GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
HANDELINGEN VAN DE OPENBARE RAADSVERGADERING VAN DONDERDAG 25 APRIL 1968.
1. Opening.
De voorzitter: Ik open deze vergadering en verzoek U een ogenblik stilte in
acht te nemen.
U zult zich misschien afvragen waarom hier al deze mooie bloemen staan.
Wel omdat we vanavond toch ook nog een beetje de geboorte vieren van onze
tweede Oranje-prins: Prins Maurits, zoon van Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Margriet en de Heer van Vollenhoven.
Voorts zijn deze bloemen, producten van eigen bodem, een bewijs dat in onze
gemeente op het gebied van bollenvelden zoveel moois wordt geboden.
Desgevraagd was de firma van Dis aan de Kadedijk gaarne bereid een deel van
zijn prachtige bloemen vanavond hier in onze raadzaal te zetten.
2Notulen van de raadsvergadering van 21 maart IPSQ^
De raad besluit do ontwerp notulen ongewijzigd vast te stellen.
3. Ingekomen stukken en mededelingen.
De heer vanJDi_sMijnheer de voorzitter, bij de ingekomen stukken tref ik een
afschrift aan van het antwoord op een door mij gedane informatie betreffende
dienstverlening door de gemeente aan derden.
Ik heb U in de laatstgehouden raadsvergadering gevraagd, zoals de notulen
ook aangeven, of deze dienstverlening, welke zonder enige vergoeding plaats
vindt, door een raadsbesluit is gedekt.
Deze vraag betreft de tuintjes in de Wilhelminastraat alsook de aanleg en
het onderhoud van de siertuin van het raadslid, de heer van der Werf, en an
deren.
Ik moge U bij deze, mijnheer de voorzitter, alsnog in de gelegenheid stellen
binnen drie weken hierop een concreet antwoord te geven, hetwelk niet in
strijd is met de werkelijkheid.
Wanneer deze vraag echter ontkennend moet worden beantwoord, acht U het dan
niet gewenst dat deze dienstverlening om niet, onmiddellijk gestaakt wordt en
dat de kosten van aanleg der tuintjes en het gedane onderhoud alsnog aan be
trokkenen in rekening gebracht wordt of op andere wijze de gelden, welke on
rechtmatig door de gemeente uitgegeven zijn,in de gemeentekas terugvloeien.
De voorzitter: Dank U wel, mijnheer van Dis. Nog iemand anders over de inge
komen stukken?
De heer Bos: Voorzitter, het schrijven aan de heer van Dis heb ik ook gezien.
Ik kan er eerlijk gezegd ook geen wijs uit.
De voorzitter: Mynheer van Dis, of de zaak nu helemaal duidelijk wordt, of dat
wij de door U verstrekte termijn van drie weken mogen en moeten gebruiken, dat
laat ik nu even in het midden. Er is al eerder over deze tuintjes gesproken
en dat was naar aanleiding van de beantwoording van de vragen, gesteld door
U als lid van de commissie van onderzoek gemeonterekening 1963 en bij de be
handeling van de gemeenterekeningen 1963 en 1964.
m m .«mmi ii tm