- 10 - voor de wijze waarop zij hun medewerking hebben willen geven. Ik dank de oppositie mijnheer van Dis. Wij kijken elkaar aan. Politiek is hard in het leven. Maar daar moeten wij toch door. Ik dank ook U voor de wijze waarop U de vergaderingen hobt willen meemaken. Ik weet het wel, wij zijn het dik wijls lang niet eens goweest, maar wij hadi n toch een ding gomeen, dat wij vochten voor de belangen van de gemeente. Ik dank U ook daarvoor zeer. Dan wil ik van doze plaats ook bijzonder dank brengen aan ons ambtenaren corps, waar wij - en ik betrok msn collega er ook bij - als wethouders toch nog al eens mee te maken hadden. Ons ambtenarencorps was een corps waar ik in al die jaren trots op ben geweest. Trots cp.de ambtenaren, aan de aanstelling van de meeste hunner ik heb meegewerkt, en van wie ik alle mogelijke medewerking hob gekregen. Wanneer ik dan als wethouder even per soonlijk mag zijn, ik heb in die jaren ook wel moeilijkhoden gekend. Moeilijk heden die ik niet uitte, maar - als ik eens een tijdje waarnemend burgemees ter was - waar ik toch weleens mee zat. Maar dank zij hun medev/erking, en ik wens dit dik te onderstrepen, ben ik uit do branding gekomen. Ik wens hun van deze plaats daarvoor een eresaluut te brengen. Dan, mijnheer de voorzitter, en wanneer ik U als voorzitter van ons college op de laatste plaats noem, dan doe ik het niet om dat dit voor mij het minste belangrijk is. U zult van mij aannemen dat de bijeenkomsten van bet dagelijks bestuur van. de gemeente, waarin ik zitting had, voor mij dikwijls toch tot op zekere hoogte de genoeglijkste maar soms ook zeer moeilijke uron waren. Uren die ik doorbracht met de burgemeester, de secretaris en mijn collega en ik wil dan de directeur gemeentewerken er maar bij betrekken, die ook vele uren in ons midden heeft doorgebracht. Uren burgemeester, ik heb ze niet geno teerd hoeveel het er zijn, waaraan ik met voel genoegen zal terugdenken. Wij hebben verschil van mening gekend, burgemeestoren ook met mijn collega, net de secretaris en met de directeur gemeentewerken. Maar het slot van de zaak was zo, dat wij wat de persoonlijke verhouding betreft vrienden zijn gebleven. Daarvoor ben ik U zeer erkentelijk. Wanneer ik, burgemeester, mijn betoog eindig - want ik wil het graag kort maken - dan wil ik van deze plaats U allen toewensen, U die blijft en U die weggaat, wij blijven toch weer vrienden. Maar U die blijft,bi'jft doorgaan mot do bolrrgon van onze gemeen te als punt êên te zien. Dan alleen kan er iets goeds uit geboren worden. Van mijn kant en ik heb het vanmorgen gezegd, burgemeester, kunt I rekenen dat ik misschien een beetje al te belangstellend zal zijn. Maar ik mag toch aannemen dat ik me mag oriënteren. Ik mag toch aannemen dat ik de belangen die gaande zijn of die komende zijn, dat die mij trekken en steeds mijn volle belangstelling zullen hebben. Ik denk tenslotte ook aan de pers, de pers die ik altijd met genoegen heb gelezen. Soms goed, soms minder goed. Soms aan mijn kant, soms tegen mij. Maar ik bewonder U in Uw werk. Ik geloof dat de pers ook op een raadsvergadering onontbeerlijk is. Ook mijne heren wens ik tse, blijf op dit terrein werkzaam en notuleer en geef de berichten door zoals ze werkelijk zijn. Zo, mijne heren en mijnheer de voorzitter, wil ik U danken. En ik wens U allen het allerbeste toe. Dank U wel. De voorzitter: Ik dank U zeer mijnheer Bom. De heer van Hoof; Mijnheer burgemeestermag ik U dan bedanken voor de tijd dat ik hier vertegenwoordiger in de raad hen gewoost.Dat ik do zaak moet gaan verlaten, dat ligt aan de kiezers. Ik denk aan de jaren, die ik hier heb mogen wezen. Mijn gezondheid zal het ook niet toelaten om nog verder als raadslid hier te zijn. Ik hoop dat U allen hier nog lang de belangen van de gemeente in de goede banen mag leiden. De voorzitter: Dank U wel, mijnheer van Hoof, De heer Geuze: Ik dank U hartelijk voor de weigemeente woorden die U tegen mij gezegd hebt. Ik ben me er van bewust dat ik in de laatste periode, die ik hier gezeten heb, mijn werk niet ten volle heb kunnen doen vanwege mijn maatschappelijke omstandigheden. Ik dank U allen hartelijk voor de wijze van samenwerking en ik wens U burgemeester en toekomstige wethouders en allen die hier zo aan deze tafel komen zitten in de toekomst Gods onmisbare zegen toe op het werk dat U te wachten staat. Dan zal het ook in de gemeente Fijnaart welslagen. Ik wens U een prettige samenwerking toe. Ik dan U wel. De voorzitter: Dank U zeer, mijnheer Geuze.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1962 | | pagina 50