- 3 -
Dit voorstel is na grondige bestudering van vakliteratuur ontworpen. Boven
dien zijn wij niet over één nacht ijs gegaan, mijnheer van Dis en mijnheer Bos,
en hebben speciaal de legesverordening van één onzer nabuurgemeente met
onze verordening vergeleken en ons is gebleken dat het dan eens bij hen iets
hoger en dan weer bij ons iets hoger ligt, maar dat het "grasso modo" precies
hetzelfde beeld geeft, alleen met dit verschil dat de verordening daar al
5 jaar van kracht is.
Wie van U mag ik in tweede instantie het woord geven?
De heer van Dis: Ja, voorzitter, U hoort mij niet zeggen dat die bedragen te
hoog zijn in vergelijking met de kosten welke de gemeente moet maken. Ik vind
de verhogingen in één keer te zwaar. Want wanneer U zegt dat van 1951 af
zulks niet is gebeurd, dan kunnen ze zeggen: "dat is een aanfluiting voor
het financieel beleid, dat door burgemeester en wethouders gevoerd is".
Burgemeester en wethouders hadden tenslotte de verhogingen van de werkelijke
kosten eerder aan moeten passen, dan hadden we nu niet voor verhogingen
komen te staan van GDÜ a 800°/).
De heer van Dueren den Hollander: Voorzitter, ik had eigenlijk over dit punt -
dat me wel opviel toen ik de stukken las - niets willen zeggen, maar nu zich
toch een kleine discussie ontspint, moet ik toch zeggen dat het heel makkelijk
is om het accent zo te leggen, dat het 3GO/0 is zonder verdere begeleiding.
Ik vind, dat U die begeleiding voortreffelijk gegeven heeft. We hadden het
al eerder moeten doen. Gf dit nu een slecht financieel beleid id geweest,
daar zijn wij toen ook bij geweest. Wij hebben met z'n allen dit beleid gevoerd
in het verleden, naar ik aanneem, en dan is het gemakkelijk om te zeggen:
"er is in het verleden een slecht beleid gevoerd". Wij mogen blij zijn dat wij
het tot op dit moment zo hebben kunnen doen en dat wij nu spontaan deze stap
zetten. Want dat lean vandaag wel, dacht ik.
De voorzitter: Mijnheer van Dis, het woord aanfluiting heeft door de stoom
van Uw buurman niets van zijn kracht verloren. Ik kan het toch wel met U
eens zijn dat het in het algemeen verstandiger is om inderdaad - ik wil niet
zeggen jaarlijks, maar toch wel regelmatig - naar de kosten te kijken.
Het is overigens noch voor de raad, noch voor het college, een dankbare taak
om in deze tijd regelmatig te moeten komen, steeds maar weer, met aanpassin
gen. Helaas is het niet mogelijk dat er in de verordening een bepaling wordt
opgenomen waardoor het mogelijk zou zijn de bedragen ieder jaar automatisch
aan te passen aan de algemene welvaartsvermeerderingen of -verminderingen.
Het is toch ook weer niet helemaal gerechtvaardigd om ons nu datgene te ver
wijten waarvoor het publiek Uw raad en ons dankbaar is geweest, namelijk dat
het tot op dit moment zo is gebleven.
De heer Bos: Voorzitter, zou U er dan een bepaling in op willen nemen om
deze verordening in het vervolg om de 5 jaar te herzien?
De voorzitter: Om de 3 jaar?
De heren van Sprundel, Bos en van Dueren den Hollander: Goed.
De voorzitter: Wenst iemand dit punt in stemming te brengen? Neen?
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders,
Tevens wordt besloten de verordening om de 3 jaar aan een herziening te
onderwerpen.