Mijnheer de voorzitter, het precies lezen van de "begroting 1963 "bood de
mogelijkheid van het houden van deze "beschouwing. Het gaf mij een "bevre
diging, deze neemt in waarde toe als het ertoe leiden kan dat zowel de
eerste "bedoeling, namelijk de "bestuurskracht onzer gemeente erdoor "bevor
derd kan v/orden. Zo gezien mag van mijn kant het eerste van mijn "betoog
domineren "boven het tweede, de vragenstelling. Alhoewel ook dit laatste
"belangrijk is, ja zelfs zeer "belangrijk, want het is zo dat een gezonde
realisering voor industrialisatie in een behoeftebevrediging voorziet en
deze "behoeftehevrediging mag cijfermateriële aandacht vragen.
Mijnheer de voorzitter, ik wil besluiten met de wens dat God ons zoals in
1962, ook in 1963 een klimaat wil geven, dat de realisering van al onze
plannen mogelijk maakt, daarnaast, dat wij èn als gemeente èn als "bestuur
van deze gemeente, het ook aanvaarden als het in Gods voorziening heel
anders afloopt. Ik dank U,
De voorzitters Mijnheer van Dis vraagt grote aandacht van de raad voor
deze "begroting. Ik geloof dat deze aandacht ook in ruime mate "bestaat.
Over de financiële toestand hebhen ook wij ons ruim beraden. Het is nu
eenmaal zo dat wij een bepaalde ingeslagen weg niet zonder meer ineens
kunnen verlaten. Daarom is' een uitgebreid overleg nodig. Dit uitgebreid
overleg bestaat niet alleen uit een enkele brief die aan de gemeente
wordt gestuurd, maar bestaat uit velerlei manieren van overleg. Dit over
leg gaat steeds door. Uiteraard zullen wij de raad op de hoogte houden
van de gang van zaken en U merkt het ook vanzelf. Dat wij op de ingesla
gen weg doorgaan blijkt uit de omstandigheid dat het tekort over 1963
practisch even hoog is als in 1962, wat al wijst op eon bepaalde soort
consolidatie die mijnheer van Dueren den Hollander ook al heeft genoemd.
Mijnheer Bos heeft aandacht gevraa.gd onder andere voor het vervoer van
de zieken en de subsidie daarvoor. Wij hebben in de gemeente inderdaad
een ziekenauto. Deze kwestie wordt op 't ogenblik bestudeerd, maar het
is niet eenvoudig. U moedigt ons aan de bijstandswet nauwkeurig te vol
gen en ons daaraan aan te passen. Ik heb kortgeleden op een lezing, die ik
over deze wet aanhoorde, met voldoening voor mij kunnen stollen dat onze
gemeente de Armenwet 1912 al aardig heeft toegepast in de geest van de
nieuwe Bijstandswet, hoewol deze wet nog geen wet is. U begrijpt dat wij
op deze weg doorgaan. Wat dat betreft zullen wij, wanneer verruiming moge
lijk is volgens nieuwe normen ons daaraan zo gauw mogelijk aanpassen.
Helaas zijn er minder woningen aan Brabant toegedeeld dit jaar dan het
vorige jaar. Of dat voor Fijnaart betekent dat er minder woningen uit de
bus zullen komen weet ik niet zeker en ik hoop zelfs van niet.
Het onderhoud van de plantsoenen is inderdaad duur, maar in de momorio
van toelichting hebt U kunnen lezen dat do kwestie nauwkeurig in de gaten
wordt gehouden en dat zodra het mogelijk is deze kosten wel zullen vermin
deren. Aan de andere kant stellen wij eisen «ian de leefbaarheid van onze
gemeente in de allereerste plaats uiteraard voor onze eigen mensen, maar
ook in verband met de toekomst die een duidelijke richting van industriali
satie uitgaat. Ik raag U danken voor het compliment wat U hebt gegeven en
ik kan U verzekeren dat dit compliment zal worden doorgegeven op de plaats
waar het behoort.
Mijnheer van der Werf is met een compliment begonnen waarvoor ik hem ten
zeerste dank. U weet inderdaad dat het samenstellen van een begroting
geen eenvoudige kwestie is. Het is eigenlijk een zaak die min of meer
het hele jaar doorgaat. Men heeft er erg z'n best op gedaan en wij stel
len het daarom bijzonder op prijs dat dit ook gezien wordt. Ik ben het met
U eens dat 1963 beslist geen gemakkelijk jaar zal worden. Maar wij hebben
ons ertegen gewapend, misschien met - wat ik eerder in deze zaal heb ge
hoord - een behoorlijk optimisme, maar ook op ander terrein. Dat kan ik
U verzekeren.
De woonwagens dat is inderdaad nog steeds een probleem. Wij hopen nog'al
tijd op de gemeenschappelijke regeling, die, naar ik hoop, er toch nog'wel
eens een keer door zal komen.