GEMEENTE FUNAART EN HEIJNINGEN
TELEFOON (01686)350 POSTREK. ONTV. 1070871
Handelingen raadsvergadering van 9 december 1963.
De voorzitter: Ik open deze vergadering en verzoek U een ogenblik stilte
in acht te nemen. Ik heet U welkom op deze raadsvergadering die U genood
zaakt hecTtom door het winterse weer hier naar toe te komen.
1Notulen van de raadsvergadering van 29 augustus 1963.
De raad "besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
"burgemeester en wethouders.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
De heer Bos; Met Uw voorstel om het verzoek Frijters ter afdoening in handen
van het College te stellen -met verwijzing naar artikel 209 letter h van de
Gemeentewet, hoewel niet genoemd neem ik aan dat deze wordt "bedoeld- kan ik
helaas niet eens zijn.
Het College heeft, gezien het dossier in de raadsportefeuilledit al lang
genoeg in handen gehad.
Op 27 april komt het eerste verzoek van Frijters.Burgemeester en Wethouders
antwoorden op 22 mei en wijzen met een naar mijn smaak weinig zeggende argu
mentatie dit verzoek van de hand.
Op 8 juli herhaald Frijters zijn verzoek. Hierbij spreekt hij van willekeur.
Ik zou graag weten of dit juist is?
Op 24 juli antwoordt het College opnieuw zoals het reedB eerder deed. Na de
2e afwijzing wendt Frijters zich bij schrijven van 20 augustus tot de raad.
Kennelijk is dus door het in handen zijn van het College van Burgemeester en
Wethouders geen bevredigende oplossing verkregen.
Ik stel voor aan Frijters de gevraagde uitweg te verlenen.
De beschadiging of vermindering van het zogenaamde plantsoen is minimaal.
Er loopt nu een toegangspad naar de voordeur van zijn woning.
Dit pad kan komen te vervallen en met groen worden beplant.
Op de gevraagde plaats wordt een iets breder pad aangelegd.
Het zal mijns inziens geen ontsiering van de groenstrook langs de straat met
zich brengen.
De voorzitter; Wat U voorstelt mijnheer Bos is niet mogelijk aangezien inge
volge artikel 209 h van de gemeentewet deze zaak tot de competentie van Bur
gemeester en Wethouders behoort. Dat de zaak zolang geduurd heeft is uiter
aard mede te wijten aan de omstandigheden dat eerst wel een akkoord en daar
na weor geen akkoord met Frijters kon worden verkregen. Daarna heeft Frijters
weer aanvraag ingediend en heeft hij opnieuw antwoord gekregen. Ik weet die
data niet meer precies uit mijn hoofd, maar we hebben in het begin een dui
delijk antwoord gegeven. Van willekeur is geen sprake, er is heel duidelijk
gezegd dat er een mogelijkheid bestaat om een achterpad aan te leggen waar
over de heer Frijters de garage, die in de tuin gebouwd is, zou kunnen be
reiken. Dit is een zaak voor Burgemeester en Wethouders, Nog een van U heren?
De heer van Dis; Mijnheer de voorzitter ik ben blij te constateren dat er
nog een gemeentewet is en dat er deze keer eens in gekeken is. Toch zou ik
graag willen weten of dat nu zulke doorslag gevende argumenten zijn, om de
heer Frijters niet ter wille te zijn. Want kennelijk zijn Burgemeester en
Wethouders niet van plan om Frijters ter wille te zijn. Is het nu zo'n groot
bezwaar om uit esthetisch oogpunt die uitweg niet te geven.
De voorzitter; Mijnheer van Dis, het is niet mogelijk om in dit grote College
nog eens over deze zaak te spreken. In de eerste plaats, het is niet een
zaak van de raad, zoals U terecht avoueert. Er in in de vergadering van Bur
gemeester en Wethouders uitgebreid over gepraat. Er is met Frijters gepraat
en Burgemeester en Wethouders hebbengrondige redenen om het verzoek
van Frijters af te wijzen. Het behoort tot de bevoegdheid van de raad. Deze
zaak is uit en te na besproken in de vergaderingen van Burgemeester en Wet
houders en van willekeur of niet ter wille zijn is geen sprake.