nadruk op. Gaat U niet te ver in deze richting. Dit zijn allemaal extra
kosten en die zou ik dan toch maar liever aan iets anders "besteden, aan
iets waar de mensen hier misschien wel zeker zo veel aan hadden. In een
dorp als Fijnaart is het niet zo "belangrijk dat de mensen een strookje
groen zien. In een stad als Rotterdam waar de mensen 10 of 12 hoog wonen,
en ze zien een strookje groen dan fleuren die mensen daar als het ware
van op. Maar wanneer hier de mensen 20 treden doen dan hehhen ze natuur te
kust en te keur. U he"bt gezegd wat "betreft de wispelturigheid met plannen,
daar "ben ik het niet helemaal mee eens. Mijnheer de voorzitter, ik "blijf er
"bij dat de plannen hier veel te groots worden opgezet. Het gevolg daarvan
is dat U regelmatig moet terugtreden en zeggen kijk eens er is weer zoveel
veranderd, en nu moeten we het weer anders gaan doen. Natuurlijk dat komt er
van, waarom niet wat kleiner. Het hoeft toch allemaal niet zo grootscheeps
te gebeuren, met kleinere plannen komen we er ook best daar ben ik heilig
van overtuigd. Het verheugt mij buitengewoon, mijnheer de voorzitter, dat op
mijn vraag om de raad in te schakelen voor uitbreidingsplannen, dat we bin
nenkort daarvan van het college van burgemeester en wethouders nadere voor
stellen kunnen verwachten. U hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag wat
het college denkt om een commissie in te stellen wat betreft de dienst ge
meentewerken omdat deze zeer omvangrijk gaat worden en voor verschillende
raadsleden haast wel buiten bereik gaat liggen omdat ze het niet meer ge
heel kunnen overzien. Wat het geval Hollemans betreft, burgemeester, dan
zegt U het ligt niet aan de gemeente en het is zelfs zo dat aan de werk
plaats niets meer gerepareerd mag worden. Maar mijnheer de voorzitter, er
ligt toch voor Zwingelspaan een uitbreidingsplan en deze mensen, die er
persé op staan, moeten daar kunnen bouwen. Het is te enenmale onmogelijk
dat deze mensen het bedrijf gaan verplaatsen, daar is het bedrijf te speci
fiek op de agrarische sector voor ingericht. Dan geloof ik toch, wanneer
deze mensen met de betreffende eigenaren geen overeenkomst kunnen krijgen
om die gronden aan te kopen, dat wij in dit geval er niet voor moeten terug
deinzen om deze gronden te onteigenen. De toestanden, zoals die daar zijn,
zijn werkelijk onmogelijk, dat kan niet langer duren.
De heer van DisMijnheer de voorzitter, ik wil nog op een punt teruggrijpen
en dat is als U zegt dat de rampgelden niet op deze begroting thuishoren.
Artikel 239 zegt duidelijk dat alle gelden uitgegeven door en ontvangen door
de gemeente door de rekening moeten lopen. Dus in feite ook door de begro
ting moeten lopen. En wanneer U ze nu maar "pro memorie" op de begroting
gezet had ontvangsten en uitgaven, dan was dat zaakje vastgelegd geweest
en dan was het zwevende karakter van die bedragen af.
De voorzitter: Missohien mag ik eerst U even antwoorden hierop?
Ik geloof namelijk nog steeds niet dat het op de begroting thuishoort.
Het zal namelijk op een goed ogenblik, naar ik hoop - wij moeten het nog uit
zoeken in de rekening terecht komen. Voordat ik zeker vreet hoe die zaak
in elkaar zit, kan ik daar uiteraard nog geen uitspraak over doen.
Maar ik geloof niet, wanneer er niets op uitgegeven en niets op ontvangen
is, dat het dan op deze begroting thuishoort, U hoort er in ieder geval
nog wel nader over, dat kan ik U verklaren.
Mijnheer Munters, de alarminstallatie, daaiovsr ben ik het met U eens.
Wij moeten proberen om die zaak zo spoedig mogelijk voor elkaar te krijgen en
er is op de begroting 19^1 een post voor geraamd. Wij zullen in ieder geval
proberen die zaak zo spoedig mogelijk voor elkaar te krijgen. Op dit ogen
blik weet ik niet precies hoe ver het staat, maar U kunt er van overtuigd
zijn dat wij proberen zullen om zo spoedig mogelijk de toestand weer als van
ouds te hebben, namelijk zo dat de brandweercommandant in zijn eigen huis
alarm kan maken.
Het abonnement op de P.N.E.M, daarvan kan ik natuurlijk op 't ogenblik nog
niets beloven dat het opgezegd kan worden, omdat dit nog niet bekeken is.
Maar zodra de toestand daarvoor rijp is, zullen we het uiteraard wel eens
bekaken en dan zullen we tot een conclusie moeten komen. U komt weer terug
op die dienst gemeentewerken die te hoog zou zijn, het is natuurlijk altijd zo,