- 10 -
Bouw R.K. Lagere
School s Reeds menig jaar spreek ik hij de algemene heschouwingen
over de begroting over de bouw van een R.K. Lagere School.
Mag ik hier de v/ens uitspreken dat in het begrotingsjaar
1967 werkelijk een aanvang met de bouw van deze zo brood
nodige school kan worden gemaakt.
Tevens wil ik van de gelegenheid gebruik maken onze dank
uit te spreken voor de medewerking bij de verbetering van
de entree van de huidige lagere school. Men schept nu de
schoenen buiten in elk geval niet meer over, binnen zal ik
het maar laten rusten.
Woningprobleem i Naar aanleiding van ons verzoek het beleid ten opzichte van
woningtoewijzing te wijzigen, onze hartelijke dank. Naar
mijn mening zijn we nu begonnen aan een redelijke weg welke
dient te worden voortgezet.
Om de zaak van onze woningbouw even nader toe te lichten, ben
ik genoodzaakt even in de geschiedenis van onze gemeente
te duiken?
Wanneer wij dan zien, dat in het tijdvak van juli 1958 tot
juli 1962 in totaal 62 woningen werden gerealiseerd, en in
het tijdvak van juli 1962 tot juli 1966 het totale aantal
217 woningen bedroeg, mogen wij alleen maar concluderen dat
door samenwerking toch ook wel iets goeds tot stand kan wor
den gebracht, waarmede de gemeenschap is gediend.
Betreffende dit laatste, mijnheer de voorzitter, zou ik er
met aandrang op willen wijzen, bijzonder goed toe te zien
op het onderhoud van de gemeentelijke eigendommen. Dat
onderhoud moet goed en efficiënt worden gedaan, opdat niet
onze nakomelingen met te overgrote problemen zullen blijven
zitten.
Slot Tot slot mijnheer de voorzitter, dank ik nogmaals de samen
stellers van dit omvangrijke werk en moge ik de hoop uit
spreken, dat door nog nauwere samenwerking nog meer belangen
van onze gehele gemeente mogai en kunnen worden gediend.
Moge ik tevens namens onze fractie U, en allen, die in het
belang van onze gemeente gewerkt hebben in het afgelopen
jaar, nog prettige Kerstdagen, alsmede een Gelukkig Nieuw
jaar toewensen.
H. van Diss Mijnheer de voorzitter,
Uit de begroting heb ik niet kunnen ontdekken de nodige bereidheid van het
college van burgemeester en wethouders om evenwicht te brengen in de inkom
sten en uitgaven van onze gemeente.
Nu zou ik een vermindering van het begrotingstekort vergeleken bij voorgaan
de jaren nog kunnen toejuichen ware het, mijnheer de voorzitter, dat het ge
lanceerde bedrag op de begroting de werkelijkheid nabij komt.
Wanneer men echter enkele tonnen die men nodig heeft voor het betalen aan
rente naar de kapitaaldienst verschuift, wordt dit even moeilijker. Men kan
heel laconiek zichzelve op de borst slaan en zeggen? "Jongens, heb ik het
niet goed gedaan. Het begrotingstekort is maar f. 183.000,
Maar, mijnheer de voorzitter, bij een gcoonsolidoorde schuldenlast van ca.
twaalf miljoen en een vlottende schuld van bijna drie miljoen, tezamen bijna
vijftien miljoen gulden, geeft dit bedrag voor onze gemeente nog altijd weinig
hoopvol perspectief.