- 11 - Ik had verwacht, mijnheer de voorzitter, dat U ons voor 1967 een sluiten de of een "bijna sluitende begroting zou hebben aangeboden en gehoor had gegeven aan de klop op de deur om een bewust zakelijk verantwoord econo misch en financieel beleid te gaan voeren. Mijnheer de voorzitter, alleen daaraan in Uw beleid prioriteit te geven, is een eerste vereiste. Wanneer U aan een verantwoord financieel beleid hogoro waarde toe wilt kennen dan aan politieke hobbies en persoonlijke gevoelens, mijnheer de voorzitter, dan zou dit misschien voor onze gemeente in de toekomst hoop gevend genoemd kunnen worden. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, wil ik er U nog op attent maken, dat de raad behoorlijk tijd gegund moet worden om de begroting te kunnen be studeren en om zich over enkele punten te kunnen laten informeren. Ik vind 14 dagen, daarvoor in de gelegenheid gesteld, wel wat aan de krappe kant en wil aannemen dat dit niet met zekere bedoelingen is ge beurd. Ik wil het mijnheer de voorzitter, voorlopig hierbij laten. De voorzitters Wil nog iemand in eerste instantie het woord? Neen? Mijnheer van der Werf, met U dank ik alle raadsleden, die woorden van waar dering hebben geuit voor de raad en voor het college. Wij vinden het pret tig dat ook dit facet in deze zeer zakelijke raadsvergadering niet wordt vergeten. Het bespuiten van de plantsoenen heeft grote aandacht van de directie gemeentewerken. Zoals U voorstelt zal dit voorjaar vroeg gespoten worden. Een extra plantsoenarbeider is niet aangesteld. Wij zijn inderdaad van plan hulp van buiten aan te trekken voor dit werk. Wij zijn ook van plan, zoals U al gemerkt zult hebben bij het plan "beplanting Westkreek I" om meer en meer, zoals vroeger ook wel gebeurd is, de bewoners zelf in te schakelen bij het gedeeltelijk of geheel onderhouden van de groen stroken voor hun huis. Ook op andere, oude plaatsen, willen wij proberen de bewoners de groenstroken zelf te laten onderhouden, doch dit kan niet altijd omdat er soms afspraken zijn gemaakt, dat het juist niet zou ge beuren, Er zijn ook strokon aan te wijzen, die hoewel in particuliere handen zijnde, zodanig openbaar zijn, dat eigen onderhoud minder gewenst is. Maar dit heeft wel degelijk de volle aandacht van het college. Mijnheer van der V/erf en ook alle anderen, wat de belastingen betreft daar kom ik nog wel even op terug, want sommigen hebben weer speciale facetten aangeroerd. De bouwleges van 1951 waren bijzonder laag. Het bedrag, dat nu aan bouwleges gevraagd wordt zal natuurlijk geen stimulans betekenen voor de particuliere bouw. Het betreft hier bouwkosten tussen de f. 20,000,en f, 30,000,en ten hoogste zal het om een meerbedrag gaan van enkele honderden guldens, maar waarschijnlijk nog geen eens van f. 100, en ik geloof niet dat iemand om deze reden van de bouw wil afzien, U moet het eigenlijk niet zien als een verhoging, maar meer als een aan passing aan de gestegen kosten.De kosten zijn stellig zeer sterk gestegen. Volgens de gemeentewet mag U voor bouwleges vragen een vergoeding, die een matige winst garandeert aan de gemeente. Het is nu nog zo mijnheer van der V/erf, dat de bouwleges de gemeente niet een matige winst garandeert, maar nog altijd een matig verlies oplevert. Bij al zulke belastingen, die eigenlijk retributies zijn, net als bij de reinigingsrechten mijnheer Evers, zoals dat ook in de andere gemeenten, die aangesloten zijn bij de gemeenschappelijke regeling voor het ophalen van huisvuil, moet men streven naar een vergoeding die een bedrag ople vert dat de gemeente aan de voorziening ten laste legt. Prettig is dat niet. We zullen het geloof ik toch moeten doen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1966 | | pagina 130