- a - p 3, Het in de beide vorige leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de gewezen ambtenaar in de zin van de Spaarverordening 1964 die gebruik maakte van de hem in artikel 4 van die verordening verleende bevoegd heid, maar niet ingevolge het bepaalde in artikel 21, lid 2, kan deelnemen aan de in deze verordening vervatte regeling. Artikel 23. 1. Hij die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening van zijn bij zondere spaarrekening in de zin van de Spaarverordening 1964 opgenomen gel den heeft aangewend voor de aankoop van effecten, maar te dier zake nog geen aanspraak op spaarpremie had, uitsluitend omdat bedoelde aankoop nog niet als besteding kon worden aangemerkt wegens het niet vervuld zijn van de termijn van vier jaar, genoemd in artikel 2 van de Spaarverordening 1964,zoals die verordening laatstelijk luidde, heeft te dier zake aanspraak op een spaarpre*- mie, indien ten minste een jaar van evenbedoelde termijn is vervuld. 2. De spaarpremie bedraagt zoveel vierden van de spaarpremie waarop de betrokke ne ingevolge de Spaarverordening 1964 aanspraak zou hebben gehad indien die verordening niet was ingetrokken en op de datum van inwerkingtreding van deze verordening de in het vorige lid genoemde termijn van vier jaar was vervuld, als op evenbedoelde datum jaren van die termijn zijn verstreken. Artikel 24. De ambtenaar in de zin van de Spaarverordening 1964 die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening periodieke betalingen heeft verricht in de zin van de Spaarverordening 1964, zoals die regeling laatstelijk luidde, heeft te dier zake aanspraak op de spaarpremie waarop hij aanspraak zou heb ben gehad ingevolge de Spaarverordening 1964, indien die verordening niet was ingetrokken en hij op evenbedoelde datum was ontslagen. HOOFDSTUK V. SLOTBEPALINGEN. Artikel 26. Indien een verzoek om toekenning van spaarpremie geheel of ten dele wordt afgewezen, geven burgemeester en wethouders daarvan aan de belanghebbende, gewezen belanghebbende of rechtverkrijgenden van een overleden belanghebbende schriftelijk en met redenen omkleed kennis. Artikel 26. De Spaarverordening 1964 wordt ingetrokken, Artikel 27. Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Spaarverordening 1969 van de gemeente Fijnaart en Heijningen"treedt in werking met ingang van 1 januari 1969. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 1969. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1969 | | pagina 116