- 9 -
Artikel 33
1. De regeling kan te allen tijde worden opgeheven bij eensluidend besluit
van de raden van de deelnemende gemeenten tegen een in dat besluit te
bepalen tijdstip.
2. Uittreding van één of meer deelnemende gemeenten is te allen tijde moge
lijk per 1 januari, met een opzegtermijn van een jaar.
3. Op een uitgetreden gemeente blijft van toepassing het bepaalde in de
artikelen 21, 22 en 25.
Artikel 34
1. In geval van opheffing van deze regeling geschiedt de liquidatie door
het algemeen bestuur, tenzij dit liquidateuren aanwijst.
2. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur vastgesteld uiterlijk
6 maanden vóór het tijdstip, waarop de regeling ophoudt te bestaan en is
onderworpen aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
3. Het liquidatieplan voorziet onder meer in de financiële gevolgen, welke
de opheffing voor de spaarders en het personeel meebrengt.
4. Zo nodig blijft het algemeen bestuur ook na het tijdstip van de opheffing
voortbestaan ten behoeve van de liquidatie.
IX. Slotbepalingen
Artikel 35
1. De publikatie van deze regeling in de Nederlandse Staatscourant geschiedt
door burgemeester en wethouders van de centrumgemeente op kosten van
het fonds.
2. Bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant van:
a. besluiten tot wijziging van deze regeling;
b. toetreding tot en uittreding uit het fonds van gemeenten, en
c. besluiten tot opheffing van deze regeling geschieden door het dagelijks
bestuur op kosten van het fonds,
3. Deze regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke regeling
Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (H.N.G.)".
4. Zij treedt in werking op de dag, volgende op die van publicatie in de
Nederlandse Staatscourant.
5. Totdat een voorzitter is gekozen op grond van het bepaalde in artikel
6, lid 1, treedt op als voorzitter de voorzitter van het Bouwfonds
Zuid-Nederland N.V..
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 juni 1969,
de secretaris, de voorzitter,
wnd.