- 2 - f. verhuiskostenvergoeding: tegemoetkoming in de kosten van een verplaatsing, dan wel van een verhuizing voortvloeiende uit indiensttreding of ontslag; g. dienstwoning: de van gemeentewege aan belanghebbende in verband met de uitoefening van zijn functie aangewezen woning; h. woongebied: het gebied waarin belanghebbende ingevolge artikel F 18 van het Algemeen Ambtenarenreglement verplicht is te wonen. Artikel 2. 1. Aon een belanghebbende die is verplaatst wordt met inachtneming van de artikelen 5 en 6 door burgemeester en wethouders een verhuiskostenvergoe ding verleend. 2. Voor de toepassing van lid 1 wordt met verplaatsing gelijkgesteld: a. het in opdracht van burgemeester en wethouders verlaten van een dienst woning bij ontslag, tenzij dit ontslag is verleend op eigen verzoek - geen verband houdende met pensionering dan wel als gevolg van aan be langhebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders te wijten feiten of omstandigheden; b. het verlaten van een dienstwoning door de nagelaten gezinsleden in verband met het overlijden van belanghebbende. 3. Bij toepassing van lid 2 wordt een vergoeding in de verhuiskosten, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a, b, d en e, verleend, met dien verstande dat deze vergoeding niet meer bedraagt dan die waarop aanspraak zou bestaan bij verhuizing binnen het woongebied. Artikel 3. 1Aan de belanghebbende die in dienst van de gemeente is getreden en als gevolg daarvan noodzakelijk moest verhuizen, kan met inachtneming van de artikelen 5 en 6 een verhuiskostenvergoeding door burgemeester en wethou ders worden verleend. 2. Indien de in lid 1 bedoelde belanghebbende in verband met zijn indienst treding een woning buiten het woongebied heeft betrokken, kan de verhuis kostenvergoeding slechts worden verleend, indien op grond van artikel F 10, lid 4, van het Algemeen Ambtenarenreglement ontheffing is verleend. 3. Bij verhuizing als gevolg van een indiensttreding, als bedoeld in lid 1, kan slechts een verhuiskostenvergoeding worden verleend, indien dc belang hebbende schriftelijk heeft verklaard, dat hij de ontvangen vergoeding zal terugbetalen ingeval hij op verzoek of ton gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen, tenzij dit ontslag ingaat twee jaren of langer na de indiensttreding en een jaar of langer na de verhuizing, □vergang zonder onderbreking naar een andere tak van dienst van dezelfde gemeente of naar een van haar bedrijven of instellingen wordt niet als ont slag op verzoek beschouwd. Artikel 4. Geen verhuiskostenvergoeding ingevolge artikel 2 en artikel 3, lid 1, wordt verleend indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen een bij alge meen verbindend voorschrift door burgemeester en wethouders vastgestelde ter mijn na het ontstaan van de verplichting tot verhuizing.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1969 | | pagina 178