-3- Maar daar zal dan ruimte voor nodig zijn, ruimte die er ook rondom de in onze streek bestaande woonkernen volop en in overvloed is. Op de stedebouwkundigc vraag? "Mag men zich baseren op oen eerste ontwikkelingsfase, waarbij Dinteloord, Fij naart en Willemstad elk een ontwikkeling wordt toegedacht, die optimaal is ener zijds in het licht van de plaatselijke mogelijkheden (geografische situatie en economische structuur), anderzijds in het licht van hun sociologische behoeften- patroon?" zou ons college antwoorden? "Ja, Het college wil nogmaals beklemtonen, dat het - gezien de daarvan af - en daarmee samenhangende bestemmings- en partiële bestemmingsplannen - met de mees te spoed tot een structuurplan Dorp Fijnaart en zo tot goedgekeurde bestemmings plannen wil komen." Of er oen, en zo ja, wat voor een bestemmingsplan voor Heijningen moet komen is in nog sterker mate van het streekplan afhankelijk. Strikt persoonlijk daarover mijn mening gevende, een mening die ik ook reeds eerder tegenover belangstellen den uitsprak, zou ik willen zeggen, dat onder deze voor onze gemeente nieuwe en een ander, industrieel tijdperk,inluidende omstandigheden meer dan ooit moot worden opgepast met een beleid van versnippering en verspreiding van onze kern- vormende mogelijkheden. Wij hopen dus dit jaar verschillende partiële bestemmings plannen in te dienen. Het werk aan hot structuurplan Jorp Fijnaart stagneert voor lopig ook nog enigszins door het verwachte streekplan, 3» Industrialisatie? Zoals U gemerkt hebt, is dit punt zijdelings reeds eerder ter sprake gekomen. Het zal met veel onderwerpen net zo zijns je kunt ze niet scheiden, ze hangen onderling te nauw s-imon.Veel wil ik over onze industrialisatie, het lang verwachte en nu toch werkelijk beginnende procos van het scheppen van eigen industriële werkgelegenheid in streek en gemeente, niet zeggen. De folder, die voor U ligt en waarvan nog ruim 1200 exemplaren op verspreiding, op acquisitie, liggen te wachten, spreekt voor zich. Slechts dit? Fijnaart en Heijningen is als kleine ge meente op de uitdaging van tal van rapporten van provinciale overheid, samenwer kende gemeente en kerkelijke zijde ingegaan. Zij is begonnen. Zij heeft f. 650,000,in de sluiswerken in de Dintel en voorlopig f. 4*000.000,in het industrieterrein aan de Dintelmond geïnvesteerd. De gemeente heeft de laatste 9 jaar bovendien 8?r miljoen aan kapitaalswerlcen geïnvesteerd. Ze moest dat doen. Er zijn in dit deel van de Westhoek, een gebied Fijnaart - Dinteloord - Willem stad - van 12,322 ha. en een kleine 12.000 inwoners, practisch geen industriële bedrijven die een niet agrarische beroepsbevolking in loondienst van 2100 man werk kunnen geven. Het gevolg is een pendel, die waarschijnlijk nergens zo groot is als hier. In i960 pendelde reeds 72?° van deze beroepsbevolking. Nu - 1966 - zal dat cijfer, zeker voor onze gemeente, op 80 - 85$ gesteld mogen worden. Er was de keus tussen langzaam maar zeker leegbloeden of - door een nieuwe indus triële impuls - weer opbloeien. Onze gemeente koos het laatste. Het moet echter duidelijk gesteld worden» zij kan dit niet alleen. Zij rekent daarom op hulp en steun van Provinciale- en Rijksoverheid. In mijn installatie-rede verzocht ik reeds een der gemeenten tot kerngemeente te verklaren. Ik zou dat thans - na me 8 maanden in de mogelijkheden en moeilijkheden van onze industrialisatie intens verdiept te hebben - met nog meer kracht willen herhalen. Zonder kern- of andore vergaande faciliteiten zullen wij de ons gestelde taak nauwelijks kunnen vol brengen. Als grotere gemeenten - die al jaren lang kern zijn - hun taak zonder dat voorrecht menen niet te kunnen vervullen en - wat wij overigens heel begrij pelijk vinden - om continuatie vragen, zouden wij wel eens willen weten, hoe kleinere gemeenten het alleen moeten klaarspelen. Wij zullen onze stem en ons verzoek dan ook krachtig laten horen bij het nieuwe onderzoek naar de aanwijzing van kerngemeenten, dat door het Ministerie van Economische Zaken is gestart! Wij willen het hierbij laten, de folder vertelt U de rest.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1966 | | pagina 4