- 14 -
De heer van der Werf: Voorzitter, ik blijf bij mijn voorstel, want ik ben toch
van mening dat we de Heijningers eon eerlijke kans moeten geven in 1972.
De heer van Dueren den Hollander; Voorzitter, ik geloof toch wel dat wij con
sequent moeten zijn en dat wij de zaak eerlijk onder ogen mecten zien. Ik heb
dat daarstraks al gedaan en ik doe dat weer. Ik zie er werkelijk niets heil
zaams in. Dat het die mensen aanspreekt en dat ze het vervelend vinden, char
heb ik begrip voor. Maar wij moeten terwijl wij besturen het sentiment niet la
ten overwegen. Wat de afstand betreft tussen Dinteloorcl en Heijningen: wanneer
je dat letterlijk neemt, dan ga je aan de kant van de heer Bos staan, want Heij
ningen ligt er kort bij, maar ook Dinteloord ligt er kort bij. Maar Dinteloord
ligt anders dan Heijningen. Wij moeten wel het beste voor de bevolking zoeken.
Ik zie hot nog steeds als het beste, ook voor de bevolking van Heijningen, dat
wij consequent zijn en clat wij, wanneer wij het goed gelezen hebben en alles goed
hebben overzien, nu oak maar realistisch zeggen: "laten we daar geen en dan
is het echt zo goed geld tegen kwaad geld gooien".
Da voorzitter: Mijnheer Bos, wat Uw opmerking voor de P.P.D. betreft, we hebben
dit eerlijk behandeld, moer kan ik daar niet over zoggen. Uw opmerking over heL
industrieterrein heb ik inderdaad verkeerd begrepen. U zegt dus: "er kan geen
argument aan de ligging bij het industrieterrein worden ontleend omdat men dit
bij Dinteloord ook niet doet". U maakt het het college wel erg moeilijk, want ik
zal niet bijzonder gaarne hier een pleidooi houden voor de gemeente Dinteloord
als opvangcentrum voor industrieterrein, omdat U allen weet hoezeer Uw college
en Uw raad in het bezwaarschrift aan provinciale en gedeputeerde staten zich
juist gekeerd hebben tegen deze aanwijzing. Maar ik moet toch wel meegaan met
de heer van Dueren den Hollander, waar hij zegt het ligt wel dichtbij, maar het
ligt anders. Inderdaad ligt de Dintcl er tussen. U weet, indien het plan om het
industrieterrein uit te breiden, doorgaat, clit uitsluitend aan de noordzijde van
de Mark zal gebeuren en niet aan de andere kant. Dat heeft nu juist ook de P.P.D,
bedoeld. Er is nog een ander argument, dat is ook niet ter sprake gekomen en dat
weegt ook zwaar, dat is de ligging binnen de 1e waterkering en daarom voelt men
er ook niet veel voor om hier iets te doen, zolang als het Deltaplan nog niet
is uitgevoerd.
Uw centrale punt is dat het advies komt van een sub—commissie. Inderdaad, het
is een sub—commissie. Wij besluiten hier ook niet als raad om Heijningen niet
uit te breiden alleen, omdat die sub—commissie het zegt. U besluit als raad
volledig autonoom of U Heijningen wilt uitbreiden: ja of nee. Wij hebben nu een
maal dat advies van de sub—commissie, maar ook het advies van onze planoloog,
èn het streekplan èn een gemeentelijke herindeling. Ik geloof, dat U als raad
na kennis te hebben genomen van al deze feiten de moed en het beleid zult
kunnen en moeten opbrengen om te zeggen: "met tranen in het oog en een brok in
het hart": wij houden in Heijningen op.
Mijnheer van der Werf, persoonlijk blijf ik met de heer van Dueren den Hollander
van mening, dat het niet goed is om ons voorstel in Uw zin te amenderen.
Nogmaals, indien de omstandigheden werkelijk drastisch veranderen, dan geloer
ik dat Uw raad er toch weer op terug komt, sterker nog, dan geloof ik zelfs
dat Uw collega er op terug komt.
Er zijn 2 amendementen op het voorstel ingediend. Het ene amendement is, mijn
heer Bos, van zo verre strekking, dat je het geen amendement meer kunt noe
men. Het is een ander voorstel. Ik geloof dus dat ik het vorststrokkencle het
eerst in stemming moet brengen en dat is het voorstel van de heer Bos.
Mijnheer Bos, wilt U dit voorstel herhalen, zodat alle raadsleden weten, wat
Uw voorstel behelst.