- 6 - Maar wij hebben die raden laten vallen, omdat nu meer dan ooit de nadruk moet vallen op een bijzonder practische, bijkans huiselijke samenwerking, van het da gelijks bestuur van elke gemeente. Niet van de radon, mijnheer Bos, omdat dit Overlegorgaan geen besluiten, die ook maar ergens zouden kunnen lijken op raads besluiten, kan gaan nemen en zal gaan nemen. Indien hier werkelijk bevoegdheid uit handen was gogeven hadden de raden vertegenwoordigd moeten zijn. We vergaderen regelmatig met de volledige colleges tezamen en we hopen alleen maar dat uit dat overleg resultaten zullen voortkomen, We hebben dus bewust niet de raden er in laten vertegenwoordigen, hoewel ik persoonlijk veel voelde voor deelname, ook zelfs in dit informele stadium. De partners zagen zonder uitzondering geen heil in een groter lichaam, dat evenmin bevoegdheden zou gehad hebben als dit kleinere Overlegorgaan. Mijnheer Bos, Uw opmerking over de samenvoeging daar staat het college werkelijk als één man achter en dat geldt ook de opmerking van de heer van Dueren den Hollander. Dit college heeft er op aangedrongen - informeel door Uw raad ge machtigd - om haast te maken met deze oenwording. Ik moet U er echter wel bij vertellen dat de andere colleges er thans nog niet zo positief over denken. Hoe dat met de gemeenteraden is dat is nog niet be kend. Aan de andere kant moeten wij ook kunnen begrijpen dat andere mensen daar minder snel mee zijn en meer moeite mee hebben. Mijnheer van Dueren den Hollander, Uw vraag over uitbreiding van het Overlegorgaan met leden uit de raad is al beantwoord. Het is bepaald niet zo, dat er in de raad geen competente mensen zouden zitten, anders zouden we ook geen wethou ders hebben. Het is dus helemaal geen motie van wantrouwen of een gevoel van: "het zal wel niet gaan", dat de raden er buiten zijn gehouden. Ons college zal bijzonder blij zijn als U de komende tijd merkt dat er met dit Overlegorgaan te werken is. Mijnheer van Dis, het spijt mij bijzonder dat U geen kennis hebt kunnen nemen van het stuk. Het was de bedoeling dat U dat allemaal thuis had gekregen. Dit is zuiver een misverstand geweest. Iets anders is natuurlijk, dat U altijd de raads- portefeuille in kunt kijken, want daar lag het stuk natuurlijk wel in. Bevoegd heden worden niet aangetast. Of de notulen, waarin U dezelfde mening bent toege daan als de heer van der Werfworden toegezonden, dat weten we niet, dat zul len we in het Overlegorgaan moeten bespreken. Wie van U mag ik in tweede instantie het woord geven? De heer Bos: Voorzitter, terugkomend op het verzoek om toezending aan de raden van notulen of kleine verslagen over wat in dat Overlegorgaan geschiedt, daar zou ik toch wel prijs op stellen. Ik hoop dat Uw collage bij de andere partners daar toch wel met klem op zal aandringen, temeer - en dat vind ik nu eenmaal niet leuk - als je "De Westhoek" van vorige week las. Je kon al bemerken dat er iets was besproken en dat klinkt ons niet leuk in de oren. Nu de raden niet in het Overlegorgaan vertegenwoordigd zijn - en de oorzaak zal wel bij één van de partners liggen, dat neem ik graag aan - wil ik U toch waarschuwen in deze raad, dat het Overlegorgaan geen raadje in de raad moet warden, want daar houd ik niet van. Het spijt me ook dat deze ontwerp-regeling ons niet is toegezonden, want dan hadden we deze volledig kunnen bestuderen, hoewel ik deze wel eventjes terloops in de raadsportefeuille heb bekeken. Als dit Overlegorgaan tot stand komt hoe kunnen de artikelen van deze regeling dan gewijzigd worden? Kan dat door voorstellen die in de toekomst van de raden uitgaan? De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, U vraagt een crediet aan. Waar denkt U dat voor nodig te hebben? De heer van Dueren den Hollander: Voorzitter, ik vind het ook jammer dat wij niet geïnformeerd zijn geworden over datgene wat vanavond besproken wordt. Ik onderstreep de woorden van de heer Bos dat Uw college met klem zal verde digen dat toezending van verslagen wenselijk is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 40