De heer van Dist Mijnheer de voorzitter, U geeft al toe het verschil van
voorstel ten opzichte van Langbroek en van Hassel,
De voorzitter? En ik heb U uitgelegd waarom.
De heer van Dis? Goed, ik geef U nogmaals de verzekering dat deze zaak
juridisch niet rond is. En van Hassel kan z'n leven lang die woningen
verhuren zoals het voorstel hier ligt en dan heeft hij de bouwgrond voor
niets.
De heer van Hoof: Mijnheer de voorzitter, zijn er al gegadigden voor die
huizen van van Hassel?
De voorzitter: Er zijn allerlei namen genoemd. Op dit ogenblik is het nog
niet bekend.
De heer van Hoof; Nu geloof ik dat in het schrijven van van Hassel geen
namen worden genoemd. Maar Langbroek die bouwt hier twee huizen op dezelfde
voorwaarden en daar staan de namen van genoemd, bij van Hassel staan er geen
namen genoemd.
De heer van Dis» Dat is net het geval.
De heer van HoofMaar waarom staan nu de namen bij Langbroek er wel op,
pmdat er dat maar 2 zijn en dit een grote massa is en daar niet.
De voorzitter? Omdat het over 't algemeen, dat weet U net zo goed als ik,
zo is dat mensen eerst een huis moeten zien voordat ze kopen. Zoals U weet
is dat boven de Moerdijk algemeen de gewoonte. Een aannemer bouwt een forse
hoeveelheid huizen en dan komen de kopers en de huizen worden gekocht en
bewoond. Bij Langbroek daarentegen hebben 2 mensen zich gemeld en hebben
gezegd: wij willen graag dat U een huis voor ons bouwt. Dat is dus bekend
en vandaar dat er bij ons niet de minste reden is om dan die grond niet
te verkopen.
De heer Munters: Mijnheer de voorzitter, ik zie die bezwaren niet zo erg
groot, van Hassel zal wel zorgen dat hij van die huizen zo vlug mogelijk
afkomt. Maar wanneer, nu van Hassel niet van die huizen af zou kunnen ko
men, die mogelijkheid is aanwezig, is het dan niet verstandig een datum
te noemen wanneer de definitieve overdraoht zal géiden. Ik noem maar 1 ja
nuari 1962, Wanneer van Hassel ze dan nog niet verkocht heeft, dan kunnen
wij zeggen: ze zijn voor jou, dus we rekenen nu maar af.
De voorzitters Dat lijkt mij niet verstandig omdat van Hassel dat niet zou
doen met ingang van 1 januari 1962 dat is dus een klein jaar.
De heer MuntersNoemt U dan een andere datum.
De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, mag ik een amendement indienen op
Uw voorstel? Dat zodra van Hassel de beschikking krijgt over de grond dat
hij een garantiesom stort bij de gemeente gelijk aan de koopsom.
De voorzitter: Dan kan hij het net zo goed kopen.
Wordt het voorstel van de heer van Dis ondersteunt?
De heer van SprundelMijnheer de voorzitter, de risico's voor deze aan
nemer van Hassel zijn al dermate groot dat wij deze voor die man niet
groter moeten en mogen maken. En als wij nu de woningbouw helemaal on
mogelijk willen maken dan moeten we met dergelijke amendementen komen.
De heer Munters: Mijnheer de voorzitter, ik heb nog geen antwoord gehad
op mijn vraag over een te noemen datum.
De voorzitter: Ik voel er niets voor om een datum te noemen, want wij
moeten noch voor van Hassel noch voor eventuele andere bouwers, want er
zullen er veel meer komen, de zaak nodeloos ambtelijk of ingewikkeld
gaan maken. Want we hebben dan de kans dat hier dan geen enkel initiatief
meer ontstaat, We hebben hier zo'n woningnood dat we de nodige souplesse
en de nodige risico's moeten durven nemen, want anders gaat het fout met
onze premiebouw.
De heer Munters: U zegt boven de rivieren gebeurt dit de laatste tijd meer.
De voorzitter: Dat heb ik gehoord.