De heer van Sprundeli Wij hebben gezien dat Steenbergen met hetzelfde
probleem zit, is het dan niet de overweging waard om oontact op te
nemen met Steenbergen, of zij al een oplossing hebben gevonden voor dit
probleem. Eendracht maakt toch macht, Als U toch met Steenbergen dit
zelfde probleem bij de Minister aanhangig maakt, kunt U missohien meer
bereiken dan alleen.
De voorzitter» Ik dank U voor het advies in ieder geval. Maar in verband
met de omstandigheid dat wij voor 15 september de zaak rond moeten heb
ben en we anders onze volumes verspelen, kan men er nd slecht over be
ginnen, Wij doen echt op dit gebied wat wij kunnen,
Afsoheid raadsleden.
De voorzitten Wij zijn nu gekomen aan het eind van de raadsvergadering,
die zoals ik in het begin zei, een bijzonder karakter had en wel omdat
4 leden van ons in een volgende raadsvergadering niet meer aanwezig zul
len zijn. Dat zijn de heren Bom, van Hoof, Knook en Geuze, Misschien mag
ik een enkel woord riohten tot deze 4 heren. Ik begin met mijnheer Bom,
Mjjnheer Bom, U bent in deze zaal verschenen, als ik het zo zeggen mag,
op 16 augustus 1946, Dat is een machtig lange tijd geleden, 16 jaar.
Ik kan maar meepraten over een klein gedeelte van die 16 jaar. Want
zoals U weet is het voor mij nog maar 6"è jaar geleden dat ik hier kwam.
Ik weet dus niet beter of U hoort er bij. En daar valt misschien nog wel
een beetje de nadruk op, als ik voor mezelf wat herinneringen ophaal
uit de allereerste begintijd. Want U mijnheer Bom bent degene geweest die
het eerst contact had met die onbekende in verre streken verblijvende
nieuwe burgemeester, U bent geweest de eerste die mij aansprak met een
titel, die mij toen nog vreemd aandeed en waar ik nu helemaal aan gewend
ben, dank zij mede U, U bent degene geweest met wie ik dus een afspraak
heb gemaakt om hier voor het eerst in Fjjnaart te versohijnen, En van U
en ook van de heer Akkermans heb ik toen eerst, althans in dit verband,
geleerd wat de Brabantse gastvrijheid betekende. Wij hebben vanochtend
hier ook al over gepraat, dus ik val niet in herhaling, maar ik ben U
erg dankbaar voor hetgeen ik van U geleerd heb, voor alles wat wij in
samenwerking hebben kunnen doen. Vooral wat het eerste betreft, is het
toch beslist zo dat U, mijnheer Bom, voor mij van enorme grote waarde
bent geweest, bij het bespreken van alle problemen op velerlei terrein,
In het bijzonder moet ik hierbij denken aan de begintijd toen ik eigen
lijk als volkomen onbekende op dit terrein hier in Fijnaart verscheen.
Toen heb ik veel steun gehad van U, als ik dat zo mag zeggen, als ouwe
rot in het vak. Ik ben U daar zeer dankbaar voor, V/ij hebben veel en
nauw samengewerkt en U hebt me in ieder geval een cadeau meegegeven dat
men mij niet meer kan afnemen, namelijk de herinnering aan een groot aan
tal vergaderingen, waar ik met veel plezier aan zal terugdenken. Missohien
mag ik mijzelf verstouten om namens de gemeente U te danken voor alles
wat U in die 16 jaar hebt gedaan.
Mijnheer van Hoof, U bent, heb ik ontdekt, toen ik nazocht wanneer U
vieren in de raad was gekomen, maar een paar maanden voordat ik versoheen
in de raad gekomen. Dat wist ik toen natuurlijk niet en ik heb eigenlijk
nooit anders gedaoht dan mijnheer van Hoof, die zit er en die heeft er
altijd gezeten, die hoort er bij, dat idee krijg je als je zo ineens nieuw
in een gezelschap wordt gebracht. Alles bij elkaar is het dan toch een
jaar of dat U hier in deze raad bent geweest, U hebt heel veel pro
blemen, heel veel dingen, besprekingen meegemaakt, besluiten mee helpen
nemen, ik wil U daar gaarne dank voor zeggen en voor alles wat U daar
voor over hebt gehad. En vooral dë laatste jaren gehandicapt door een
slechte gezondheid. Ik heb bewondehing gehad voor de manier waarop U
dat deed, helaas is het dus de laatste tijd een paar keer voorgekomen
dat U hebt moeten verzuimen in verband met Uw gezondheid en daarom ben
ik erg blij dat U deze keer in ieder geval nog aanwezig kunt zijn.
Ik hoop dat de grotere rust die U dus zult krijgen door hier niet meer
ingeschakeld te zijn, U ook ten steun zal zijn voor Uw gezondheid.
Ik hoop dat dat de goede kant blijft op gaan.