- 4 - dat wij in de gemeente een stukje grond konden vinden - misschien hebben we het wel, ik weet het niet - zodat een ander er geen last van had en waar we die men sen toch nog een bepaald comfort zouden kunnen geven» Dan rnag dat, wat mij be treft, gerust een kilometer of drie, vier uit het dorp zijn, als er maar een mo gelijkheid is om ze in enige mate dat comfort te geven van water en licht. Ik vind het nu nog een stuk ergenis meer, daar langs die dijk en daar moet U niet te gering over denken. Bovendijks afrasteren, dat kan men aan twee kanten, want het"loopt op een punt uit. Het zou veel beter zijn als we het ook aan de kant van het wegdek deden, maar dan kunnen er nog geen eens vier op misschien. Wij zijn als notabelen, die de gemeente besturen, nu bezig de moeilijkheden te verplaatsen en ze niet op te lossen, dacht ik. Misschien komt het nog als al die vragen duidelijk worden beantwoord. De voorzitter; Mag ik nog iemand in eerste instantie het woord verlenen? Neen: Mijnheer van der Werf, een ideaal voorstel is het niet. We hebben maanden, ja zelfs jaren gezocht naar een plaats. Ik heb me tot het laatste moment, voordar ik me bij de overige leden van burgemeester en wethouders schaarde, verzet tegen de verplaatsing van het woonwagenkamp. Nu sta ik er volledig achter, omdat 1 ook van mening ben dat we hier letterlijk en figuurlijk aan een verplaatsing be zig waren, namelijk van de wagens en van het probleem. Het is evenwel de innige geuite wens geweest van de omwonenden om de standplaats te verplaa - sen, omdat die daar er nu al 3 jaar last van hebben gehad. Het is ook met name de wens geweest van het bestuur van de voetbalclub "Kaaische Boys'' om dit te doen, omdat er eenvoudig minder publiek kwam, daar ze de auto's niet goed kwijt konden. Ze moesten op zondag tijdens de wedstrijd de auto's op de openbare weg neerzetten en op allerlei andere plaatsen, waar dat gevaarlijk was. Ook verschi lende van U hebben gevraagd om een oplossing te zoeken voor dit probleem. We waren blij toen - na verschillende andere oplossingen getoetst te hebben - de directeur van gemeentewerken met dit voorstel kwam om het op de oorspronkelijke en wellicht oudste standplaats te doen plaats vinden, de plaats die nu in dit voorstel staat vermeld. Daarom hebben we gemeend dat te moeten doen. Maar me alleen daarom en daarop kom ik ook nog terug. De openbare rijweg zal moeten worden ontzien. Er zullen hoe dan ook maatregelen moeten worden genomen om die wagens van die weg af te houden, net zoals we dat overigens met heel veel moei te gedaan hebben op de plaats die nu nog formeel standplaats is. U weet het, dat U een standplaats moet aanwijzen, zolang er geen regionaal kamp is. Hoe we een afrastering moeten plaatsen, dat kan ik op dit moment nog niet zo bekij en. Alleen wil ik U wal zeggen dat we naar Uw opmerkingen luisteren en dat we goed zullen bezien héo we dat moeten afrasteren. U hebt ook gevraagd of de gemeente aansprakelijk is voor de schade aan de aardbeien. Ook deze zaken zijn eerder Uw raad behandeld. Strikt juridisch is het zo, dat de gemeente niet aansprakelijk is voor aldus ontstane schade, omdat die schade is toegebracht door anderen, privaatrechtelijke personen, die direct zelf voor deze schade aansprakelijk zlJn» Anderzijds weet U ook dat de gemeente meermalen heeft beslaten om dergelijke sc acc te vergoeden, hoewel er dus geen onmiddellijke aansprakelijkheid bestaat. Men kan namelijk moeilijk van een onrechtmatige overheidsdaad spreken als een kamp wordt ingericht waartoe U volgens de wet verplicht bent. Dus ik geloof wel dat ik hier mag zeggen: Er is van een formele aansprakelijkheid dus geen sprake en die zal er ook niet zijn. Ik denk wel dat Uw raad een schadeclaim in welwillende overwe ging zal moeten nemen, al was het alleen maar uit rechtvaardigheid om zodoende - 5 - iets goed te maken van de betrekkelijke overlast die zeker de standplaats van woonwagens aldaar met zich zal meebrengen.Ik hoop,dat dat een duidelijk antwoord is. Mijnheer van Dis, ik heb natuurlijk Uw vragen al aangeroerd. Het lost de pro blemen niet ten volle op, dat ben ik volledig met U eens en dat zijn we alle maal met U eens. Het gaat er alleen om: