De voorzitter: Maar dat mag geen "meldings"-post heten. De centrale "meldings"- post komt in Roosendaal en juist niet in de periferie van de streek. Maar als U de plaatselijke "hulpl,-post bedoelt, dan kan ik U daar straks wel iets over zeggen De heer van Dueren den Hollander; Voorzitter, ik wilde graag weten van wie deze gemeenschappelijke regeling primair is uitgegaan en waarom. Stel nu dat Fijnaart met enkele omliggende gemeenten als initiatiefnemers zouden zijn opgetreden, hadden wij dan gelijke kansen gehad? De voorzitter: Mijnheer Bos, misschien vindt U het niet erg, dat ik eerst deze twee overzichtelijke vragen beantwoord, waarna ik U dan graag het woord zal ge ven. De heer Bos: Ja, ja. De voorzitter: Mijnheer van der Werfhet advies van de plaatselijke artsen noemt inderdaad in de laatste zin enige restrictie voor hun eigen advies, in die zin, dat ze zeggen: "als de belangen van de huidige ondernemer maar goed gewaarborgd worden". Een uiterst sympathieke zin van de doktoren, die toch uitdrukking geeft hoezeer ze gesteld zijn en waren op de diensten van de ondernemer, die het thans verzorgt. Iets anders is dat zulks naar mijn mening in dit advies eigenlijk niet thuishoort hoe sympathiek het ook is - omdat de mening is gevraagd als ge meente—geneesheer. Het ligt op de weg van burgemeester en wethouders om dat laatste belang ook te beschermen. Er is zeer wel rekening gehouden met de be langen van de plaatselijke ondernemer. Burgemeester en wethouders hebben zich van meet af aan op het standpunt gesteld - ook al lang voor dit advies - dat er voor ons van deelname niet wel sprake zou kunnen zijn als niet tot een ac- coord werd gekomen met de plaatselijke ondernemer. En zoals U hebt gelezen, is dit accoord bereikt na flinke, lange onderhandelingen, zodat wij geloven dat de belangen naar redelijkheid zijn veilig gesteld. Dit houdt in dat de plaatselijke ondernemer niet meer zal kunnen blijven rijden na 1 januari 1969, indien dan tenminste de regeling ook metterdaad in werking treedt. Gm deze reden niet, omdat de ziekenfondsen zich nu eenmaal accoord hebben verklaard van tevoren al - met deze regeling. Zonder medewerking van de ziekenfondsen kunnen wij de ze regeling namelijk helemaal niet opzetten, omdat, zonls U in de begroting hebt kunnen zien, de meeste inkomsten juist worden verkregen uit het zieken— vervoer en dus indirect van de ziekenfondsen. Er is dus geen enkele ondernemer, die in staat is om door te gaan met het exploiteren van een ambulance-dienst, als hij de steun van de ziekenfondsen mist en die zal de ondernemer missen. Daarom heeft onze plaatselijke ondernemer zich gelukkig bereid getoond in te gaan op de onderhandelingen, die overigens niet door ons, maar door Roosendaal gevoerd zijn. De wagen blijft niet rijden. In de tweede plaats: de hulpposten. Er is geadverteerd in alle vakbladen van Rode Kruis en E.H.B.O. om vrijwilligers aan te trekken voor de hulpposten, waarvan er onder andere één in onze gemeente zou kunnen worden ingericht. Helaas is daar geen enkele melding op binnen gekomen. Ik heb Dr. Salden verzocht om die vrijwilligers ook op te roepen via de in onze streek verschijnende dag- en weekbladen en dat zal vermoedelijk de komen de tijd wel gebeuren. Mede van het enthousiasme van de eigen bevolking want hier kan geen sprake zijn van full-time gesalarieerde bezetting - zal het af hangen of inderdaad gekomen kan worden tot het inrichten van dergelijke hulp posten. In de derde plaats, mijnheer van der Werf, de wagen van de firma van Baaren in reserve houden, dat zal vermoedelijk niet gebeuren, omdat het reserveren van die wagen gebaseerd was op een vermeende staat van de huidige ambulance wagen. Men dacht namelijk aan een wagen van het bouwjaar 1967, terwijl het in wezen gaat om een veel oudere wagen, die voordien dienst deed als ambulance in het district Den Bosch en door de dienst daar is afgedankt. Men wenst geen wagen in reserve te houden die door een andere dienst als niet meer goed ter zijde is gesteld.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 98