GEMEENTE FIJNAART EN HEIJN1NGEN
HANDELINGEN VAN DE OPENBARE RAADSVERGADERING VAN DONDERDAG, 27 MAART 1969.
1. Openin_g._
De voorzitter: Ik open deze vergadering en verzoek U een ogenblik stilte in
acht te nemen.
2. Notulen van de raadsvergadering van 27 februari 1969.
De raad besluit de ontwerp-notulen ongewijzigd vast te stellen.
3. Ingekomen stukken en mededelingen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
4. Voorstel tot vaststelling van de 7e wijziging van de Bezoldigingsverordening
19G5.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
5. Nota inzake rioolbelasting en rioolrechten.
De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, toen ik de eerste drie bladzijden
van de nota gelezen had, zag ik een leraar in het belastingwezen voor de klas
staan. Maar toen ik de laatste bladzijde onder ogen kreeg veranderde dat beeld
in een ambtenaar die bang is meer werk te krijgen ofwel deze gedachte van meer
werk demonstreerde, wat volgens mij een niet gerechtvaardigde angst is.
Het geheel is een veelheid van onderwerpen en woorden, welke misschien aan
leiding kunnen zijn om de vraag waarover het gaat over het hoofd te zien en
niet centraal te willen stellen.
Noch de bedoeling en de duidelijkheid van artikel 275 en 280 worden met mijn
voorstel in het geding gebracht. Ook de gehele omschrijving van de wel zeer
eigenaardige en in de praktijk niet geheel bevredigende straatbelasting is
volgens mijn mening als overbodige ballast in deze nota te beschouwen. Het
gaat ook niet over de vraag of de gemeente met haar dienstverlening,in deze
de afvoer van door de bewoners verontreinigd water, winst of verlies moet
maken.
Ook deze vraag heb ik buiten beschouwing gelaten, In het geding zijn alleen
de volgende twee punten:
a. Is het ontvangen en afvoeren door de gemeente van verontreinigd water,
zoals in de nota genoemd is, een dienstverlening aan de bewoners der pan
den, welke op de riolering zijn aangesloten?
