4 - Do heer van Dueron den Hollander: Dat noem ik wel aan. Do voorzitter: Dan gaat dozo regeling werkelijk van start zonder ons. Men heeft de provinciale subsidie. Nogmaals, wat don do consequenties voor onze gemeente zijn, dat kan ik niet precies overzien. Waarschijnlijk toch wel een hele nare, met name voor de ondernemer die moet worden uitgekocht krijgt don geen 15.Ü00, Dat is dus, als we aan de belangen van de ondernemer denken, het risico waarmee wij spelen. Maar daar komt nog iets anders bij. De ziekenfondsen - dat weet ik nu al - die zullen het ambulance-vervoer, zoals het thans geregeld is, onder de nieuwe toestand eenvoudig niet meer erkennen. Dan moeten wij dus op onze knieën naar de ambulance-dienst Roosendaal of men alstublieft wil vervoeren, want die ambulance-dienst heeft voor ons geen vervoersplicht, maar mensen die het wel kunnen, hebben we niet, want dat is afgekeurd vurvoer. U komt toch wol in een rare hoek te zitten, als U zou besluiten de voorwaarde zé te stellen, dat de ambulance-dienst eigenlijk niets anders kan doen, dan zeggen - en ik weet dat ze dat gaan zeggen -: "dit gaat ons te ver". Ik heb zwart op wit een schrij ven aan burgemeester en wethouders, dat men met deze formulering - in feite - wil meegaan, maar we willen ons bepaald niet binden. Dit was het maximum dat er uit te halen was, vandaar dat wij Uw voorwaarden - ten dele overigens, zeer ten dele - hebben afgezwakt. De heer van Dueren den Hollander: Weet U soms al mijnheer de voorzitter of het genoemde persé niet haalbaar is? De voorzitter: Dat weet ik zeker. Dat wil overigens helemaal niet zeggen - begrijpt U me goed - dat die ambulance wagen over drie of vier jaar niet in Heijningen of Willemstad zou komen, dat lijkt me een hele goede suggestie dan. Maar vergeet niet dat wijzelf in de com missie zitten om met nadruk te pleiten vóór Heijningen, véér Willemstad of véér Dinteloord, begrijpt U, Men kan geen belofte duen, want dan moet men ook al die gemeenten weer bij elk aar roepen. Nogmaals, wij hebben naar Uw raad geluisterd en wij zijn met U mee gegaan in het overleg, wat hier ligt is naar onze mening een gunstig resultaat en het maximum haalbare. De heer Bos: Mag ik nog even het woord hebben,mijnheer de voorzitter? De voorzitter: Natuurlijk, mijnheer Bos. De heer Bos; In het rapport, dat we de eerste keer op tafel hadden liggen, stond, dat als de Zoomweg en Maasroute voltooid zijn, dan wordt aan Zevenbergen ge dacht. Ik heb de vorige keer gesteld, dat Dinteloord, Heijningen en Willemstad persé niet genoemd behoeven te worden, maar ik heb de vorige keer gesteld dat de alternatieve plaats nimmer Zevenbergen kan en mag zijn, maar in deze uiter ste Noord—Westhoek moet zijn gelegen. Dat hebben burgemeester en wethouders on middellijk overgenomen. Dit laatste spreekt nog altijd duidelijker aan dan het punt, wat hier omschreven is, want dan kan het toch weer wel Zevenbergen zijn. De voorzitter: Neen, mijnheer Bos. De heer Bos: Ja, ja, ja. De voorzitter: Er staat:"dat Zevenbergen niet de plaats wordt, waar de vierde wagen wordt geplaatst en van waaruit de Maasroute en Zoomweg worden bediend. Als standplaats worde aangewezen een voor Zoomweg en Maasroute gunstiger gele gen kern". Dan kan iedereen duidelijk lezen, dat het Zevenbergen niet kan wor den.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 122