Ik heb goede hoop om aan te nemen dat we in 1966 tot een vorm van samenwerking kunnen komen. U mag dan denken aan de Z~*kluza, maar ik moet U er wel op wijzen, dat U in de intergemeentelijke samenwerking zeer veel vormen hebt en dat ik voor alles in die samenwerking reëel wil blijven. Samenwerking is goed mogelijk als twee voorwaarden getoond zijns1_. Gemeenschappelijke belangen^ 2. Vertrouwen. Gemeenschappelijke belangen hebben wij allen» Dinteloord en Willemstad, U heeft dat kunnen merken uit hun raadsverslagen, zijn zeer geïnteresseerd in onze in dustriële ontwikkeling. Mijn collega uit Dinteloord heeft gehoopt dat door onze industriële ontwikkeling de geringe migratie uit zijn gemeente tot staan zal worden gebracht. Collega Bouman uit Willemstad spreekt herhaaldelijk de wens uit om tot een vorm van samenwerking te komen. We moeten echter reëel blijven en we hebben ook tegengestelde belangen. We zullen dus heel nauwkeurig moeten zoe ken naar die belangen die gemeen zijn en op basis van die belangen elkaar trach ten te vinden. Het tweede zullen we moeten zoeken, dat is niet altijd geweest, dat vertrouwen, we zullen dit ook persoonlijk moeten vinden en daarvoor is veel tijd nodig. Maar ik geloof heus wel dat wij kunnen komen tot een vorm van samen werking. U hebt ook gevraagd kunnen wij niet eens geïnformeerd worden over de industriële ontwikkeling, daarop heb ik U reeds antwoord gegeven. U hebt ook iets gezegd over Limburg, dat is me uit het hart gegrepen. Wij doen als kleine gemeente in zekere zin hetzelfde als grote gemeenten, die kern- of ontwikkelings gemeenten zijn, wij moeten dezelfde infrastructurele eisen vervullen. De indus trie heeft geen erbarmen met ons als wij zeggen? "Het spijt ons wij zijn geen kerngemeente en wij kunnen dus niet zoveel toeslag op de te verkopen terreinen aanbieden en we kunnen U niet onmiddellijk garanderen dat een rijksgoedkeuring spoedig afkomt." Wees^ er van overtuigd, mijnheer van Dueren den Hollander, dat ik deze maand weer naar den Haag zal gaan naar de afdeling Regionale Industria lisatie van het Ministerie van Economische Zaken om daar wederom een subsidie te vragen voor ons industrieterrein, want ook als je geen kerngemeente bent kun je zo'n subsidie krijgen. Ik heb ook contact gehad met het Economisch Technologisch Instituut in Tilburg en met Gedeputeerde Staten en zo'n verzoek zal waarschijn lijk eind dit jaar nog gebeuren en anders begin volgend jaar. Men kan helaas wel zeggen, dat deze bedragen een zwakke, zeer 2wakke afspiegeling zijn van de bedragen, die worden verkregen door gemeentenals Etten en Leur, Bergen op Zoom en Terneuzen, die dus wel kerngemeenten zijn. U ziet overal in Nederland de gemeente die groot is, wordt groter, de gemeente die klein is kan zich met heel veel moeite tot enig niveau opwerken. Mijnheer van Dueren den Hollander, nog maals buitengewoon bedankt voor Uw opmerkingen. Mijnheer Bos, U heeft meer onderwerpen genoemd, waaruit kritiek spreekt. Over openbare werken kan ik niet anders zeggen - en het hele college met mij - dat openbare werken zowel onder de oude directeur, als onder de nieuwe, het uiter ste heeft gepresteerd. Er is een tijd geweest dat er door een niet duidelijke beleidslijn wel eens ongewisheid bestond. Ik kan nu slechts zeggen men deed tal van projecten. Ik zal ze nu niet allemaal op gaan noemen. Ik geloof namelijk dat de beschouwingen,gehouden door U zelf en door Uw collega's,het beste bewijs daarvoor zijn, dat in zo'n kleine dienst eigenlijk met slechts êên man die hoger technisch onderwijs heeft genoten, die dus in staat is bestekken en bouwplannen samen te stellen, van deze dienst menselijkerwijs eigenlijk niet gevergd kan worden al deze dingen, groot en klein, goed uit te werken. Ik kan niet anders doen dan mijn volledige vertrouwen van het college uit te spreken in het werk dat door openbare werken gedaan wordt. "We zeggen meteen toe - en dat hebben we reeds eerder gedaan - dat de directeur gemeentewerken zal zoeken naar mogelijk heden om tot een zuiniger beleid te komen. Die f. 8.000,die ik reeds noemde is voor het merendeel bezuinigd op onderhoud plantsoenen. Ons sportterrein is buitengewoon duur. We hebben een plan proberen te maken, maar het is een heel moeilijk plan om de voetbalclub zelf te brengen tot een vorm van onderhoud, maar dat is buitengewoon moeilijk en bovendien heel gevaarlijk om zoiets uit handen te geven. Wat de straat voor de R.K. Kerk betreft dit is nog niet tot een oplossing kunnen komen, omdat diverse mensen niet bereid waren hun grond te ver kopen, die voor de verbetering nodig is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1965 | | pagina 83