik ernstig te moeten betwijfe
len. Het streekplan op zich zegt mij geen zier. Het is alleen maar een bewijs
van de verdwaasde avergeorganiseerdheid waaraan wij in Nederland nu eenmaal
mank gaan en waarvan we ook eens de dupe zullen worden.