f
I
- 2 -
Gok de toenmalige eigenaar van het pand Oude Appelaarsedijk 2 wijlen
de heer P. van Steen, vader van J.J. van Steen, heeft verklaard aan te
willen sluiten, zij het ook dat baatbelasting verschuldigd zou zijn. Onze
opdracht aan de waterleiding maatschappij tot aansluiting van diverse pan
den betrof derhalve ook het pand Oude Appelaarsedijk 2. Nu is - tengevolge
van het feit dat aanvankelijk door de waterleiding maatschappij met het
Waterschap De Striene geen overeenstemming kon worden verkregen over het
tracé van de te leggen leiding - wel geruime tijd verlopen tussen de op
dracht en de uitvoering daarvan. Dit doet echter niet terzake, hoewel J.J.
van Steen heus wel op de hoogte zal zijn geweest van een en ander.
Vragen van belang voor de rechtmatigheid van de aanslag zijn alleen:
is het pand aansluitbaar geworden door de uitvoering van de werken; wie is
volgens de leggers van het kadaster op 1 januari 1968 eigenaar en stemt
het bedrag van de aanslag overeen met hetgeen ingevolge de betreffende
verordening moet worden verhaald.
Op de eerste en laatste vraag moet met "ja" worden geantwoord. Door de
medewerking der gemeente is het pand Oude Appelaarsedijk 2 aansluitbaar ge
worden aan het leidingnet van de drinkwaterleiding en het bedrag van de op
gelegde belasting is precies datgene dat in de verordening als te verhalen
staat vermeld.
Wat de tweede vraag betreft: volgens de leggers van het kadaster was
J.J, van Steen op 1 januari 1968 eigenaar.
De aanslag baatbelasting is derhalve terecht en juist opgelegd en de
bezwaren zijn ongegrond. Van intrekking of verlaging van de aanslag kan
dientengevolge geen sprake zijn.
Wij stellen U voor te besluiten de door J.J. van Steen ingebrachte
bezwaren ongegrond te verklaren. Het te dezer zake te nemen besluit ligt
in ontwerp - in de raadsportefeuille.
Burgemeester en wethouders van Fijnaart en Heijningen,
de secretaris, de burgemeester,
wnd.