-5-
Wo hebben in de conceptbegroting, die U dus niet gezien hebt, f. 8.000,— ge
schrapt aan posten voornamelijk op gemeentewerken, maar ook op literatuurgobicd
en op kantoorbehoeften betrekking hebbende.
2.* belastingverhogingen en eigen inkomsten te bevorderen^ U zult kunnen verwach
ten dat we in het komende jaar bij U komen met een voorstel om de reinigings
rechten te verhogen en wel van f. 12,— tot f. 15,— en dat we ook bij U komen
mot een voorstel om de logos voor bouwer gunningen te verhogen maar verder willen
wij op dit moment niet gaan. We hebben een onderzoek ingesteld naar de belasting-
druk in een paar gemeenten in de randstad en in 8 kleinere en grotere ons omrin
gende gemeenten. Ons is gebleken dat zeker gezien de enorme zware lasten die op
ons drukken,o.a. de poldcrlasten, deze belastingdruk in onze gemeente helemaal
niet lager maar eerder hoger ligt. We zullen een voorstel tot ingrijpende belas
tingverhogingen eerst tweemaal bekijken eer wij hot U zullen aanbieden, omdat
do gemeentelijke belastingen werkelijk al zwaar drukken. Wij hopen U over 66n
jaar een begroting aan te bieden die gunstiger is on U over édn jaar ook te la
ten zien al heb mogelijke gedaan te hebben, pk wil er toch Uw aandacht voor vra
gen, dat U niet alleen zit mot een nieuwe voorzitter, maar ook met een nieuwe
directeur gemeentewerken. Deze heeft een begroting gevonden,dio hij niet direkt,
dat spreekt vanzelf, de zijne heeft kunnen noemen, en staat te trappelen om U
volgend jaar, met recht, een programmatische, uitgekiende, functionele begroting
aan ^o bieden, want een begroting moet een afspiegeling zijn van een modern be
leid. ik heb dit werkelijk willen doen omdat ik dacht dat juist deze financiële
punten weinig aan do orde zouden komen. En dan wil ik U nu vragen of U naar aan
leiding van dit punt op onze agenda nog iets te vragen hebt. Wie van U mag ik het
woord geven?
De hoer van Duoren den Hollander; Het is meen ik een goede gewoonte op de avond,
dat de begroting behandeld wordt, dat diverse raadsleden naar hunner behoefte oen
beschouwing geven. Deze beschouwing kan enkelvoudig een kritische begeleiding van
de boekwerken zijn, hij kan ook breder afgestemd worden. Het is zonder meer ver
heugend, dat een openbare begrotingsvergadering meer belangstelling geniet dan
do andere vergaderingen. Deze belangstelling kan men niet afmeten enkel aan het
tribune-bezoekdaar blijkt het namelijk niet alleen uit. De politiek meelevende
gemeentenaren zooken namelijk moor dan gewoon naar de inhoudswoergave van deze
vergadering in hun kranten. Ha lezing van dit alles komt dan de publieke be
leidslijn voor de dag, die nogal eens verschilt met die van het beëdigd college.
Dat is gelukkig, want ook de verantwoordelijkheid van publiek en college is an
ders. Waarom wordt dit door mij nu bij de aanvang gestold? Ik zal proberen dit
uit te leggen. In de eerste plaats omdat het onze verantwoordelijkheden onder
streept, daarnaast het van de zijde van het publiek achter de feiten aanlopen, In
oen gemeente in opkomst en een steeds groeiende bogrotingsomloop, met een nu voor
het eerste iets zakkend, toch erg groot tekort, is hot prettig maar ook nodig,
dat wc begeleid worden door een politiek meelevend achterland, maar dan oen mee
leven bij voorbaat. Wiet dus achter do feiten door enkelvoudig te stellens"Ze
maken er wat van ."Laten we dit als inleiding beschouwen. De begroting zelf was,
zoals de laatste tijd gebruikelijk, goed verzorgd, Opgemorkt, het is goed, dat
oij herhaling er een commissie-vergadering aan voorafgaat, men kan dan wat hoofd
stukwijs worden. Trouwens daaraan zal de tocgozogde veranderde redactie van het be
grotingsboekwerk 1967 al een heel eind tegemoet komen, namelijk het terugvindon der
onderdelen. Do begroting in zijn algemeenheid geeft een tekort aan van zo'n
f. 215.000, Een f. 13.500,— minder dan in 1965«Naee gestage climax van voor
gaande begrotingen is dit een gunstig teken, het geeft de moedon hoop. Wanneer
wij nu do aangeboden begroting por hoofdstuk doorwandelen, dan zijn het naar mijn
smaak - en gelukkig - kleine dingen, dus bedragen die disputabel gesteld kunnen
worden, naar mate do kleinheid wordt do behoefte het te doen minder. Do aanwezige
kleinigheden om te stellen zouden dan zitten in hoofdstuk II Algemeen Beheer en
hoofdstuk VI Openbare Werken