- 3 - Juffrouw Verhagen, of dit een waardedaling inhoudt, dat weet ik niet. Dat zou wel eens kunnen, maar op den duur kan het tegendeel wel eens het ge val zijn. Laat ik U een voorbeeld noemen. Als U het pand uitsluitend zoekt om als woonhuis te dienen, dan kan ik me voorstellen, dat Uw opvolgende eigenaar zegt: "mij niet in dit pand", tenzij het heel goed is en buiten het normale onderhoud geen bijzonder onderhoud vergt. Maar het is ook mogelijk, dat het een pand is dat op den duur te gebruiken is als boetiek voor curio siteiten, als antiekhandel. Het is ook mcgelijk dat het te gebruiken is als hotel of als restaurant. U weet, dat gebeurt bijzonder veel. En dan zou de waarde nog wel eens kunnen stijgen. Dat hangt er helemaal van af waar staat het. Als ik nu denk dat wij in heel de bebouwde kom 2 panden op de monumen tenlijst hebben staan - terwijl het toch een plaats is van 4 eeuwen oud -, Dinteloord heeft er zo'n 15 of 20 en Willemstad waarschijnlijk een 30, 40 of 50, dan kan ik me voorstellen, als U aan een langere tijd denkt dan over 3 a 4 jaar, dus over 10 of 15 jaar, dat in deze gemeenten deze panden waarde krijgen, omdat ze in historie toenemen. Er zullen zeker mensen zijn, die iets meer van onroerend goed weten dan ik, die dit betwisten. In de toekomst kijken kunnen we geen van allen. Mijnheer van Dis, we moeten helemaal niet kijken naar de consequenties, naar het onderhoud, maar we moeten eerst bekijken of wij dit ook een mooi, histo risch pand vinden. Dat was het$rste dat wij deden.Afgaande op het advies van onze streek-archivaris hebben we gezegd: "Goed, het is dus een monument". We hebben deze monumenten bekeken en juist dfe panden die slecht waren en nare consequenties voor de eigenaren mee konden brengen, hebben wij geschrapt van de lijst; ik wil U er wel op attent maken, dat, zo wij monumenten van de lijst schrappen, de Minister deze heus niet van de lijst zal afvoeren. Daar ben ik van overtuigd. De Minister zal misschien alleen naar ons luisteren voor die panden, die eigenlijk té slecht zijn om ze nog als monument te handhaven. Het pand van van Heijst aan de Boerendijk, dat is een heel duidelijk voor beeld. We hebben het zelf vorig jaar nota bene op verzoek van de raad laten amoveren en die schuur is nu natuurlijk van de lijst afgevoerd. Mijnheer van Dis, als U in een monument woont, dan mag U daar niets aan veranderen, dan met volledige instemming van Monumentenzorg. Maar U hebt de kans - zij het dat die kans op dit moment klein is - dat de kosten die U maakt door Monumen tenzorg voor een gedeelte of zelfs in het geheel worden vergoed. En ik mag natuurlijk wel stellen indien het aantal monumenten in de gemeente kleiner wordt, de kans om subsidie te krijgen voor herstel groter wordt. Met de meeste eigenaren is overleg gepleegd door de archivaris en er staan hier geen panden bij die qua onderhoud zo slecht zijn, dat het onbillijk is. De heer van Dueren den Hollander: Wanneer men een historisch pand wil bewa ren voor de toekomst dan moeten we het ook laten zoals het is. Dan moeten we daar geen veranderingen in gaan aanbrengen die modern zijn, maar vloeken met het pand op zich. De voorzitter: Dat mag dan wel. De heer van Dueren den Hollander: Als ik dan aan het pand van de heer van Nieuwenhuijzen denk, dan zie ik daar een enorm groot raam instaan, dat na tuurlijk comfort geeft aan de eigenaar, maar dat in wezen niet past in het kader van dat huis. En dan moeten we daar ook op toezien. De voorzitter: Is er nog iemand anders die in tweede instantie en laatste instantie wil spreken?

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 4