- a - Wij willen het vandaag in Uw raad brengen, om het namelijk in de molen te heb ben. Mijnheer van Dis, die exploitatie-begroting gaat inderdaad van de ver- onderstellingen uit, dat de scholen zullen willen zwemmen, en niet alleen de scholen uit onze gemeente, maar ook de scholen uit Willemstad en, als het kan, ook uit Dinteloord. Dat zijn allemaal nog dingen die besproken moeten worden. Dit plan moet ook financieel door gedeputeerde staten worden goedge keurd, Het leek ons het beste om dat punt over die kuil ik geloof dat het zo*n G.QOO,S 7.000,meer gaat kosten - ter sprake te brengen tij dens de volgende gesprekken met de functionarissen van de provincie. Of het er in zit? Dat hangt af van de financiering van de scholen die meedoen en van de bereidheid van de gemeentebesturen, het onze en de twee anderen, om tege moet te komen in de kosten door verhoging van het bedrag per leerling. U be grijpt wel dat het enthousiasme van de scholen groter zal worden als het be drag per leerling direct of indirect wordt verhoogd door de meerdere uitga ven die worden gedaan voor het schoolzwemmen. Doen die gemeentebesturen dat, dan komen er dus inkomsten, dan wordt het een bijzonder exploitabel bad rnet een batig saldo en dan zit het er dus dik in dat het diepere gedeelte er komt, met muurtje of zonder muurtje. Mijnheer van Dis, daar moet natuurlijk een exploitatie-opzet zijn, maar ik kan er mee instemmen als U zegt: "ja, het is een wissel op de toekomst", want men weet op dit moment nog niet zeker of de kinderen die instructie zullen vol gen. Dat weten we wel, mijnheer van Dis, voordat de eerste spade de grond in gaat. Als blijkt dat de schoolbesturen met of zonder ouders niet bereid zijn hieraan hoe dan ook medewerking te verlenen moeten de schoolbesturen dat we ten. Wij zijn op advies van de Inspecteur Lichamelijke Opvoeding niet van plan om de ouders bijdragen te vragen. Eerst moet het plan de molen in om te kijken of gedeputeerde staten onze financiële positie van dien aard achten, dat het eerste en enige instructiebad in de Westhoek van Noord-Brabant hier kan komen. Ik heb daar goede hoop op, U hebt het advies gezien van de zwembad-commissie en U weet ook dat het goedkoopste instructiebad op dit moment bijna het dub bele kost van dit instructiebad. Dat weegt in de provincie heel zwaar. U hebt ook gelezen, dat de Minister heeft gezegd: "er zijn enorm veel baden, die niet deugen en er moeten ontzettend veel instructie—baden bij komen". Wij hebben geen plan voor eBn bijzonder groot, duur en mooi bad. We krijgen zulke baden als alles goed gaat - in Gud-Gastel, in Dinteloord en we hebben er één in Zeven bergen en Hoeven. In Willemstad zullen ze misschien ook wat gaan doen. We hebben dus een lacune willen aanvullen, want een instructiebad is er niet in deze streek. Wie het bad gaat exploiteren, mijnheer van Dis en mijnheer van der Werf, dat weet ik nog niet. Indien er een stichting is die dit bad gaarne zou willen exploiteren, dan heeft de gemeente geen enkel bezwaar om dit uit handen te geven. Ik kan U bij voorbaat wel zeggen dat U zo'n stichting nooit zult vin den. Als U eens rond kijkt ziet LJ uitsluitend zwembaden die 6f door de ge meente worden geëxploiteerd, 6f indien ze particulier worden geëxploiteerd, bijzonder slecht worden geëxploiteerd. De particuliere exploitanten zouden niets liever willen doen dan het aan de gemeente over geven. Ik geloof niet, dat dit de taak voor een particuliere instelling is, ook al gezien het aan deel in de kasten dat hier van de gemeente wordt gevraagd, want zelfs met een bedrag van 28.000,uit privó-middelen heeft U toch nog wel een overwel digend groot aandeel van de investeringskosten - om over de exploitatie maar te zwijgen - die voor rekening van de gemeente zullen komen. Wie mag ik in tweede instantie het woord geven?

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 78