12 - De voorzitter: Ik vind het prettig, dat het nu aan de orde komt, ook wat betreft de 4 mei-Herdenking. En ik wacht Uw persoonlijke reacties, maar dan buiten de vergadering, dan ook gaarne in. De heer Evers: Mijnheer de voorzitter, U hebt het zojuist nog gehad over de verkoop van de oude Katholieke school. Ik zou U graag een paar voorstellen ter overweging willen geven. Wij zitten namelijk op een gegeven moment, dacht ik, met veel te kleine accommodatie voor ons jeugdwerk en ontspanningswerk voor grotere mensen. Nu zijn er twee mogelijk heden: a. een deel van het gebouw afbreken en de "U" die er overschiet - als U begrijpt wat ik bedoel - handhaven en restaureren, óf- en ik weet niet wat Uw bedoeling is of wat mogelijk is b. het gehele spul laten afbreken door mensen die thans W.W,-uitkering genieten, in dien zulks mogelijk is, en met hetgeen nog bruikbaar is dan elders en dan al leen liefst midden in het wooncentrum - een geheel nieuw gemeenschapshuis bouwen. Zodoende kan gekomen worden tot een heel goed ontspanningscentrum - niet voor ons - maar voor de hele gemeente. De voorzitter; Dank U wel, mijnheer Evers. Ik kan er nu niet veel op zeggen, maar toch wel iets, over Uw hoofd heen, van de zo bijzonder inventieve Katholieke Jeugd raad. We moeten daar een oplossing voor vinden. Die oplossing is heel moeilijk, ten zij we geld hadden. U hebt bij punt 17 gehoord dat dat werkelijk hét punt is. Dat zijn altijd onrendabele dingen, er is geen geld voor, behalve voor het slopen. Dat is werkelijk de enige zorg en daarom heeft het maken van plannen niet zo erg veel zin; want ik kan het U wel beloven, maar het is niet te verwezenlijken. Over dat gemeenschapshuis,/ maar U moet toch niet die behoefte overschatten. Helaas heb ben wij op dit moment 7 zalen in de gemeente, die worden allemaal geëxploiteerd door de een of door de ander. Er is dus voor een dorpshuis of een gemeenschapshuis, veel minder ruimte en plaats in de gemeente als men wel veronderstelt. Als U weet, dat in een naburige gemeente zo*n prachtig huis door de gemeente al nauwlijks te exploiteren is - hoewel ze het voor niets gekregen hebben - dan moet ik U bij voorbaat al waarschuwen voor de gevolgen van een gemeenschapshuis in een ge meente, die zo'n 7 localiteiten heeft. Ik vraag me af of het voor ons te exploiteren zou zijn. Df deze oude school door de werklozen afgebroken kan worden, kan ik U mede delen dat dat helaas in Nederland niet kan. Dat zou dan een aanvullend werkobject moeten worden, dat door werklozen wordt uitgevoerd. Ik ben wel blij, dat U tenminste in zoverre met iets nieuws komt, dat U zegt: "breek nu maar een deel af en laat een deel staan". Nogmaals, wij zullen eerst financiële middelen moeten vinden en dan pas kunnen we met een goed plan voor de dag komen. Ik vind het een heel moeilijk pro bleem, ik kan er echt nog niets meer over zeggen. De heer Bos; Ik zou toch nog aan het laatste verzoek van de heer van Dis willen vol doen. 24. Sluiting: De voorzitter: Laten we het zó doen, mijnheer Bos, het was al gebeurd vóór de verga dering, maar we nemen nu een ogenblik stilte in acht en denken daarbij in het bijzon der aan de slachtoffers van de Watersnoodramp 1953. Mejuffrouw, mijne heren, ik wens U welthuis en een goede reis. De voorzitter sluit de vergadering om 9.4G uur. nog één ding. Ik ben het roerend met U eens, ik heb ook behoefte aan zo'n huis,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 13