GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN TELEFOON (01686)3 50 POSTREK. ONTV. 1070871 HAHDELINGEUT VAIT DE R AADSVER GADERIUG VAN VRIJDAG 28 JANUARI 1966# Do voorzitter? Ik open hierbij de vergadering van de gemeenteraad van Fijnaart en Heijningen en ik verzoek U een ogenblik stilto in acht te nemen# Ik dank U wel# Voordat we met de agenda beginnen wil ik eerst graag mijn nieuwjaarstoe spraak uitspreken# Op deze eerste vergadering in 1966 wil ik U en Uw gezinnen - mede namens mijn echtgenote - een gezegend nieuwjaar toewensen# Ik hoop, dat wij dit jaar opbou wend, critisoh, democratisch en eerlijk, werkelijk gezegend zullen samenwerken. Ik wil U graag enige dingen zeggen v<5(5r wij deze vergadering en dan ons daaruit voortvloeiende werk voor de gemeente voortzetten. Sommige onderwerpen zijn in de begratingsvergadoring al aan de orde gesteld^ een begroting is nu eenmaal niet te scheiden van beleid, bestuur en werk, die door haar pas mogelijk worden# Een en kele overlapping zult U me hoop ik niet kwalijk nemen. 1Bevolking? Allereerst de bevolking. Terecht komt dit punt op de eerste plaats. Het is duide lijk dat wij zonder bevolking letterlijk nergens waren4 Per 1 januari 1965 Fijnaart en Heijningen 5062 inwoners, 2488 vrouwen en - gelukkige omstandigheid voor hen - 2574 mannen. Op 1 januari van dit jaar waren er 5107 inwoners in onze gemeente, hetgeen een toencmc betekent van 45 personen. Een toename, die, hoe be scheiden ook, toch reden tot dankbaarheid is: We gaan vooruit! Maar wie zijn nu die 45 personen meer? Welnu, er werden in 1965 117 kinderen geboren en er over leden 34 personen# De natuurlijke aanwas had dus 83 (het geboorteoverschot) kun nen bedragen,, als het bevolkingscijfer niet op andere wijze beïnvloed was, name lijk door het vertrek. Er vertrokken in 1965 maar liefst 176 mensen. Dat zou een getal zijn groot genoeg om ons hele positieve geboorteoverschot in een uiterst negatief getal om te zetten. Maar gelukkigs er kwamen mensen bij, en wel 138, zo dat het vertrekovcrschot (het verschil tussen vertrokkenen en ingekomenen) tot 38 beperkt bleef. De stijging van 45 is nu ook duidelijks geboorteoverschot (83) minus vertrekovcrschot (38) is gelijk aan de bevolkingstoename (=45)* Maar natuur lijk vraagt men zich afs wie zijn er vertrokken, wie zijn er ingekomen? Vertrokken er bijvoorbeeld slechts jonge gezinnen en stroomden bejaarden toe, dan zou de stijging een "valse" stijging zijn, een stijging die zich niet voortzet. Dit nu is niet of nauwelijks het gevals de gemiddelde leeftijd der vertrokkenen was slechta iets lager dan die der ingekomenen, terwijl de beroepsbevolking absoluut zelfs nog steeg# In cijfers - het vortrekoverschot alleen voor mannen - s Totaal ingokomons tot 18 jaar 12 18 t/m 29 jaar 31 30 t/m 44 jaar 9 45 t/m 65 jaar 1 boven de 65 4 57 zonder beroeps tot 18 jaar 12 boven 65 jaar 4 16 totaal ingokcncn mannelijke beroepsbevolking 41

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1966 | | pagina 2