"beleid, van gedeputeerde staten treden, dat speelt zich af op hoger niveau, daar "blijven wij af. Wij zitten in het beleid van onze gemeente, misschien dat Uer meer van weet, maar wij weten het niet, U bent bang dat de rechtszekerheid van de mensen uit onze gemeente in hot gedrang komt. Wij zullen onzerzijds alles doen wat mogelijk is om hen zoveel mo gelijk rechtszekerheid te geven8 U hebt het gehad over verhoogde belas tingen voor onze bewoners. Mijnheer van Dis we weten er echt niets van, we zullen af moeten wachten hoe de toekomst zich zal ontwikkelen. Dat er met de representatiekosten en dergelijke zeer royaal omgesprongen wordt, meen ik te moeten ontkennen en dat alles binnen het raam gehouden wordt wat wij nodig denken te hebben. U had onze nieuwe burgemeester graag een sluitende begroting aangeboden. Dat hadden wij ook wel graag gewild, maar het was ons nu eenmaal niet mogelijk f, 180.000,in één jaar weg te werken. Dat er geen pogingen gedaan zijn om een sluitende begroting samen te stellen, daar meen ik tegen te moeten protesteren. Het begrotingstekort is ongeveer even groot als vorig jaar. Dat deze begroting niet sluitend is komt omdat over 1962 nog geen subjectieve bij drage door het rijk is verleend. Was dit wel geschied dan was het een sluitende begroting geweest mijnheer van Dis. Dit zult U toch wel willen erkennen. Wie van de heren wenst gebruik te maken van de replieken? De hoer Evers; Ik heb eigenlijk bedoeld met de R.K. Meisjesschool, dat de entree van de R.K. Meisjesschool eens een keer goed herzien moet worden. Mogelijk dat dat kan. De heer van Dueren den Hollander; Het is mij niet bekend dat er één ge meente is in den lande waar de begroting 1963 en 1964* die tekorten vertoonden, reeds goedgekeurd zijn. Ik wil nog wel een andere opmerking maken ten aanzien van mijn beschouwing over een eigen technische dienst. Dat we met deze bedragen voordeliger uit zullen zijn dan dat we het door derden laten doen, kan ik met U eens zijn. Wanneer ik gezegd heb is dit verantwoord ten aanzien van het inwonertal, dan bedoel ik niet de kapitaalswerken èn de werken die in voorbereiding zijn, die wil ik gescheiden houden. Over de samenwerking wil ik nog dit zeggen dat we als gemeente alleen nog niet zoveel kunnen bereiken. Als gemeenteraadslid hoor ik nog al eens zeggen:?'jullie willen hot allemaal te veel alleen doen, "jullie zijn te zelfverzekerd, jullie willen wel samenwerken, maar je tracht "toch het grootste gedeelte zelf op te eiseri'. We moeten werkelijk eens gaan samenwerken met de gemeenten, die ik reeds noemde. Ik dacht dat het goed zou zijn als het eens kon gaan gebeuren en dat we dit dan in een goede sfeer moe ten gaan voorbereiden om werkelijk in de industriële fase en in de verzorgings ontwikkeling iets te gaan betekenen. Ik heb elke keer weer een antwoord gekre gen dat dit zou gebeuren. Do samenwerking houdt dan weer op en dan leven we weer een jaar verder en je merkt van de echte samenwerking niets. Do hoer Bos; Voorzitter, or is gesteld om voor hot onderhoud van dio plantsoenen een wedstrijd te organiseren. Ik ben bang dat we dan dezelfde rommel houden. Ik vraag me alleen af waarom een gemeentearbeiderals hij bezig is met het opknappen van de plantsoenen en hij komt dode bomen tegen en hij zaagt deze af of rooit ze uit, dan van de technische dienst de politie achter zich aankrijgt. Dit bevreemdt me toch wel. Hoe zullen we dit bij wedstrijden gaan doen? Dan zullen we misschien allemaal wel opgesloten worden. Ik vind dit een moeilijke zaak.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1964 | | pagina 88