-9- on op enkele plaatsen een parkeerverbod in het leven te roepen, daar het op den duur een onhoudbare toestand zal worden» In de raadsvergadering van 22 december 1964 werd besloten tot overname van een stukje weg gelegen tussen Helsedijk en Kraaiendijk. Gaarne zou ik onder Uw aandacht willen brengen dat dit stukje weg levensgevaarlijk is om te berijden. Bestaat er geen mogelijkheid hier verbetering in aan te brengen? Wat de woningbouw betreft in 19^5 mogen wij alle lof toe zwaaien aan Uw college en Directie gemeentewerken, dat er dit jaar een groot aantal woningen zijn klaar gekomen, en nog in aanbouw zijn, en we mogen ons ook verheugen dat op het laatste moment de 10 premie A woningen door de bouwvereni ging "Fijnaart" in Heijningen gebouwd worden. Mijnheer de Voorzitter, verder zou ik U in overweging willen geven, bestaat er geen mogelijkheid om ook in Heijningen een tiental bejaardenwoningen te bouwen, daar het grootste aandeel van de bejaarden Heijningen vertegenwoordigt. Verder is waakzaamheid geboden bij het bouwen in de toekomst van zekere "keuzeplannen" dat niet dezelfde fout wordt gemaakt als in plan "Langeweg", want dit lijkt wel op een blokkendoos. Wij moeten de mensen woningen kunnen bieden welke zo leefbaar mogelijk zijn. Ook voor de gebreken aan de bestaande woningen vraag ik Uw college de volle aan dacht. Daar het bij de R.K. Jongensschool een onhoudbare toestand is, zowel school als bestrating, wordt op spoed aangedrongen om in 1966 een aanvang te maken met de bouw van de nieuwe school. Nu de Algemene Bijstandswet per 1 janu ari 1965 van kracht is geworden en normen worden gehanteerd voor de bejaarden welke een minimuminkomen hebben, zou ik onder de aandacht van Uw college willen brengen, dat de levensstandaard van de bejaarden in onze gemeente aan de zeer lage kant ligt. Daarom zou ik voor willen stellen om het verzoeksohrift van de Plaatselijke Commissie van de Gezamenlijke Organisaties in studie te nemen. Mijnheer de voorzitter, als Uw college al deze wensen en vragen in 19^6 en ook het werk rond het industrieterrein welke wij kenbaar maken, dan mogen wij U en Uw college sterkte en wijsheid in het beleid van onze gemeente en Gods onmisbare zegen toewensen. De voorzitter; Ik wil U gaarne bedanken voor Uw waardevolle constructive werke lijk bijzonder prettige opmerkingen. Ik zou ook U Gods beste zegen willen toe wensen om met ons het jaar 1966 tot een goed jaar te maken. Wanneer ik zulke op merkingen en referaten van U aanhoor dan geloof ik dat het college goed met U zal kunnen samenwerken. Het is niet de bedoeling van het college U een algemene beleidslijn te geven. We hadden de bedoeling om dat te doen in de eerste verga dering in het nieuwe jaar die we in de eerste helft van januari zullen beleggen. Een raadsvergadering met weinig agondapunten zodat we dan goed kunnen praten, hoewel ik dadelijk de vragen moet beantwoorden, over onze algemene lijn. De heer Bos heeft gevraagd of U eens informeel kunt horen hoe de zaken staan. Ik wilde U namelijk uitnodigen om,met mij en mijn vrouw en met U en Uw dames, na die raadsvergadering in januari een stukje te gaan eten in hotel de Beurs, zodat U na de raadsvergadering volledig de tijdhebt om van ons dingen te horen die U hier, omdat onze agenda al zo overbelast is, niet zult horen. Ik hoop dat U dan allemaal met mij meedoet, datum en tijd zal ik U nog nader mededelen. Als alles wat U gevraagd heeft allemaal moet gebeuren dan heb ik zo»n idee dat het tekort volgend jaar met f. 100.000,— is opgelopen. Dat is niet om het zo maar af te doen, we zullen ons best doen, maar we hebben nu eenmaal het geld niet. Ik zal proberen die werken te noemen die we misschien wel kunnen uitvoeren. Mijnheer van Dueren den Hollander, U hebt uitsluitend zaken genoemd waar het ge hele college het volledig mee eens is. Als wij terugschakelen zal de leefbaar heid die wij opbouwen scheuren gaan vertonen. Het is inderdaad wat jammer dat op een wat later tijdstip het vooruitzien begonnen is en niet wat eerder. Het is ook jammer dat wij na jarenlang vragen nog steeds niet weten hoe onze positie is in het kader van de Financiële verhoudingswet tussen rijk en gemeenten. Het is zeker dat het onze bestuurskracht geweld aandoet omdat wij niet over de mid delen beschikken. U hebt ook de intergemeentelijke samenwerking genoemd, waar over ik niets gezegd heb. Wij zijn direkt begonnen om weer oontact te zoeken, dat het vorige college heeft gehad, met de buurgemeenten Dinteloord en Willem stad en dat dit contact in werkelijk zeer goede verhouding voortgaat.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1965 | | pagina 82