- 5 -
Daar het jaar 1967 weer zeer moeilijk zal worden wat het "besturen be
treft van onze gemeente,nu het bezuinigingsbeleid steeds verder wordt
doorgevoerd, zal het de taak van alle raadsleden zijn Uw College met
volle verantwoordelijkheid bij te staan, opdat U, mijnheer de voorzit
ter, Uw werk in 1967 in gezondheid mag doen, wensen wij U Gods onmis
bare zegen toe. Dat U al Uw krachten mag geven in het belang van onze
gemeente
De heer van Dueren den Hollanders Ook nu willen wij weer van de gelegen
heid gebruik maken enkele woorden te spreken als omlijsting van de ons
aangeboden begroting voor het dienstjaar 1967.
Even terloops opgemerkt: naar mijn mening ligt tussen de aanbieding en
de behandeling wat weinig tijd. Het zal zijn oorzaak wel hebben, maar
voor een miljoenen—nota" en het vertrouwd worden daarmee, mag men wel
wat tijd hebben.
k Had het over een omlijsting: ja, want dergelijke penseelstreken ver
dienen v/el een lijstje. Toch hebben deze penseelstreken iets tegenover
gestelds van hetgeen bij een schilder ontstaat, dat moet namelijk meestal
op een afstand bekeken worden, dan kan het mooi worden.
Deze creatie verdient echter aandacht van dichtbij. Na deze inleiding
dus een beschouwing van dichtbij»
De begroting 1967 heeft iets vriendelijks, hij verlaat namelijk met een
wat kleiner tekort (f, 183,535?27) de schrijftafel der samenstellers.
Er is daar dus een zekere druk om het negatieve in het positieve om te
zetten. Voor dit streven dank wanneer het niet enkel charme is.
Wanneer wij hoofdstuk per hoofdstuk bezien, willen we enige aandacht
besteden aan de uitgavenkant van "Algemeen Beheer". Bij aanvang der ge
tallen worden we al direct geconfronteerd met een verhoging van salaris
sen, Er doet zich in den lande bij sommige gemeenten de neiging voor,
dat wanneer het begrotingstekort erg is, men in de vergoedingssector met
minder genoegen neemt. Er wordt dus voorbeeld gesteld. Wij vinden dit bij
ons niet. De wethouderswedden worden met f, 1.000,verhoogd, om over
de anderen niet te spreken, dit alles in tegenstelling met de presentie
gelden voor de raadsleden, die worden niot - mede door de kleine verho
ging in 1966 waarschijnlijk - opgetrokken. Toch vond ik, na die summiere
verhoging, een betere relatie met de wethouderswedden, dan nu na de ver
hoging de relatie wordt. Dit hoofdstuk overziende, kan ik erin komen dat
sommigen dit voorbeeld willen stellen, want bij de optelling komen wij
ot de conclusie, dat de totale personeelslast van onze gemeente een
grote is.
Het hoofdstuk "Openbare Veiligheid" heeft ook pieken, maar deze pieken
geven in directe zin veiligheid aan, behoudens de hogere personeels-
druk, die ik indirecter wil zien dan b.v, een lichtmast.
De uitspraak "Volksgezondheid", de betiteling van hoofdstuk 4 doet zo
sympathiek aan, dat de grotere kostendruk in hetzelfde licht moet worden
gezien, geeft mij geen reden tot vorder commentaar,
"Volkshuisvesting", hoofdstuk 5, loopt in zijn bedoelingen parallel met
voriê>e? over dit hoofdstuk mijnerzijds geen bezorgdheid.
"Openbare werken", hoofdstuk 6, wel wat gematigder, maar toch altijd
een grote slokop in onze gemeentebegroting. Deze druk moet zeer verant
woordelijk zijn, en daar loopt het bij mij over. Ik weet, in onze ge
meente wordt openbaarlijk veel gewerkt in z'n algemeenheid, per onderdeel
kan ik het moeilijk overzien, dat moet het hoofd van deze dienst beter
weten. Dat de prestaties dienovereenkomstig moeten zijn, verlangt het
cijfermatige van dit hoofdstuk. Een totale personeelslast van deze be-
heersdienst van f. 88.280,54 is niet onbeduidend meer, al is mij bekend,
dat veel ervan doorgecalculeerd wordt.