- 2 -
II. Organen van het fonds
Algemeen bestuur
Artikel 4
1. Het algemeen beheer van het fonds is opgedragen aan een algemeen bestuur.
2. Burgemeester en wethouders van iedere deelnemende gemeente benoemen uit
hun midden een lid en een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur.
Hij, die geen deel meer uitmaakt van het college, hetwelk hem heeft
benoemd, houdt op lid c.q. plaatsvervangend lid te zijn.
Artikel 5
1. De leden van het algemeen bestuur en hun plaatsvervangers mogen niet als
advocaat en procureur werkzaam zijn in rechtsgedingen, waarin het fonds
betrokken is.
2. Zij mogen noch middellijk, noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen of
aannemingen ten behoeve van het fonds, noch aan het kopen van betwiste
vorderingen ten laste van het fonds.
3. Hij, die in strijd handelt met het in de leden 1 en 2 van dit artikel be
paalde, houdt op lid of plaatsvervangend lid te zijn van het algemeen
bestuur.
4. Ten aanzien van de leden van het algemeen bestuur en hun plaatsvervangers
vindt artikel 52 van de gemeentewet overeenkomstige toepassing.
Dagelijks bestuur
Artikel 6
1, Door en uit het midden van het algemeen bestuur wordt een dagelijks be
stuur samengesteld, bestaande uit een voorzitter en tenminste 4, doch ten
hoogste 8 leden.
2, De plaatsvervangend voorzitter wordt door het dagelijks bestuur uit zijn
midden aangewezen. Hij wordt vervangen door het oudste lid in zittings
jaren, of, indien er meer leden zijn met een gelijk aantal zittingsjaren,
het oudste lid daarvan in leeftijd.
3, De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter zijn tevens voorzitter en
plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur.
4, Alle leden van het dagelijks bestuur treden af in de eerstvolgende ver
gadering van het algemeen bestuur, welke zal worden gehouden na de dag
van aftreding, bedoeld in artikel 87, lid 2, van de gemeentewet, doch
vóór 1 november daarop volgend.
5, Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt door:
a. beëindiging van het lidmaatschap van het algemeen bestuur;
b. periodieke aftreding in de vergadering, bedoeld in het vierde lid van
dit artikel, waarbij het onder "a" bepaalde niet van toepassing is.
6, Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van deze regeling,
voor zover deze niet aan anderen is opgedragen, en met de voorbereiding
en uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur.
Ambtelijk apparaat
Artikel 7
1. Met de dagelijkse leiding is, onder toezicht van het dagelijks bestuur,
een directeur belast. Hij wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het
algemeen bestuur. De benoeming geschiedt uit een door het dagelijks
bestuur op te maken voordracht van twee personen.