- 7 - Ik had eigenlijk wat verder willen gaan, want dat Overlegorgaan dat kan een goed ding zijn, maar het kan ook een ding zijn dat verkeerd werkt. Wanneer wij dat bij informatie van onszelf te weten moeten komen, dat vind ik een kwalij ke zaak. Ik word liever geïnformeerd, want we zijn er bij batrokken. Ik vind het toch - nu dit een informele zaak is - wol jammer - en dat zeg ik nog een keer - dat in dit Overlegorgaan niemand uit de raad vertegenwoordigd is. U zei daar straks: "wij weten niet hoe de raden van de andere gemeenten er over denken". Dat weten we zeker niet, omdat we nog nooit de gelegenheid gehad hebben om ons formeel uit te spreken over die gehele gemeentelijke her indeling. De colleges van burgemeester en wethouders van de andere gemeenten kunnen er ook anders over denken dan de gemeenteraden. De voorzitter: Mijnheer Dos en mijnheer van Dueren den Hollander, ja, weer die verslagen van de vergaderingen. Ik weet helemaal niet of het er wel of niet in zit dat U dat gedaan zult krijgen. Ik heb er helemaal geen bezwaar tegen. Dat deze wens door 4 raadsleden is geuit vind ik prettig en ik hoop dat dit het college alleen maar gemakkelijker zal maken om dit gevoelen in het Ovei>- legorgaan te verdedigen. Wij zullen dus de kwestie van de verslagen met kracht naar voren brengen op de eerstvolgende te houden vergadering. Wat de in formatie betreft uit bladen die laten wij werkelijk geheel voor de verantwoor delijkheid van de betreffende bladen zolang zo hun licht niet hebben opgesto ken bij het Overlegorgaan als zodanig, of bij de voorzitter daarvan. Mijnheer Dos en mijnheer van Dueren don Hollander, het spijt mij, zoals ik ook al tegen de heer van Dis heb gezegd, dat de regeling U niet is toegezonden. U hebt wel een zeer interessante opmerking gemaakt, mijnheer Dos, over de wij ziging van de regeling. Dit is een regeling vastgesteld - informeel - door drie colleges, strikt formeel kan Uw raad daarin dus niets wijzigen. Dit is en blijft een zaak in de eerste plaats van de deelnemende colleges. U kunt net zoals de Tweede Kamer dat kan met een crediet, zeggen: "wij weigeren het credic ".Natuurlijk kunt U altijd met een motie komen bij ons college, waarin U ons verzoekt bij het Overlegorgaan een wijziging aanhangig te maken van een of ander artikel. Blijkt dan, dat dit niet haalbaar is in dit Overlegorgaan, dan kan dat voor U als raad reden zijn om een volgende maal een crediet voor deze regeling te weigeren. In feite komt dit dan neer op het einde van het Overlegorgaan. Mocht Uw raad verlangen om een artikel te veranderen dan zou Uw college Uw college niet zijn als ze daar niet met aandacht naar luisterde. De heer Dos: Voorzitter, de mogelijkheid tot wijziging had ik graag door mid del van een artikel beschreven gezien. Of dat van ons uitgaat of van de col leges van burgemeester en wethouders zelf doet niet ter zake. De voorzitter: Volgens artikel 12 lid 2 kan deze regeling worden gewijzigd op dezelfde wijze als zij is tot stand gekomen. De heer Dos: Ja, alleen maar de colleges. De voorzitter: Ja. Mijnheer van Dis, wij hebben dit crediet nodig voor representatie en vergader- kosten. Ik had eerder de vraag verwacht, wat U denkt te kunnen doen met dit zeer kleine bedrag. De heer van Dis: Omdat het zo'n klein bedrag was heb ik daar een opmerking over gemaakt. Het is eigenlijk een onwettelijk orgaan, dus kunnen we gerust slapen. De voorzitter: Het is een orgaan niet steunend op de wet, maar daarom is het natuurlijk niet onwettig. Mejuffrouw, mijne heren, naar mijn mening hebben wij hier voldoende over gezegd. Ik ben U dankbaar voor deze kritische begeleiding. Wie wil er in laatste instantie misschien toch nog over dit punt het woord voeren? Niemand?

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 41