- 11 - De voorzitter: We zullen het eens bekijken. Wat Uw tweede vraagt betreft, mijnheer Bos. We zijn bezig met dat voor te berei den. Het is vacantietijd en een kleine dienst is bijzonder overbelast in verband met de gunstige ontwikkeling op het industrieterrein. We zijn het niet vergeten en U krijgt in elk geval - ik hoop de volgende raadsvergadering - antwoord op deze vraag of een voorstel. De situatie bij het sportveld bevalt het college natuurlijk ook helemaal niet. Het zal U niet ontgaan zijn dat er vorige week geprobeerd is, door een herschikking van de wagens, verbetering te brengen in de verkeerssituatie. Uw raadsbesluit om het terrein te bestraten is goedgekeurd door gedeputeerde staten. Wij hadden een ge deelte van de daaruit voortvloeiende kosten willen bestrijden door het gebruik van vrijkomende materialen door reconstructie van de Voorstraat. Dat raadsbesluit, mejuffrouw, mijne heren, is niet goedgekeurd, omdat de financiële positie van de gemeente een dergelijke reconstructie op dit moment niet toelaat. Als de vacantietijd voorbij is zullen we naar Den Bosch gaan met een hele verlang lijst van werken die eenvoudig moeten gebeuren, onder andere verbetering Slobbe- garsedijk en reconstructie Voorstraat. Dan Uw laatste vraag, die erg hunoristisch gesteld is. Ik weet niet of hier van rouwbeklag sprake moet zijn. Ik weet alleen wel dat Uw college met het interge meentelijk overleg al begonnen was, lang voordat er sprake was van een eventuele gemeentelijke herindeling en, dat zelfs datgene wat nu bestaat, namelijk het overlegorgaan rond was voordat de plannen tot gemeentelijke herindeling bekend waren. U kunt twee kanten op; óf het gaat door en vrij snel, dan is dit inter gemeentelijk overleg nodig, óf het gaat niet door, dan is het nog veel meer nodig. In het kader van dat gezamenlijk overleg is een begroting ontworpen voor deze drie gemeenten tezamen. We hebben dus de drie begrotingen bij elkaar gevoegd en daar is nu een imaginaire begroting uit voortgekomen, die wij in de volgende vergade ring van het overlegorgaan zullen bespreken, We hopen dan t.z.t. iets meer te kunnen vertellen over de financiële consequenties van het samengaan. De heer Evers: Mijnheer de voorzitter, bestaat nu echt niet de mogelijkheid iets te doen aan het huidige woonwagenkamp? Is het nu echt niet mogelijk de entree van onze gemeente langs het sportterrein op een andere manier te verfraaien? Is er in onze gemeente geen andere plaats te vinden om deze mensen toch goed te herbergen? Vindt U het nog langer verantwoord deze zaak daar zo te laten \/oor wat hij is? Denkt U eens aan de verkeerssituatie: een afrit, een T-kruising en meestal een volle straat met mensen en auto's. Wat denkt U van de geur die er hangt, is dit bevordclijk voor onze volksgezond heid? Wat denkt U te doen als er bij een eventueel ongeval óón of meer slachtoffers vallen? Ten tweede, bij de behandeling van de begroting 1960 heb ik U gevraagd om de heffing van de rioolbelasting te herzien. Nu worden de personen aangeslagen, die eige naar zijn van de gebouwen. Zou het mogelijk zijn om ook de gebruikers in het ver volg aan te slaan? Ton derde, hoe staat het nu precies met de subsidie—aanvragen welke bij Uw col lege zijn ingediend door het bestuur van de IJsclub "De Striene" en de R.K. Jeugdraad voor de stichting van een -jeugdgebouw? Ten vierde, is er naar de nieuw benoemde burgemeester van Willemstad een fe licitatie uitgegaan van onze gemeente? De voorzitter: Mijnheer Evers, het woonwagenkamp is inderdaad een groot pro bleem. In verband met de verkeerssituatie - ik heb dit mijnheer Bos al gezegd - hebben wij maatregelen genomen, Indien de wagens werkelijk blijven staan op het daarvoor aangewezen terrein is het verkeersgevaar niet groot, omdat ze dan eigenlijk staan op de weg naar het sportterrein en dus het verkeer niet belem meren. Ze mogen dus niet staan op het parkeerterreintje en daar zijn ze dan ook verwijderd.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 81