- 3 -
Wie op de tentoonstelling Breda NU 1961 is geweest kan zich de enorme
maquette nog wel voor de geest halen. Ook is er een enquête gehouden,
waarvoor wij ook gaarne gegevens hebben ingezonden, Eén van de West-
Brabantse burgemeesters heeft tijdens een raadsvergadering eens gezegd,
dat het V/EB niet de erkenning heeft gekregen die het verdient. Ik ben
dit met hem eens maar ik wil hier gaarne aan toevoegen dat ik er van
overtuigd ben dat de redenen voor de hand liggen.
Ik wil er 3 noemen»
1, De opzet was te overhaast en daarom niet bezonken en degelijk,
2, Men had van meet af aan de vorm van gemeenschappelijke regeling moeten
kiezen en niet de stichtingsvorm, die naar mijn idee niet voor de be
hartiging van de onderhavige belangen het meest geschikt is,
3, Men had een sectoren*"verdeling moeten opzetten om de mogelijkheid van
onnodige controversen te vermijden.
Een goede samenwerking van de gemeenten in West Brabant is naar mijtt me*
ning een verwezenlijkbaar doel, het is een doel dat een ernstig streven
ten volle waard is. Wij moeten daarbij rekening houden aet alle besta&nde
toestanden en omstandigheden.
Werkend aan de toekomst van onze gemeente is het van groot belang dat de
leefbaarheid wordt verbeterd, U hebt op dit terrein al enige besluiten
willen nemen en het is verheugend te kunnen oonatateren dat Heijningen een
soort van wedergeboorte heeft ondergaan en dat Fijnaart nu bezig is een
model-riolering en een model-stratenplan te krijgen.
Helaas is het op het gebied van de huisvesting droevig gesteld.
Een toewijzing van 15 woningwetwoningen, waarvan slechts 2 voor de nieuwe
toewijzingen staat in geen verhouding tot de werkelijke woning-behoefte.
Ik hoop zeer, dat er dit jaar een groot aantal premie-woningen zal kunnen
worden gebouwd. Toch wil ik er nog even de nadruk op leggen dat een pen-
delgeraeente, wat onze gemeente zeker is, een groter aantal vrije woningwet
woningen zou moeten worden toegewezen omdat een pendelaar, gezien zijn la
biele economische toestand veel minder snel over zal gaan tot het bouwen
van een eigen woning, dan diegenen die dicht bij huis vast werk hebben.
Het lijkt mij dus vanzelfsprekend dat bij het vinden van de verdeelsleutel
van het aan onze provincie verleende woningwetwoning-contingent ernstig
rekening wordt gehouden met de factors pendelgemeente.
Helaas voel ik mij geroepen nog een mineur-toon te laten horen, V/ij allen
v/eten, hoezeer de toekomst van elk kind afhangt van het onderwijs dat hij
of zij heeft genoten. Dat de Nederlandse ouders dit goed beseffen moge blij
ken uit het feit dat ever ons hele land 90$ - en dat zal nu waarschijnlijk
meer zijn - van het aantal lagere school leerlingen na deze school een
of andere vorm van voortgezet onderwijs volgt. En nu de mineur-toon:
in onze streek ligt dit percentage ongeveer op 75$« Een angstig verschil.
Een duidelijk teken dat op dit gebied bij ons een ersntige achterstand be
staat, Een zeer zware Verantwoordelijkheid voor die ouderë", die de kinderen
van school halen zodra de leerplichtige leeftijd voorbij is.
De onderwijs—situatie is de laatste decennia aanzienlijk verbeterd, zowel
wat de scholen zelf betreft als wat betreft de financiële tegemoetkomingen
en de verbindingsmogelijkheden. Toch is het hier wel op zijn plaats vast te
stellen dat onze leerlingen van de middelbare scholen zich heel wat meer
moeite moeten getroosten dan de zogenaamde stadskinderen!
Tot dat er betere tijden aanbreken, dat wil zeggen dat wij hier in onze
Westhoek zullen kunnen zorgen voor een ruimere keus op onderwijsgebied,
zullen onze kinderen zich deze moeite moeten getroosten. De achterstand
die ik noemde moet worden ingelopen en wel zo spoedig mogelijk.
Wij moeten beseffen dat wij een gemeenschap zijn die spoedig in een felle
beweging komt. Alleen al de Zoomweg zal een grote verandering voor ons
allen betekenen en de industrialisatie des te meer. Elke inwoner van onzo
gemeente zal zich de vraag moeten stellens Ben ik er voor klaar, kan ik
mij aan die snellere modernere totaal nieuwe maatschappij aanpassen, stel
ik mij de veranderingen niet wat te eenvoudig voor. En aan de leidinggeven
den onder ons zou ik willen zeggen: Sla de handen ineen om daar waar