- 2 - 5. Uitvoering: 2e gedeelte rioleringsplan. (Riolering en reconstructie Kerk- ring en Korte Kerkstraat), 54e wijziging gemeentebegroting: 1961, De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester on wethouders, 6Verantwoording rampgelden/Vaststelling regelen omtrent instelling, be heer en administratie van het gemeentelijk rampenfonds. 55e wijziging ge meentebegroting 1961, De heer van Dis: Eerst mijn dank, dat U na 5 jaar wachten, zich bereid toont rekening en verantwoording te doen over de door burgemeester en wethouders ontvangen zogenaamde rampgelden in 1953* De brief namens het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van deze zaak aan gedeputeerde staten verzonden, is mijn inziens wel wat argeloos gesteld, zo in de geest van de vele raadsvoorstellen welke wij gewoon zijn te ontvangen. Mijnheer de voorzitter, in de vergadering van 22 mei 1953 is op mijn voor stel een commissie in hot leven geroepen die zich zou belasten met de verdeling dor ontvangen rampgelden. Ook is in deze vergadering een ad viescommissie benoemd voor het verdelen en verkopen der geschonken goede ren. Tevens is vastgesteld, dat de uiteindelijke beslissing voor het be steden der gelden in handen werd gelegd van het college van burgemeester en wethouders en de beheerscommissie gezamenlijk. Ook is destijds mijn voor stel met algemene stemmen aangenomen voor het besteden der gelden om aan rampslachtoffers welke daarvoor in aanmerking kwamen een renteloos voor schot te verstrekken uit de ontvangen rampgelden, in afwachting van de werkelijke materiële hulp uit het rampenfonds en van het Rode Kruis, zulks uit overweging dat op dit moment niet vast te stellen zou zijn wie als rampslachtoffers niet aan hun trekken zouden komen, In de bestedingscommissie zouden zitting nemen, de burgemeester der ge meente, do notaris de pastoor en de beide predikanten. Burgemeester en wethouders zouden de uiteindelijke beslissing hebben als lichaam dat ver antwoordelijk was voor de ontvangen rampgelden. Uit de stukken merk ik nu op, dat Uw college een blijvend rampenfonds in de gemeente wil creëren, Wellicht uit overwegingen van de situatie waar in Uw college thans gekomen is, gekomen door angstvallig de verantwoor delijkheid ten aanzien van de rampgelden van zich af te schuiven. Voor mij is om verschillende redenen Uw voorstel dan ook onaanvaardbaar. Nu kunnen wij 2 dingen doen nakaarten of gladstrijken. Om nu uit alle moeilijkheden te komen stel ik voor om een oud Westbrabants gebruik te volgen door in een geschil de kerken in te schakelen. Ik zou dus wanneer ik kios uit de twee "nakaarten of gladstrijken" kiezen het laatste van de 2 en dat is "gladstrijken". V/ij zetten een punt achter deze onverkwik kelijke gang van zaken op voorwaarden, dat de thans nog aanwezige en de vrijkomende gelden onder de drie kerkgenootschappen in onze gemeente ver deeld worden, te weten: De parochie van de Heilige Jacobus, de Nederlands Hervormde Gemeente van Fijnaart en Heijningen en de Gereformeerde Kerk te Fijnaart en wel op basis van de eerstkomende wettelijk vastgestelde kie zerslijst, die geacht moet worden als oen redelijke basis voor deze verde ling. Ik hoop, mijnheer de voorzitter, dat U dit mijn voorstol zult kunnen over nemen en dat het college van burgemeester en wethouders te dezer zake meer verantwoordelijksgevoel zal tonen in de toekomst. De voorzitter: Dan zal ik de heer van Dis hierop als volgt willen ant woorden. Als de brief, die mede bij de stukken ligt, argeloos zou zijn, dan siert ons dat misschien, want als wij denken aan de tegenstelling van argeloos dan zouden we misschien slechter uit de bus kunnen komen. Misschien tekent dit ook wol de gehele situatie. Ik geloof namelijk niet dat de zaak in handen is gelegd van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1961 | | pagina 44