wat kiest U. Doorgaan op de oude plaats met de al geschetste problemen, die soms tot geweldadigheden aanlei ding hebben gegeven, toen er 16 tot 18 wagens stonden in het hoog seizoen, of deze nieuwe plaats aanwijzen - en dan kom ik ook op de vraag van de heer van Dueren den Hollander - waar we vijf wagens kunnen plaatsen. De wet noemt geen aantal en dat zullen er ook niet meer dan vijf kunnen worden. Dit is op zichzelf natuurlijk al een winstpunt, want Fijnaart had een goede naam bij de woonwagenbewoners sn daarom kwamen er nogal wat. Men zal nu dus weten dat er maar vijf wagens kunnen staan. Vie het eerst komt, wie het eerst maalt. Want dan gaat de deur dicht en dan komt er niemand meer bij. We hebben voldaan aan onze plicht om een standplaats aan te wijzen en daar zal het dan bij blijven. Het aanzien van het dorp, ik ben het met U eens, dat gaat er niet op vooruit. Wat je aan de ene kant goed maakt, bederf je - zij het op mindere schaal, dat wil ik toch wel uitdrukkelijk zeggen - aan de andere kant. De overlast wordt ook weer door het aantal, mijnheer van Dis, iets geringer, maar de overlast zal natuurlijk blijven, niet alleen door het kleiner aantal, maar ock door de plaats, omdat ze nu eenmaal minder tussen de huizen staan dan het geval was aan het einde van de Valenciennesstraat U hebt gezegd kan die bestrating dan niet een jaar worden uitgesteld. U hebt kunnen constateren, dat gemeentewerken met die bestrating inderdaad begonnen is en dat dat hele zaakje bijna klaar is. Bovendien en dat heeft niemand van U nog genoemd, hebben wij grond verkocht aan Intergas N.V. Een van de voorwaarden tot verkoop was dat de gemeente het voorliggende terrein van een bestrating zou voorzien opdat men het gasstation goed zou kunnen bereiken. Intergas N.V. is er toen mee accoord gegaan dat er nog enige wagens bleven staan, maar toen konden wij niet voorzien dat het mat het regionale kamp zo lang zou duren. Of het verkeer, mijnheer van Dis, op die plaats meer hinder zal ondervinden, dat betwijfel ik. Het was namelijk buitengewoon gevaarlijk als U van de Molenstraat hard naar beneden kwam gereden en men dan plotseling honden, vuilnis en oveio- stekende kinderen voor de auto had. Ik geloofdat deze plaats gunstiger is omdat men eon rechte weg heeft en men beter kan zien wat er zich op die weg af speelt. Maar ik ben het weer met U eens,hot is niet ideaal. Wat betreft andere percelen: het college heeft inderdaad aan plan Langeweg-Noord gedacht. Maar wij kunnen van een door Uw raad vastgesteld bestemmingsplan met als bestemming industrieterrein toch geen woonwagenkamp maken. Er is een gedeelte aan de heer Hennekam verkocht, dat woet U, en een stuk in optie gegeven aan de N.V. Madro uit Roosendaal. Vermoedelijk zullen in een volgende raadsvergadering U twee voorstellen bereiken om een gedeelte te verhuren en een gedeelte te ver kopen van respectievelijk 1.0GG en 1.500 m2 voor wederom kleine aardige be drijven. Maar er is nog een ander argument, We zijn in staat geweest om U een voorstel te doen dat mot de allerminste kosten iets van een oplossing biedt. Gaat U in de Langeweg beginnen, dan zult U tweemaal zoveel moeten uitgeven voor één jaar, mejuffrouw, mijne heren, om het probleem op te lossen. En dat van U bijzonder wankele begroting, waarbij U steeds andere mensen moet teleur stellen. Dit is werkelijk - U kunt het nog duur noemen - verreweg het goed koopste terrein. In plan Langeweg-Noord is helemaal niets, alleen maar klei. U zult een weg moeten aanleggen; U zult er water en licht moeten aanleggen en privaten moeten plaatsen. De standplaats zou honderd meter of verder van de openbare weg moeten komen te liggen. Als op grond van het bestemmingsplan bezwaren zouden worden gemaakt en dat geldt niet voor de bebouwde kom vreemd genoeg - zou U eenvoudig als- raad niet kunnen besluiten om op de gron den die de bestemming hebben van industrieterrein een kamp te vestigen. Hierdoor worden de onderhandelingen omtrent de verkopen die aan de orde zijn en de optie die nog loopt ernstig in gevaar gebracht. En het aanzien zou ook daar aanzienlijk worden geschaad. Het verkeer niet.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1969 | | pagina 142