- 11 - De heer Bos: Zouden we in de Achterweg maar een waarschuwingsbord wegzetten, voorzitter? De voorzitter; Dat kan misschien geen kwaad. Dat is wel iets om te overwegen. De heer Munters: Bovendien komen, zoals de heer Haverkamp zegt, de kinderen tegen het verkeer ingelopen0 Daar kan men op dit moment nog geen trottoir creëren ook. De heer Bos: Een extra waarschuwingsbord in de Achterweg zou ik toch wel op prijs stellen De voorzitter: Er is notitie van gemaakt, mijnheer Bos, En verder moeten we de situatie maar eens bekijken. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 23. Voorstel tot optieverlening van een gedeelte industrieterrein Dintelmond. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 24. Rondvraag. De heer van der WerfMijnheer de voorzitter, ik zou graag van de directeur gemeentewerken nadere informaties hebben wat betreft die klasse—indeling van de gemeentearbeiders. Ik ben niet tevreden met het antwoord dat ik hierover gekregen heb. De voorzitter: Mogen we het misschien zo stellen, dat wij hem verzoeken U te benaderen voor het maken van een afspraak. De heer van der Werf; Dat is goed, mijnheer de voorzitter. De heer van Dueren den Hollander: Ik zou het bijzonder op prijs stellen wanneer de raadsleden straks na sluiting nog even blijven zitten. De heer Bos: Voorzitter, behoort bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de Volkerakwegook het weer in dezelfde staat terugbrengen van de toegangsdammen tot de percelen, zoals ze voorheen waren. Het blijkt dat ze nu zijn gelegd zonder verharding, terwijl ze voorheen wel verhard waren. De voorzitter: Ik neem het wel aan, mijnheer Bos. De heer Evers: Mijnheer de voorzitter, aan het eind van deze laatste raadsver gadering van het jaar 1968, werd mij de taak toebedeeld een dankwoord te spre ken namens de fracties, waaraan ik gaarne voldoe. Wanneer ik dan aan deze taak begin, zou ik toch even willen stilstaan bij het woord "WERK" Het werk dat werd verricht even aan een nadere beschouwing te willen onder^- werpen, in die zin, wat heden ten dage van een mens, welke een bepaalde ver antwoording te dragen heeft, gevraagd wordt. Even stil te staan bij de machtige hoeveelheid van wetten, voorschriften, be palingen en instanties, waarmede bij de uitvoering van het werk vaak rekening moet worden gehouden, om dan de wijzigingen van deze wetgevingen nog maar buiten beschouwing te laten. Daarbij komt dan nog eens extra het probleem van deze tijd, de mechanisatie, gevolg, steeds sneller en punctueler te moeten werken, om die gehele zaak zo efficiënt mogelijk te doen verlopen. Als wij nu al deze punten eens bij elkaar nemen betekent dit een meer intensief bezig zijn van de mens.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 129