- 7 - Het plan voor uitbreiding van Heijningen past niet in het streekplan voor de West-Brabantse Riviermonden. Een streekplan dat zoals elk ander alleen in hoofdlijnen de te volgen structuur voor de verschillende kernen in de toe komst aangeeft, dat slechts voor een bepaald aantal jaren dienstig is en dan opnieuw moet worden herzien, maar waarvan gedeputeerde staten, indien zij dat wensen, ook kunnen afwijken. Dat de voorgestelde, zeer bescheiden, ontwikkeling van Heijningen ernstig na deel zou betekenen voor het streekplan, doet denken aan een druilerige kleu ter uit de kleuterklas, die met twee snoepjes in z'n hand tegen een ander jongetje zegt; "Jij krijgt er toch lekker geen, want je bent m'n vrindje niet en je komt in mijn kraampje niet te pas". Wij van de P.PaD. hebben nou eenmaal gezegd dat je in ons raam niet past, jullie voorzieningen patroon is van zeer laag niveau, je kunt wat ons betreft .verder creperen, dat is dan discriminatie nieuwe stijl, want wij zeggen dat een andere nevenkern (Helwijk) waar notabene geen enkele voorziening is, tot een leefbare gemeenschap van 300 a 400 woningen moet warden uitgebreid. Wij zijn daarmee wel inkonsekwent en we hadden eerst nog wel aan enige uitbrei ding voor jullie gedacht, zodat een 6 klassige lagere school zou kunnen flo reren, maar ook dat niet meer. Wij moeten onze zin hebben, koste wat kost. Dat is democratische ambtenaren dictatuur. 't Zal de vraag zijn, dat indien een groot industrieel zou zeggen; "Ik wil daar en daar zoveel woningen hebben", of men dan nog zo'n verdwaasd halstar- rig standpunt zou innemen. In 1810 werden twee dorpen Fijnaart en Heijningen tot één gemeente verenigd. Van deze twee is Heijningen tot nevenkern getorpe deerd. 't Zal me werkelijk benieuwen als misschien anno 1970 drie dorpen tot één gemeente worden samengesmolten, wie van de drie dan de nevenkernen zul len zijn en of men dan ook konsekwent zal doorredeneren, dat op grond van het streekplan ook in die nevenkernen geen uitbreiding meer mag plaats hebben. Fijnaart, hou je vast. Ten tweede, mijnheer de voorzitter, de bevolkingsafname. Wanneer ik deze passage in do brief van de sub-commissie lees, dan zou bijna (en ik herhaal met nadruk bijnaj de gedachte post vatten dat vanuit deze raad zaal iemand de dicteerder is geweest en de commissie een ijverige leerling die het gedicteerde gretig en zonder fouten overschrijft. Van 1960-1967 heeft de bevolkingsafname 2°/o bedragen en daalde zij van 1200 - 1035. 70/g van dat vertrek was gericht op Fijnaart, omdat de relatie Heijningen - Fijnaart vrij intensief is en er geen aversie bestaat zich in Fijnaart te vestigen. Zoiets is natuurlijk je reinste onzin. Men was, wilde men een woning hebben, in genoemde jaren wel gedwongen zich in Fijnaart te vestigen, omdat men in Heijningen totaal goen woningen bouwde en men aan het loket van het gemeente huis te horen kreeg, als je een woning wilt hebben, kom je maar hier wonen. Het beleid van het college was mogelijk juist speciaal daarop gericht. Door dat gedurende 3 jaar lang onophoudelijk door de Heijningse raadsleden op wo ningbouw werd aangedrongen, zijn in 1966/1967 een tiental woningen gebouwd. Wat de huur betreft de duurste in de gemeente. In tegenstelling tot de gege ven lezing van de sub—commissie en ondanks de hoge huur, staat geen enkele dezer woningen ongebruikt. Trouwens het inwonertal hanteert men maar al naar gelang het te pas en het best gelegen komt. De 1035 hier, waren er op 12 ja nuari 1967 volgens U, mijnheer de voorzitter, maar 509. Een wel zeer willekeu rige hantering van het inwonertal. Ten derde, de ligging van Heijningen ten opzichte van het industrieterrein. Naar het oordeel der commissie te dicht bij. Men hanteert hier een wel heel diep gezocht argument, dat door kortzichtigheid zijn dool totaal voorbij schiet. Dinteloord immers is even ver van Dintclmond verwijderd als Heijningen. Niet temin wees men Dinteloord als de toekomstige woonkern aan. Overigens betekent deze ligging, gezien de schone industrie op een niet super regionaal terrein, noch voor Dinteloord noch voor Heijningen iets.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 50