- 7 - 1)6 r^ad ^eslui"^ zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders met de stem van de heer van Dis tegen. Aanleft Prinses Irenestraat. 4e wijziging gemeentebegroting 1961 en 2e wijzi- gmg begroting woning-grondbedriif 1961. ?6vhe!r Van M^nheer de voorzitter, als ik de tekening goed gezien heb, dan gaat U een straat aanleggen. En dan gaat U een straat aanleggen om aan één zyde te bebouwen. Ik meen dat dat geen economisch plan genoemd kan worden. De aanstaande huurders van deze woningen zullen daar dan ook weer de dupe van worden. Tevens heb ik in het voorstel gelezen dat U een sloot gaat dempen. Myn eerste vraag is van wie ia die sloot? Ten tweede: Hebt U met de eigenaren van die sloot al een overeenkomst getroffen? En hebt U al toestemming om die sloot te dempen? vü Het is ^©rdaad de bedoeling om deze straat aan te leggen, n het is ook de bedoeling om deze sloot vérder te dempen en zodoende een proces dat zioh al heeft ingezet te voltooien. Er is nog geen overeenstem ming met het waterschap over deze sloot. Deze zullen w^j zo spoedig mogelijk rachten te bereiken. Vjj komen mi reeds met dit voorstel in de raad, omdat degene die daar huizen,wil bouwen waarschynlyk de premies zeer spoedig krygt en dus ook zeer spoedig deze huizen wil bouwen. Dan is het voor hem praktisch onmogelijk om de huizen te bouwen wanneer deze straat niet aange legd is. De kwestie van de bebouwing aan één kant van de straat is zeer betrekkelijk,want het zal naar ik hoop niet zo erg lang duren of de rest van de gronden is ook in ons bezit. Een gedeelte van deze hoek, ten zuiden van deze straat is al in ons bezit, sinds w^j het stuk hebben gekocht van de heer Koomans van den Dries, De rest zal naar ik hoop ook binnen afzienbare tyd in ons bezit komen en dan kunnen wij daar dus huizen bouwen. Voor zover het op den duur niet mogelyk zal zijn deze gronden in eigendom te krijgen door allerlei onverwachte moeilijkheden dan is het natuurlijk nog altyd moge lijk, zoals het overal elders in andere gemeenten ook wordt gedaan, om in verband met de waardestijging van de grond door de aanleg van deze straat een baatbelasting te heffen. H6^h!ev van,I)iS8 ^nheer de voorzitter, het is toch een labiele basis waarop U dat besluit aan de raad aanbiedt. U weet net zo goed als ik en wethouder Akkermans weet het in 't bijzonder goed, want hij is jaren lang gezworene geweest van het waterschap, dat het toch zo maar niet gaat om een sloot die bij het waterschap op de legger staat te dempen zonder dat U daar toestem ming voor heeftNu begint U het paard achter de wagen te spannen door te zeggen we gaan toestemming vragen. Mijnheer de voorzitter, ik acht dit een zeer gevaarlijk iets vooral ook nog in verband met de andere plannen alsook de meerdere kwesties welke tussen waterschap en gemeente op !t ogenblik bestaan. Vooral van de zyde van de gemeente acht ik het alleen reeds elegant wanneer aij aleer zo *n voorstel in de raad zou komen,zich in verbinding gesteld had met het waterschap en onderhandeld over dit vraagstuk. Men doet hier nu precies net of de dienst gemeentewerken de baas is en het water schap de Striene dadelijk maar ja heeft te zeggen als het verzoek van de ge meente ingediend wordt. Ik acht het alleen niet juist maar ook zeer gevaar lijk voor de verdere onderhandelingen welke op 't ogenblik tussen de Striene en de gemeente worden gevoerd. De voorzitter: Ik kan dat gevaar niet zien, mijnheer van Dis. Wy zyn hier allemaal als redelijke mensen bij elkaar. Wanneer wij - het eerste oontact is er overigens al geweest - doorgaan met het overleg met de Striene, dan krijgen we op een goed ogenblik wel een officiële uitslag. Het lykt my heel redelijk dat zowel de Striene als wij de zaken waarderen naar de werkelijke toestand en verder niet bang zijn voor allerlei eventuele gevaren of ik weet niet wat er dan eventueel allemaal gevaarlijk hierby zou kunnen zijn. •pc geloof dat wy gewoon openhartig deze zaak moeten bespreken en dan zie ik helemaal geen gevaren. Vooral nu er een gedeelte van deze sloot met

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1960 | | pagina 79