f
- 5 -
q. wegens woningnood of
b. omdat ook naar hot oordeel van burgemeester en wethouders in het woon
gebied geen passend pension beschikbaar is, of
c. wegens andere naar het oordeel van burgemeester en wethouders van over
eenkomstig gewicht aangemerkte gronden
niet terstond na de indiensttreding woonruimte kan vinden, kunnen burge
meester en wethouders gedurende ten hoogste de termijn, bedoeld in artikel
4, een tegemoetkoming in de reiskosten van en naar zijn woonplaats verle
nen.
2. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het dienstbelang
het niet of niet langer gedoogt dat de belanghebbende heen en weer reist,
kan hij, indien hij gehuwd is, voor zover de dienst zulks toelaat eenmaal
per week zijn gezinsleden bezoeken, in welk geval hem de reiskosten naar de
woonplaats van die gezinsleden en terug worden vergoed zolang de termijn,
bedoeld in artikel 4, nog niet verstreken is. Het bepaalde in dit lid is
van overeenkomstige toepassing op de ongehuwde belanghebbende die kostwin
ner is van het gezin waartoe hij behoort, zulks onverminderd het bepaalde
in lid 3.
3. Aan een ongehuwde belanghebbende die niet kan inwonen bij het gezin waartoe
hij behoort, omdat het dienstbelang het heen en woer reizen niet of niet
langer gedoogt, kunnen burgemeester en wethouders vergoeding van reiskosten
naar en van de woonplaats van het gezin verlenen:
a. eenmaal per week, indien hij niet ouder is dan 17 jaar;
b. eenmaal per 14 dagen, indien hij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt,
maar niet ouder is dan 24 jaar.
4. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit artikel nadere
voorschriften vaststellen.
Artikel 9.
1. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het dienstbelang
het niet of niet langer gedoogt dat belanghebbende, bedoeld in artikel 8,
lid 1, heen en weer reist, kunnen burgemeester en wethouders gedurende
ten hoogste de termijn bedoeld in artikel 4 hem, indien hij gehuwd is of,
ongehuwd zijnde, kostwinner is van het gezin waartoe hij behoort, een tege
moetkoming in de pensionkosten in het woongebied verlenen, tenzij van ge
meentewege in voeding en huisvesting wordt voorzien. Deze tegemoetkoming
bedraagt ten hoogste 90/o van de door belanghebbende betaalde pensionkos
ten, voor zover deze niet uitgaan boven de door burgemeester en wethouders
redelijk geoordeelde pensionprijzen.
2. Aan een ongehuwde belanghebbende die in het woongebied een pension heeft
betrokken, kunnen burgemeester en wethouders in zeer bijzondere gevallen
een tegemoetkoming in de pensionkosten verlenen. Deze tegemoetkoming be
draagt ten hoogste 9CP/Ó van de door belanghebbende betaalde pensionkosten,
voor zover deze niet uitgaan boven de door burgemeester en wethouders re
delijk geoordeelde pensionprijzen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit artikel nadere
voorschriften vaststellen.