-3- Als U dat kunt dan heeft U met recht een programmatische begroting» Paar kom ik straks nog op terug» Het beleid zal ik nu even laten rusten dat zal straks met Uwvragen nog ruim aan bod komen» Punt twee, dat is de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten. "He kunnen constateren dat deze verhouding altijd al moeilijk was, maar dat die de laatste tijd buitengewoon moeilijk is geworden. De korn van hot probleem ligt hierin dat de oude, ouder dan wij eigenlijk, autonome gemeenten eens ook autonoom zijn ge weest in het hebben van de middelen en dat deze gemeenten thans staatsrechtelijk eigenlijk nog net zo voortbestaan en hun autonomie, wat de middelen betreft, volledig niet meer hebben» Het aandeel van de gemeentelijke inkomsten, van de ge meentelijke middelen dus in de totale inkomsten, is in de meeste gemeenten een fractie liggende tussen 5 en 10$. Bij ons is dat 9$, In i960 is er een nieuwe financiële verhoudingswet tot stand gekomen ter vervanging van de onvoorstelbaar veel wetten, koninklijke besluiten en verordeningen» Van de zijde van het rijk is altijd geprobeerd om de gemeentelijke uitgaven binnen de grenzen te houden. Het rijk heeft namelijk de plicht om een conjunctuurpolitiek te voeren om in komsten en uitgaven op landelijk niveau in de hand te houden. Het rijk kan dat niet als ze niet tevens in de hand houden de uitgaven van gemeenten, die thans 18<fo van ons nationale inkomen uitmaken, dat is erg veel. Houdt het rijk deze gemeenten niet onder contröle dan zal iedere conjunctuurpolitiek van de centrale overheid falen» Er is ook een gemeentefonds tot stand gekomen,doch dit bestaat al langer. Pat is een fonds waarin gelden uit allerlei belastingen worden gestort, volgons een bepaalde verdeelsleutel, die wordt vastgesteld, naar aantal inwoners, naar aantal hectaren,naar belastingen op de bebouwde eigendommen en nog een aan tal maatstaven meer». Het wilde dus - in i960 - zijn een echt vast bedrag, dat men per gemeente kon uitrekenen en waarmede de gemeenten het moesten doen» Wat hebben we nu gezien? In plaats van regulering, in plaats van een goed conjunctuurbeleid, is het eigenlijk nog slechter gegaan dan ooit. U hoeft allen in de couranten kun nen lezen, dat een gemeente als Amsterdam met een miljoen inwoners, een tekort had op de begroting van f. 63.000.000,dat is dus een tekort per inwoner van f« 63, Ik weet niet of dat financiëel gebruikelijk is maar het spreekt mij meer aan om dit tekort per inwoner te noemen. We zien dat Rotterdam een tekort heeft van maar liefst f. 70.000.000,--, dat is in die gemeente een tekort van f. 100,— per inwoner. Den Haag, beduidend kleiner, namelijk f. 14.000.000,— dus per inwoner f. 25,Straks zullen we Pijn aart bekijken. U begrijpt dus wel dat er met de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten werkelijk pro blemen zijn. Het doet mij denkon aan twee voorbeelden 1 een voorbeeld van ouders die hun verdienende kinderen - wij zijn ook verdienende kinderen wij betalen be lasting - zakgeld geven dat laag is,om dan tenslotte toch als de kinderen gaan trouwen, hun uitzet te betalen5 U leunt het ook verklaren met de moeder die haar kinderen zonder eten naar bed stuurt, maar om tien uur toch maar met een boterham naar boven sluipt omdat ze het zo zielig voor de kinderon vindt. U voelt dit be leid is niet goed. De gemeente weten niet meer waar ze aan toe zijn.' De gemeenten protesteren en zeggen die sleutel voor die uitkering is geen maatcostuum maar een confectiepakjc, die past niet op de concrete individuele situatie van bepaal de gemeenten. Onze financiële verhouding is, naast die van vele grote steden, bijna net zo beklagenswaardig. Er zouden meer kleine gemeenten samen moeten spreken tegen diezelfde overheid. Dat het waarachtig niet de grote gemeentenzjjn, maar ook de kleine gemeenten, die met deze dingen kampen moge blijken uit ons begrotingstekort van f. 27,— per inwoner. De inkomsten die we nu hebben aan ei gen belastingen bedragen per inwoner ongeveer f. 23,—, dat wil dus zeggen indien wij onze belastingen zouden verdubbelen wij nog altijd een aanzienlijk tekort zouden overhouden. En dan kunnen wij zeggen waarom? De sleutel past niet op ons. Wij zijn niet een gemeente van 5100 inwoners, wij zijn een gemeente van 5100 in woners die sinds een aantal jaren bekend is met plannen, mot initiatieven, met voorzieningen, die hopeloos achter waren geraakt, met wegen,met rioleringen,met nieuwbouw, met plantsoenen en allerlei andere dingen en thans, zoals U weet, pas goed begonnen is do toekomst in te gaan,door een zeer groot miljoenenproject aan te pakken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1965 | | pagina 76