-2- als werkgever en als zoeker van werkgeversals klant en koopman - in zo'n tijd is het moeilijk bij alle problemen en alle contacten toch aan die sfeer van waardigheid te denken. Natuurlijk wil ik daarmee niet zeggen, dat de waardig- heidseis van onze ambten snel, zakelijk en vaardig bestuur uitsluit. Evenmin, dat deze eis, critisch en oppositioneel overleg onmogelijk maakt. Maar de waar digheid in onze vaardigheid mag niet als een dunne saus zijn, zij moet steeds een extra, duidelijk merkbare dimensie in ons werk zijn en blijven. In het over boer Koekoek geschreven boekje, zegt de schrijver, dat" Koekoek altijd al graag interrumpeerde. In zijn commentaar antwoordt de heer Koekoek, dat hij dat vroeger nooit deed, omdat hij dat onbeleefd vond, maar dat hij het in de Tweede Kamer als normaal ging zien, omdat men het hém zoveel deed. Een snedig en geestig antwoord, waar de Kamer het mee kan doen. Een aanwijzing ook voor elke vergaderende overheid, dat men van die overheid enige waardigheid ver wacht, Zo.er êên dag geschikt is voor de bezinning op de "waardigheid, die wet en gemeenschap van ons verlangen, dan is dat vandaag. Vandaag, de eerste dinsdag van september, zoals artikelC 3 lid 2 der Kieswet die noemt als dag van aftreding der oude raadsleden en dus optreding der nieuwe. Een korte be zinning, niet als deel van een installatie maar als deel van een felicita— tierede. Het woord installatie is naar mijn mening hier niet op zijn plaats. Geen voorzitter installeert U. De kiezers van deze gemeente hebben gekozen, U was daardoor benoemd tot raadslid. Uzelf hebt schriftelijk Uw benoeming aan vaard met het overleggen van Uw geloofsbrieven. De oude raad heeft U tenslot te als reeds benoemde toegelaten na onderzoek van die brieven. Vandaag hebt gij féitelijk deze benoeming aanvaard door op de oproep te verschijnen en door, zoals artikel 45 der Gemeentewet zegt, "bij" en niet "tot" het aanvaar den van Uw ambt de eed af te leggen. De voorzitter kan slechts verklaren, dat de nieuwe raad door metterdaad bijeen te komen zichzelven letterlijk en fi guurlijk heeft geïnstalleerd. Nu dan het moeilijke dat ik in mijn woorden zag en het karakter ervan is aangegeven, ga ik met te meer vreugde over tot een felicitatie aan U allen. Ik verheug mij met U over Uw raadslidmaatschap. Zo het voorrecht mij niet gegeven ware, voorzitter van een raad te zijn - het geen mijns inziens een lidmaatschap altijd moet uitsluiten - ik zou, zoals U ambiëren raadslid te zijn. Het lijkt mij want ik kan niet uit ervaring spre ken - een kostelijk ambt, in de volle zin van dat woord. Ik weet hoe velen van U eraan verknocht zijn, er plezier in hebben, er tijd in steken, hun best doen op hun wijze een goed raadslid te zijn. Ik wens U allen van harte geluk met Uw benoeming in deze nieuwe raad. Allen, van ganser harte, maar twee van Uw leden wel speciaal? de oudste en de jongste in mensen- en in raadsjaren. Mijnheer van Dis, sedert 1931 bent U lid van de raad onzer gemeente. Ook in anciënniteit bent U daarmee verweg de oudste» Een bijzondere felicitatie, voor het feit dat U na lange jaren nog tot een onverflauwd en bijzonder actief raadslidmaatschap in staat bent, is zeker op zijn plaats. Ik wens U voor de komende jaren het allerbeste. Misschien mag ik er ondeugend aan toevoegen, dat ik het niet aan Uw ouderdom zal toeschrijven, als Uw activiteit iets min der wordt. Mejuffrouw Verhagen, ook U past een woord van bijzondere felici tatie. Als jongste en als eerste vrouwelijke raadslid doet U Uw intrede in de raad. U bent onze Aletta Jacobs, het eerste vrouwelijke lid van de Tweede Ka mer. Er zal daarom misschien extra op U worden gelet. Ook voor U geldt even wel, dat oudere collega's U zullen willen helpen en dat ook wethouders, ge meentesecretaris en ikzelf U steeds zullen willen bijstaan. Als ik U een beet je ken, geloof ik, dat U zeker geen blijvende bijstandsgenietende zult worden. Met genoegen zal ik U zo dadelijk als eerste hulp op Uw pad als raadslid de zer gemeente de Gemeentewet en het boekje "Het lidmaatschap van de gemeente raad" overhandigen. Zo hebben wij dan een nieuwe raad. Ik hoop, dat hij niet slechts in samenstelling, maar ook in wezen steeds weer nieuw zal trachten te zijn. Dat kan op een heel oude basis? Het collegiaal bestuur in de kern van ons democratisch bestuur. Het bestuur, niet alleen, maar tezamen, in colle ges. In het college van burgemeester en wethouders, die zo dadelijk door U als eergte bestuursdaad gekozen worden - en in het college bij uitstek?de raad der gemeente

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1966 | | pagina 78