19. Vaststelling gemeentebegroting 1963.
De voorzitters Misschien mag ik even vooraf voor opheffing van eventuele
misverstanden stellen dat er misschien een kleine onduidelijkheid is in
de hrief, die hij de begroting is aangeboden. Daar staat namelijk: hoewel
de uitkeringen uit het gemeentefonds bijna f. 49.000,hoger werden ge
raamd dan in de begroting 1962, blijft het tekort toch aanzienlijk. Deze
hogere raming is alleen maar het resultaat van verhogingen die elke gemeen
te gekregen heeft, onder andere in verband met salarisverhogingen,
Ik wil graag deze begrotingen in discussie brengen, voordat ik dit hoofd
stuks gewijs doe, wil ik graag de gelegenheid geven aan degenen, die mis
schien in het algemeen nog iets naar voren willen brengen.
De hoer van Dis: Mijnheer de voorzitter, ik meen dat als in oen gemeente
zoals Fijnaart een begroting aan de raad wordt aangeboden met een tekort
van bijna f. 140,000,deze de volle aandacht van de raad verdient.
Temeer verdient deze begroting do volle aandacht van de raad, nu het col
lege van godeputeerde staten in een schrijven dd. 8 augustus 1962 haar
standpunt bepaald heeft ten aanzien van de verantwoordelijkheid en de taak
van de raad om te zorgen voor een sluitende begroting. Dat het college van
b. en w. een dergelijk schrijven mot een ernstige opmerking zonder moer
ter zijde legt getuigt niot van een groot verantwoordelijkheidsgevoel van
het college. Wanneer de raad haar taak begrijpt en haar verantwoordelijk
heid aanvoelt, dan rust op haar de plicht deze begroting weer in handen
van het college van b. en w. te stellen met een dringend verzoek deze op
nieuw in studie te nemen en de begroting sluitend aan te bieden. Waar een
wil is, is dikwijls ook een weg. Ik meen dat hier een mogelijkheid te vin
den is als men dit ook ernstig wil. Ik veronderstel, dat onder de huidige
omstandigheden, gezien in het licht der financiële positie der gemeente
een groot aantal uitgaven geschrapt dienen te worden en op vele posten
een drastische bezuiniging is toe te passen. Wat de inkomsten betreft,
dan zullen de gemeentelijke belastingen zeer sterk verhoogd dienen te wor
den. Dit is wel gpen aangenaam geluid, maar wel een gevolg van een oneco
nomisch en onverantwoord financieel beleid van het college in het verle
den en welke lijn hot huidige collego, gezien de begroting, wil blijven
volgen en voor de toekomst zoor grote consequenties heeft,
U heeft zojuist gezegd, wij moeten rekening houden met de wensen van G.S.
en daarom geef ik ook U in overweging om rekening te houden met de brief
van 8 augustus 1962.
De voorzitter: Dank U wel.
De heer Bos: Hoewel, mijnheer de voorzitter, de begroting voor 1963 in het
algemeen ondanks het tekort van ruim f. 137.000,-^- mijn goedkeuring wel
kan wegdragen, wil ik toch nog enkele opmerkingen maken.
Onder het hoofdstuk maatschappelijk werk heb ik naast diverse kosten zie--
kenverpleging als subsidies aan kruisverenigingen enz. gemist een subsidi
ering in de kosten van ziekenvervoer per speciale ambulanco wagen.
Wij mogen ons gelukkig prijzen dat in eigen gemeente een dergelijke wagen
door een ondernemer wordt geëxploiteerd zij hot dan ook dat deze onderne
mer dit doet in samenwerking met oen collega uit een naburige gemeente.'
Het zal U niet onbekend zijn dat een naburige gemeente vervoor per ambu
lancewagen wol subsidieert, hetgeen zeer te loven is. Waar het onderha-
vige vervoer zeker geen overbodige luxe is en de exploitatie van een am
bulancewagen uit het vervoer alleen onrendabel, moge ik Uw college warm
aanbevelen de mogelijkheid van een eventuele subsidiëring onder ogen te
willen zien.
Wat het onderwijs betreft constateer ik met genoegen de ruime financie-"
ring. Ton opzichte van geraamde bijdragen voor ondersteuning van bejaar
den vertrouw ik er op dat Uw college bij het in werking treden van de
Algemene Bijstandswet de volle aandacht hieraan zal wijden, zodat verrui
ming der financiële bijdragen zal kunnen plaats hebben.
en dus niet extra verhogingen, die we vorige jaren hebben gehad.