- 17 -
mensen die zelf willen "bouwen. Dat door de dure bouwkosten de bereidheid
om zelf te bouwen iets zou afnemen, ja wat zwaar is moet zwaar wegen.
Volgens mij is dit niet helemaal te vermijden. Ook Uw vraag over de in
dustriële ontwikkeling in België is eigenlijk al ter sprake gekomen.
De Belgen waren industrieel, Nederland was het niet. Nederland is begon
nen en is eerder dan België geweest met het scheppen van een pakket van
maatregelen om regionale industrialisatie te bevorderen. Het begrip kern
gemeente was in Nederland eerder bekend dan in België. Bepaalde gebieden
hebben hiervan enorm geprofiteerd, onder andere Emmen, Hoogeveen, Delfs-
zijl, Etten en Terneuzen. België is wakker geworden en heeft op dit mo
ment een paar wetten die sneller, beter, ruimer en royaler werken dan on
ze regelingen. Ik deel met U deze bezorgdheid en ik hoop dat onze provin
ciale overheid, maar vooral de rijksoverheid, heel erg in de gaten houdt
dat in Brabant het aantal arbeidsplaatsen bepaald geen gelijke tred houdt
met de toeneming van het aantal arbeidsmogelijkheden. Per jaar komen er
hier zo'n 10.000 potentiële werknemers bij en er is geen sprake van dat
er 10.000 arbeidsplaatsen bijkomen. Nogmaals,wij hebben hier heel veel
contacten over en wij gaan door om in het algemeenmaar bijzonder voor
ons,er op te wijzen.
Omtrent de scholenbouw mag ik U mededelen, voorzover U het nog niet wist,
dat goedkeuring is ontvangen op het raadsbesluit tot de aankoop grond van
de heer L, Frijters, waarop de school gebouwd wordt. Ik acht het bijkans
onmogelijk, dat ons nu nog zeer lange tijd gunning van de bouw zelve zal
worden onthouden. Met gepast optimisme kan ik zeggen, dat is dan nog
pessimistisch, dat de leerlingen op 1 september 1968 in de nieuwe school
zullen zitten. Voor de toegang tot de huidige school zullen we alsnog na
gaan of toch niet een hekje kan worden gezet op straat, al is het maar een
afrastering met paaltjes, zodat de kinderen niot ineens de straat opvlie
gen.
Mijnheer van Dis, ik heb U al gelijk gegeven wat betreft de tijd die U
ten dienste stond om de begroting te bestuderen. Ik vind het ook prettig
dat U de vermindering toejuicht. U hebt gelijk als U zegt, dat het niet
zo rooskleurig is, dat heb ik zelf ook al gezegd. Er is hier niemand, die
zich op de borst slaat, zelfs niet met de hamer. V/ij zijn niet zo tevreden.
Het is niet zo bevredigend om ieder jaar met zo'n groot tekort te komen,
Ik geloof echter, dat onze wegen uit elkaar zouden gaan, mijnheer van
Dis, als U werkelijk redelijk denkend, zoudt willen stellen, dat het voor
deze gemeente onder deze omstandigheden mogelijk is om met een sluitende
begroting te komen. Ik zou U willen verzoeken Uw oordeel hierover op te
schorten tot we dat onderzoek gehad hebben. Als blijkt dat wij een na-
uitkering krijgen dan zou ons begrotingstekort van vorige jaren kleiner
kunnen worden. Ik wil niet zeggen, dat deze dan sluit, maar het zou toch
mogelijk kunnen zijn, dat objectieve boven ons staande instanties het
financiële beheer van deze gemeente niet zo slecht vinden als U zich soms
voorstelt. V/ij blijven ons best doen. Ik hoop, mijnheer van Dis, dat U
dat merkt, om met U mee te gaan, als U zegt? "we moeten proberen de zaak
in evenwicht te krijgen". Voor wie goed wil zien, die kan talloze voor
beelden vinden in de begroting en het door ons aangekondigde program dat
we op alle punten proberen dit te doen. Op verschillende punten ligt dit
niet in onze macht en is het nauwelijks mogelijk.
Heren, ik dank U voor Uw aandacht, het is toch wat langer geworden. Mag
ik iemand in tweede instantie het woord geven? Neen? Dan gaan we nu over
tot hoofdstuksgewijze behandeling.
Ik noem dus de hoofdstukken, inkomsten en uitgaven,dus niet apart.