- a - Mijnheer van der Werf, ik heb het al gezegd, het is werkelijk - zoals dat heet - een nette industrie. We hebben van Mannesmann geen enkele last, wat geluid, rook of wat dan ook betreft, behalve het normale afvalwater. Dat is met deze firma precies hetzelfde. Het is een bedrijf, dat niemand in de weg zal zitten, dat geschikt is voor ons terrein en waar de inwoners geen hinder van zullen ondei>- vinden. Mag ik nog iemand het woord verlenen? De heer van Dueren den Hollander: Voorzitter, ik heb toch het idee, dat het in wezen meer een opslagplaats wordt dan een industrie met een arbeidsbezetting. Ik wil daar niet mee zeggen dat wij daardoor misschien minder gelukkig moeten zijn. Ik weet het niet. Wij zetten met die eerste aanzet een stempel op dat terrein, dat is nu eenmaal niet anders. Wij zijn door het lange wachten misschien wel geneigd, als er wat komt, om het zonder meer te nemen. Dat moet natuurlijk nooit het uitgangspunt zijn. Dan nog maar wat onrendabele rente er bij. De rest moet ook nog weg. Nu kan men daar natuurlijk verschillend over denken, dat is gelukkig in dit land en daar zijn we ook democratisch voor. Ik vind het toch wel jammer, dat hier zo weinig mensen een rol gaan spelen, omdat de oppervlakte nogal groot is. De voorzitter: Mijnheer van Dueren den Hollander, ik vind het prima, dat U dit geluid laat horen, ik vind dat heel goed. Indien dit het eerste bedrijf was ge weest, dan zou U dit juichend hebben geaccepteerd. Nu bent U al zo gewend aan het succes, zal ik maar zeggen, dat U het heel normaal vindt om kritische ge luiden te laten horen over een verkoop van 1.8 miljoen gulden bijna 2 miljoen gulden - een bedrag dat ons 6 maanden geleden nog als een droom lesk, dat be doel ik. Wat U zegt, daar ben ik het voor een gedeelte nog mee eens ook. Ik vind het ook jammer, dat wij niet een bedrijf hebben aangetrokken met een bij zonder grote arbeids—intensiviteit. Dan wil ik U toch direct zeggen: "ik geloof, dat dat daar nooit komt". Als U die bedrijven wilt aantrekken, dan moet U industrialiseren zoals Qudenbosch, Etten—Leur, Roosendaal, 1s—Hertogenbosch en Breda dat doen. En dat zat er voor onze gemeente niet in. Daar zijn wij ook geen concurrente voor. Wij hebben één ding in onze gemeente, die die gemeenten, die ik zojuist noemde, nu juist niet hebben, dat is de Beneluxweg en diep vaarwater. Ddt was onze kans. En die kans hebben we aangegrepen en tot nu toe lukt dat vrij goed, zoals U zegt. Ik geloof alleen, dat het zoveel groter opgezette Moerdijkplan, tenslotte een kleinere bezetting per ha zal hebben dan de bezet ting die we hier zien. De mensen van Moerdijkplan zullen op hun beurt jaloers zijn op ons, dat wij nog zo'n redelijke bezetting per ha hebben. Want stel nu eens dat ër op deze 7 ha 100 mensen komen te werken en op het terrein van Mannesmann N.V.'ook 100, dan heeft U 200 man op 12 ha: dat is altijd nog 16 man per ha. Dat halen de bedrijven in de Botlek, de Maasvlakte, Vlissingen—Oost en Terneu— zen niet. Als U dan toch nog wat meer plaats wilt creëren, dan moet U er in de toekomst maar eens over denken om wat meer ha industrieterrein aan te leggen. De Spaarndammer Scheepswerf Stapel N.V. heeft in Spaarndam 120 mensen werken op een terrein van 3^ ha. Er zit hier geen enkele scheepswerf en zij zien iets in die plaats. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, ik ben met het laatste het meeste verheugd, namelijk met de scheepswerf, want daarvoor is het een unieke plaats en bij dergelijke grote sluizen geeft dit nog de grootete bedrijfszekerheid. De voorzitter: Dank U wel. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 9