Via parlement,krant, radio en televisie heeft men de laatste tijd veel kun
nen horen over het ambulancevervoer, hotgeen rijn oorsprong vindt in de ver
keersongevallen Bij het ambulancevervoer komst naast bedrijfsongevallen en
normaal ziekenvervoer, ook een bepaald percentage op rekening van het ver
keer. Juist het laatste heeft veel voedsel gegeven aan de journalistiek, die,
daarbij twee belangrijke zaken met elkaar heeft verward.
Men dient namelijk duidelijk onderscheid te maken in:
A. verkeersongevallendienst en
B. het normaal op vooraf bepaalde tijd te verrichten liggend ziekenvervoer.
Gok in het rapport van de commissie Muntendam, die de Minister van Volks
gezondheid ten deze met advies heeft moeten dienen, wordt wel degelijk dit
onderscheid gemaakt en dat zal in het ontwerp wetsvoorstel ook het geval zijn.
In het rapport Muntendam is duidelijk aandacht geschonken aan verkeersonge-
vallenvervoeri dat een percentage van 8 a 9°/o van alle vervoer uitmaakt.
Ge alarmering op dit punt is allerberoertst, aan de snelle opvang in de
ziekenhuizen is een groot manco en ook aan de ambulances ontbreekt op dit
punt nog wel wat. Op een medisch congres durfde men de bewering uitten dat
20°/o der slachtoffers het leven gered had kunnen worden, indien het ambulance
vervoer juist was geweest. Of deze getalsbewering met bewijzen valt te sta
ven is een open vraag.
Bij wet zal nu worden bepaald dat voor het ambulancevervoer een vergunning
nodig zal zijn en dat primair eisen aan de wagen zullen worden gesteld.
Het niet voldoen aan de optimale eisen zal mogelijk zijn ten opzichte van
het gewone liggend ziekenvervoer. Ge kosten voor deze optimale eisen zullen
van Overheidswegen moeten worden gesubsidieerd en deze subsidies komen er.
Regionale ongevalsvervoerdiensten zullen een efficiënter inzet hebben
(mobilofoon's, centraal meldingspunt, gediplomeerde begeleiders enz.).
Het zou onjuist zijn hiervoor de ogen te sluiten.
Vooruitlopend op datgene wat vandaag aan de dag bijzonder actueel is gewor
den, verscheen in Brabant enige jaren geleden, namelijk in 1965, het Provin
ciaal Rapport voor de Volksgezondheid, waarbij Brabant wat betreft het
ambulancevervoer in een aantal rayons werd verdeeld.
Het resultaat daarvan was en is nog, dat Districts-Gezondheids-Oiensten
O.G.O.'s in ijltempo in het leven werden en worden geroepen.
Oeze OG O.'s geanimeerd en gepropageerd door een bepaalde arts, proberen
de gemeentebesturen het hoofd op hol te brengen om toch vooral deel te nemen
in zo*n regionale ambulance-dienst,niet alleen voor verkeersongevallen maar
ook voor gewoon ziekenvervoer, anders zo zeggen ze "wordt de opzet te duur,"
en tegelijk de particuliere ondernemers zonder meer aan de kant te schuiven
en uit te schakelen.
In de nieuwe wet (en ik wijs hier met nadruk op) is echter duidelijk ruimte
gelaten voor de particuliere ondernemer. Een particulier, die zijn taak ver
staat en in het regionaal vervoer ingelast wil worden, dient een plaats daar
in te krijgen.
Ook de gemeentebesturen dragen de morele plicht hun particuliere ondernemers
niet zonder meer aan de kant te schuiven.
Waarom zou het niet evengoed mogelijk zijn dat een G.G.D. met een of twee
particuliere ondernemers samen voor een bepaald gebied een regionale dienst
vormen, zoals dat bij voorbeeld in Amsterdam en Rotterdam het geval is en
zeer goed voldoet. Juist dergelijke problemen doen mij vanavond bij dit
agendapunt vele vraagtekens plaatsen. Is deze hier aan de orde zijnde
uiterst theoretische opgezette Regionale Ongevallenhulp-en Ziekenvervoers-
dienslf Noord West Brabant wel practisch uitvoerbaar?
Een van de grootste en meest ervnren ambulanceondernemers in ons land,
de heer Bornkamp te Rotterdam, heeft hierover in alg^jnenc zin het volgende
gezegd