- 2-
1Onderzoek geloofsbrief W. van Hoof.
De voorzitter; Ik benoem de heren Bos, Evers en de Wit als leden van de commissie
van onderzoek.
Ik schors nu de vergadering om de commissie gelegenheid te geven de geloofsbrief
van de heer van Hoof te onderzoeken.
Ik heropen de vergadering en verzoek de rapporteur zijn bevindingen ter kennis
van de gemeenteraad te willen brengen.
Be heer Evers; Be geloofsbrief, mijnheer de voorzitter, is in orde bevonden.
336 raad besluit zonder hoofdelijke stemming de heer van Hoof toe te laten als
raadslid.
Be ^voorzitters. Voordat ik punt twee aan de orde stel wil ik nog even iets zeggen
omdat dit de eerste vergadering is in het nieuwe jaar.
1964 wordt voor Fijnaart een belangrijk jaar. Zoals de zaak zich thans laat aan
zien, zullen we beginnen met het industrieterrein, doorgaan met voorbereidingen
voor de woonkern Oranjestad, We zijn bezig aan een uitbreidingsplan voor de ge
hele gemeente en aan een structuurplan van het dorp Pijnaart, Ondertussen is er
weer een grote modderige stap gezet in de richting van een goed rioleringssysteem
voor het dorp Pijnaart.
Bit jaar zal nog worden begonnen met het bouwrijpmaken van het plan "Westkreek I"
en studie zal worden gemaakt van een rioolwaterzuiveringsinstallatieook in West
kreek I, althans om mee te beginnen.
Ook de woningbouw in Heijningen moet aandacht krijgen.
Over woningbouw gesproken? Het bevredigt, waarschijnlijk ons allen zoals we hier
zitten, al een hele tijd niet, dat we niet langs een meer wetenschappelijke,
meer gedocumenteerde lijn lopen met onze woningbouw. We hebben het gevoel dat we
te weinig doen voor de bejaarde huizen-bewoners en voor de alleenstaanden. We
voeren ook aan, dat we iets moeten doen voor de zeer grote en voor de zeer kleine
gewinnen, maar meer dan een gevoel is het niet, we weten te weinig. We zijn daarom
bezig een goed onderzoek in te stellen, een goede documentatie samen te stellen,
maar dat kost energie, inzicht en vooral TIJB. Bit laatste vooral is een precaire
zaak. Iedereen heeft maar een bepaald bereik. Ga je daarover heen, dan vallen er
^rokken en aan brokken hebben we niets. Het is heel eenvoudig te stellens dit of
nat moest maar eens gebeuren, maar meestal realiseren we ons niet ten volle, wat
het betekent voor de mensen, die het moeten uitvoeren.
- i Djar komt nog iets bij, dat naar mijn mening de aandacht wel mag hebben.
^eker de laatste jaren is door het gemeente-apparaat tegenover de "klanten" op
he gemeentehuis en daarbuiten in een zeer maatschappelijke sfeer gewerkt. Ik
bedoel, dat iedereen, die met de gemeente te maken kreeg, zoveel mogelijk maat-
sc appelïjk-mensolijk werd benaderd en zo weinig mogelijk ambtelijk in de zin,
die wel begrijpt. NATUURLIJK, zult U zeggen en op het gemeentehuis vonden we
dat ook natuurlijk. Het geeft natuurlijk voldoening de helper, de steun, de sti
mulator de adviseur, de vertrouwensman te kunnen zijn. Er zijn maar heel weinig
mensen aie voldoening scheppen in een houding van boeman, chronisch criticus,
bureaucraat, "echo ambtenaar", zoals we dat zo graag noemen! Maar toch,zo
natuurlijk is het toch niet! Er is ook een keerzijde aan de medaille. Een keerzijde,
die zeer vele gemeenten er toe heeft gebracht minder, véél minder "maatschappelijk"
te zijn dan wij en die keerzijde heet alweer? TIJB! Het kost enorm veel tijd na—
sporingen oe doen voor iemand, die het - zij het met veel moeite - ook zelf zou
kunnen doen, om grondig bepaalde problemen met iemand te bespreken en al die
dingen te doen, die niet duidelijk aanwijsbaar de taak zijn van de ambtenaren.
Moeten wij met dit "extra-werk" doorgaan? Moeten we doorgaan met naam te maken
als de gemeente waar "een heleboel kan", als de gemeente, waar je gerust naar
toe kunt gaan om de inlichtingen te halen die je nodig hebt, waar men niet zo
strikt ambtelijk is als in vele andere gemeenten?