- 8 - De heer Evers: Mijnheer de voorzitter, U hebt zojuist gezegd dat de nieuwe op zet gaat gebeuren onder verantwoordelijkheid van Uw raad. Ik vind het een heel ingewikkelde materie. Ik zou U één vraag willen stellen: Bestaat de mogelijk heid dat de hele raad zich laat informeren over deze materie? Er zijn namelijk een aantal punten aan het licht gekomen, die de meesten van ons niet geweten hebben. Ik vind het belangrijk. Ik vind het ergens sneu om zonder meer te zeggen, wij gaan met het hele voorstel accoord,zonder het geheel eigenlijk goed te kun nen overzien. Misschien zijn er meer mensen die het zo bezien. De heer van der Werf: Dit wil ik ondersteunen, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Nog meer? Mejuffrouw Verhagen en de heer Lambregts: Jawel, voorzitter. De heer van Dueren den Hollander: Ik heb een zeer boeiend betoog moeten volgen van mijn collega raadslid, dat tot in de perfectie gesteld is. Ook ben ik het met collega Evers eens dat we het niet allemaal kunnen overzien. Boven alles uit toornt het bij mij nog steeds, dat wij, om de perfectie of wat dan ook, het particuliere initiatief toch eigenlijk een beetje doden. Wij krijgen straks ho- penlijk de realiteit dat de drie gemeenten samengevoegd worden. Hadden wij dan de dienst niet evenzo op kunnen zetten binnen die drie gemeenten? Nu is het toch zo - ik kan het niet helemaal nagaan dat menvanuit Den Bosch geredi geerd en in Roosendaal bestudeerd, tot een tekst, een opsomming en een be groting is gekomen en dat men doodeenvoudig nu wil zeggen: "zo ligt het nu, dat is perfect, de gehele streek is ermee gediend". Het vervoer van de patiën ten komt het ten goede. Ik ben op het ogenblik niet gecharmeerd van de uitrus ting van van Baaren, want ook dat durf ik te stellen. Aan de andere kant wordt dit weer wat afgezwakt. De middelen die van Baaren ter beschikking stonden lieten eenvoudig niet toe dat hij dit tot in de perfectie opvoerde. Maar wan neer we nu toch gekomen zijn tot een verandering dan zouden wij eigenlijk die particulieren hebben moeten inschakelen tijdens die besommingen. U suggereert dat er met van Baaren, volledige overeenstemming is bereikt. Bij monde van de heer Bos, blijkt dat die overeenstemming nog heel, heel ver weg ligt. Ik ben het natuurlijk wel met U eens, dat als het doorgaat er een rede lijke overeenstemming moet komen, maar niet een overeenstemming, die inhoudt, dat van Baaren op z'n lauweren kan gaan rusten, bij wijze van spreken. Daarnaast ben ik altijd nog een beetje bang van de echte mobiliteit, van de snelheid van het ter plaatse zijn. Ik hoop dat de keuze van de bemanning van dien aard is, dat deze mensen begrip hebben voor een situatie. En dat het niet zo is, wanneer de chauffeur er op gewezen wordt als hij vanaf een huis richting tegenover gesteld van het ziekenhuis gaat rijden, dat hij dan zegt: "ik ben de chauffeur en ik bepaal de weg". Dus daar is niet bij voorbaat over gepraat om daardoor deze auto en deze bemanning in discrediet te brengen, ik heb het alleen vanavond even aan willen halen. Toen werd er gezegd: "inderdaad, dat is waar." Wij zijn met al die patiënten een grote omweg gaan maken, ik heb die chauffeur er op gewezen, maar hij was chauffeur en hij bepaalde de route. Men kan in kaart brengen wat men wil, er moeten natuurlijk mensen aangetrokken worden die de kaarten begrijpen. Ik ben er nog niet helemaal gelukkig mee, want er zijn zoveel nieuwe dingen naar voren gekomen, dat ik voor het voorstel van de heer Evers ben, om het nog eens nader te bekijken! De heer Evers: Met de twee rapporten samen. Dus met het onderhavige en hetgeen de heer Bos heeft samengesteld. Ik vind het echt wel bulangrijk. De voorzitter: Nog iemand? De raad is inderdaad verantwoordelijk. U vraagt of het mogelijk is, mogelijk is het altijd. Als U mij vraagt of het verstandig is, dan zeg ik: "neen". Fijnaart en Heijningen is de laatste gemeente die nog een beslissing moet nemen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1968 | | pagina 110